Operation Manual

74 Werkstand Machine
3.2 In- en uitschakelen
Referentieprocedure
Of een referentieprocedure nodig is, hangt af van het type
meetsysteem:
EnDat-impulsgever: referentieprocedure is niet nodig.
Afstandsgecodeerde impulsgever: de positie van de assen is na een
korte referentieprocedure bepaald.
Standaard impulsgever: de assen verplaatsen naar bekende
machinevaste punten. Tijdens het benaderen van het referentiepunt
wordt een signaal aan de besturing gegeven. Omdat het systeem
de afstand tot het machinenulpunt kent, is daarmee ook de aspositie
bekend.
Softkey Z-referentie indrukken
Softkey X-referentie indrukken
of softkey alle indrukken
Cyclusstart indrukken – de referentiepunten worden
benaderd
De MANUALplus activeert de positieweergave en schakelt naar het
hoofdmenu.
REFERENTIEPROCEDURE
Wanneer de referentiepunten van de X- en Z-assen
afzonderlijk worden vastgelegd, vindt de verplaatsing
uitsluitend in X- of Z-richting plaats.