Operation Manual

HEIDENHAIN MANUALplus 620 363
5.1 ICP-contouren
Vormelementen
Afkantingen, afrondingen kunnen op iedere contourhoek worden
ingevoegd.
Draaduitlopen (DIN 76, DIN 509 E, DIN 509 F) kunnen op
asparallelle, haakse contourhoeken worden ingevoegd. Kleine
afwijkingen worden bij elementen in X-richting getolereerd.
U kunt op iedere contourhoek afkantingen en afrondingen invoegen.
Draaduitlopen (DIN 76, DIN 509 E, DIN 509 F) kunnen op asparallelle,
haakse contourhoeken worden gemaakt. Daarbij worden kleine
afwijkingen bij horizontale elementen (X-richting) getolereerd.
Voor de invoer van vormelementen kunt u selecteren uit de volgende
alternatieven:
U voert sequentieel alle contourelementen inclusief
vormelementen in.
U voert eerst de ruwe contour zonder vormelementen in.
Vervolgens brengt u de vormelementen "overlappend" aan (zie ook
"Vormelementen overlappend aanbrengen" op pagina 380).
Bewerkingsattributen
U kunt aan contourelementen de volgende bewerkingsattributen
toewijzen:
Parameters
U Overmaat (aanvullend op andere overmaten)
De ICP genereert een G52 Pxx H1.
F Speciale voeding voor de nabewerking.
De ICP genereert een G95 Fxx.
D Nummer van de additieve D-correctie voor de
nabewerking (D=01..16).
De ICP genereert een G149 D9xx.
FP Element bij het automatisch genereren van programma's
met TURN PLUS bewerken (niet beschikbaar bij Inleren)
0: nee
1: ja
IC Meetsnede overmaat (niet beschikbaar bij Inleren)
KC Meetsnede lengte (niet beschikbaar bij Inleren)
HC Meetsnede teller: aantal werkstukken waarna een meting
plaatsvindt (niet beschikbaar bij Inleren)
De bewerkingsattributen zijn alleen geldig voor het
desbetreffende element waarin de attributen in ICP zijn
ingevoerd.