Operation Manual

HEIDENHAIN MANUALplus 620 475
6.2 Simulatievenster
6.2 Simulatievenster
Aanzichten instellen
Met de hieronder beschreven simulatievensters controleert u niet
alleen de draaibewerking maar ook de boor- en freesbewerkingen.
XZ-aanzicht (draaiaanzicht): de te draaien contour wordt in het XZ-
coördinatensysteem weergegeven. Hierbij wordt rekening
gehouden met het geconfigureerde coördinatensysteem
(gereedschapshouder voor/achter de hartlijn, verticale draaibank).
XC-aanzicht (vooraanzicht): als coördinatensysteem wordt een
cartesiaans systeem met de asaanduidingen XK (horizontaal) en YK
(verticaal) weergegeven. De hoekpositie C=0° bevindt zich op de
XK-as, de positieve rotatierichting is tegen de klok in.
ZC-aanzicht (mantelvlak): de weergave van contouren en
verplaatsingen is gebaseerd op de positie op de "manteluitslag" en
de Z-coördinaten. De bovenste/onderste lijnen van dit "werkstuk"
komen overeen met de hoekpositie C= -180°/+180°. Alle boor- en
freesbewerkingen worden binnen het bereik –180° tot +180°
weergegeven.
Cyclus- of DIN-programma met definitie van het onbewerkte
werkstuk: Basis voor de "werkstukuitslag" zijn de maten van het
geprogrammeerde onbewerkte werkstuk.
Cyclus- of DIN-programma zonder definitie van het
onbewerkte werkstuk: Basis voor de "werkstukuitslag" zijn de
maten van het "standaard onbewerkte werkstuk" (user parameter:
"Simulatie > Vastleggen van de (standaard-) grootte van het
onbewerkte werkstuk").
Afzonderlijke cyclus of inleren: Basis voor de "werkstukuitslag"
is het gedeelte van het werkstuk waarmee deze cyclus wordt
beschreven (de Z-vergroting en begrenzingsdiameter X).
YZ-aanzicht (zijaanzicht): De contour- en verplaatsingsweergave
vindt plaats in het YZ-vlak. Daarbij wordt alleen rekening gehouden
met de Y- en Z-coördinaten, niet met de spilpositie.
Voorkant- en mantelvensters werken met een "vaste"
spilpositie. Wanneer het werkstuk op de draaibank wordt
bewerkt, zorgt de simulatie voor beweging van het
gereedschap.