Operation Manual
HEIDENHAIN MANUALplus 620 289
4.7 Boorcycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase afhankelijk
van gereedschapstype:
Spiraalboren: Boren
Snijplaatboren: Voorboren
Uitvoeren van cyclus
1 positioneert op spilhoek C (handbediening: bewerking vanaf de
actuele spilhoek)
2 indien ingesteld: verplaatst zich in spoedgang naar startpunt
boring Z1
3 indien ingesteld: boort met gereduceerde voeding aan
4 afhankelijk van aan- en doorboorvarianten V:
Doorboorreductie:
– boort met geprogrammeerde voeding tot positie Z2 – AB
– boort met gereduceerde voeding tot eindpunt boring Z2
geen doorboorreductie:
– boort met geprogrammeerde voeding tot eindpunt boring Z2
– indien ingesteld: blijft gedurende tijd E op het eindpunt van
de boring
5 trekt terug
als Z1 geprogrammeerd: op startpunt boring Z1
als Z1 niet geprogrammeerd: op startpunt Z
6 benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant
Als "AB" en "V" zijn geprogrammeerd, vindt er een
voedingsreductie met 50% voor het aan- of doorboren
plaats.
Aan de hand van de gereedschapsparameter
Aangedreven gereedschap bepaalt de MANUALplus of
het geprogrammeerde toerental en de voeding op de
hoofdspil of op het aangedreven gereedschap van
toepassing zijn.