Operation Manual
314 Cyclusprogrammering
4.8 Freescycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase: Frezen
JT Kamerfrezen (invoer wordt alleen bij kamerfrezen
verwerkt)
0: van binnen naar buiten
1: van buiten naar binnen
R Insteekradius (default: 0)
R=0: contourelement wordt direct benaderd; aanzet
naar startpunt boven het freesvlak – daarna verticale
diepteverplaatsing
R>0: frees maakt ingaande/uitgaande boog die
tangentieel op het contourelement aansluit
R<0 bij binnenhoeken: frees maakt ingaande/uitgaande
boog die tangentieel op het contourelement aansluit
R<0 bij buitenhoeken: lengte van lineair ingaand/
uitgaand element; contourelement wordt tangentieel
benaderd/vrijgezet
SCI Veiligheidsafstand in het bewerkingsvlak
SCK Veiligheidsafstand in voedingsrichting (zie pagina 128)
BG Afkantingsbreedte voor afbramen
JG Voorbewerkingsdiameter
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant
Informatie over parameters/functies:
Contour- of kamerfrezen: wordt gedefinieerd met
overlappingsfactor U.
Freesrichting: wordt beïnvloed door looprichting v.d.
frees H en de rotatierichting van de frees (zie
"Looprichting van de frees bij contourfrezen" op pagina
330).
Freesradiuscompensatie: wordt uitgevoerd (behalve
bij het contourfrezen met JK=0).
Benaderen en vrijzetten: bij gesloten contouren is het
startpunt van het eerste element (bij rechthoeken het
langste element) de benaderings- en vrijzetpositie. Met
insteekradius R kan worden bepaald of er direct of via
een cirkelboog wordt benaderd.