Operation Manual

558 Werkstand Organisatie
8.3 Transfer
Selecteer de tab Ping/Routing voor het invoeren van de ping- en
routing-instellingen:
Selecteer de tab NFS UID/GID voor het invoeren van gebruikers- en
groeps-ID's:
Selecteer de tab DHCP-server om de DHCP-serverinstellingen van
het machinenetwerk te configureren.
Instelling Betekenis
Ping In het invoerveld Adres: het IP-nummer
invoeren waarvan u een netwerkverbinding wilt
controleren. Invoer: vier door een punt
gescheiden getalwaarden, bijv. 160.1.180.20.
Als alternatief kunt u ook de computernaam
invoeren waarvan u de verbinding wilt
controleren
Knop Start: start de controle, de besturing
toont statusinformatie in het pingveld
Knop Stop: controle beëindigen
Routing Voor netwerkspecialisten: statusinformatie van
het besturingssysteem over actuele routing
Knop Actualiseren:
Routing actualiseren
Instelling Betekenis
UID/GID voor
NFS-shares
instellen
User ID:
definitie met welke user-identificatie de
eindgebruiker in het netwerk toegang tot
bestanden heeft. Waarde bij de
netwerkspecialist opvragen
Group ID:
definitie met welke groepsidentificatie u in
het netwerk toegang tot bestanden hebt.
Waarde bij de netwerkspecialist opvragen
De configuratie van de DHCP-server is met een
wachtwoord beveiligd. Neem a.u.b. contact op met uw
machinefabrikant.