Operation Manual

412 ICP-programmering
5.11 C- en Y-asbewerking in smart.Turn
5.11 C- en Y-asbewerking in
smart.Turn
In smart.Turn ondersteunt ICP de definitie van te frezen contouren en
boringen alsmede het maken van frees- en boorpatronen, die met
behulp van de C- of Y-as worden bewerkt.
Voordat u een te frezen contour of een boring met ICP beschrijft,
selecteert u het vlak:
C-as
Voorkant (XC-vlak)
Mantelvlak (ZC-vlak)
Y-as
Y-voorkant (XY-vlak)
Y-mantel (YZ-vlak)
Een boring kan de volgende elementen bevatten:
Centrering
Kernboring
Verzinking
Schroefdraad
De parameters worden bij de boor- resp. draadtapbewerking
beoordeeld.
Boringen kunt u als lineaire of ronde patronen aanbrengen.
Te frezen contouren: standaardfiguren (volledige cirkel, regelm. n-
hoek, sleuven, etc.) kent de MANUALplus. Deze figuren kunt u met
enkele parameters definiëren. Complexe contouren beschrijft u met
lijnen en cirkelbogen.
Standaardfiguren kunt u als lineaire of ronde patronen aanbrengen.