Operation Manual
HEIDENHAIN MANUALplus 620 485
6.7 Contour opslaan
6.7 Contour opslaan
Gemaakte contour in de simulatie opslaan
U kunt een in de simulatie gemaakte contour opslaan en deze in
smart.Turn inlezen. De contour van het onbewerkte en bewerkte
werkstuk die bij de simulatie is gemaakt, leest u in smart.Turn in.
Selecteer hiervoor in het menu "ICP" de functie "Contour invoegen".
Voorbeeld: U beschrijft het onbewerkte en bewerkte werkstuk en
simuleert de bewerking van de eerste opspanning. U slaat dan de
bewerkte contour op en gebruikt deze voor de tweede opspanning.
Bij het "maken van de contour" wordt bij de simulatie het volgende
opgeslagen:
ONBEWERKT WERKSTUK: de gesimuleerde fabricagetoestand van
de contour
BEWERKT WERKSTUK: het geprogrammeerde bewerkte werkstuk
De simulatie houdt rekening met een verschuiving van het
werkstuknulpunt en/of een spiegeling van het werkstuk.
Contour opslaan:
Softkey "Additionele functies" selecteren
Menu "Overig" selecteren
Menu "Contour opslaan" selecteren
De besturing opent een dialoogbox waarin u de volgende
invoervelden kunt definiëren:
Eenheid: contourbeschrijving metrisch of inch
Verschuiving: verschuiving van het werkstuknulpunt
Spiegeling: contouren spiegelen/niet spiegelen