Operation Manual
HEIDENHAIN MANUALplus 620 411
5.10 Contourelementen mantelvlak
Afkanting/afronding mantelvlak
Vormelementen selecteren
Afkanting selecteren
Afronding selecteren
Afkantingsbreedte BR resp. de afrondingsradius BR invoeren.
Afkanting/afronding als eerste contourelement: Elementpositie AN
invoeren.
Afkantingen/afrondingen worden op contourhoeken gedefinieerd. Een
"contourhoek" is het snijpunt van het ingaande en uitgaande
contourelement. De afkanting/afronding kan pas worden berekend als
het uitgaande contourelement bekend is.
ICP integreert de afkanting/afronding in smart.Turn in het
basiselement G111, G112 of G113.
Contour begint met een afkanting/afronding: Geef de positie van
de "denkbeeldige hoek" als startpunt op. Aansluitend kiest u het
vormelement afkanting of afronding. Omdat het "ingaande
contourelement" ontbreekt, bepaalt u met Elementpositie AN de
eenduidige positie van de afkanting/afronding.
ICP converteert een afkanting/afronding aan het begin van de contour
naar een lineair resp. cirkelvormig element.
Parameters
BR Afkantingsbreedte/afrondingsradius
AN Elementpositie
F: zie bewerkingsattributen Pagina 363