Operation Manual

14/32 – Handleiding
5.3. Monitoring met de koptelefoon
Om de volgorde van de tracks voor te bereiden, gebruikt de DJ zijn koptelefoon als monitor: hij
beluistert een track door de koptelefoon terwijl een andere track via de speakers wordt
afgespeeld. Dat geeft hem de mogelijkheid de muziek die hij via de koptelefoon beluistert, af te
stemmen op de muziek die op de speakers staat en op die manier, door bijvoorbeeld het tempo
aan te passen, voor een perfecte overgang te zorgen. Daarnaast kan hij geluidseffecten
toevoegen, cue points (markeringen) instellen om de track op een bepaald punt te laten
beginnen, ritmische loops maken, de hoge, midden- en lage frequenties aanpassen, enz. Op de
DJ Control MP3 e2 kunt u de koptelefoon op deze manier gebruiken, afhankelijk van de hardware
en software waarover u beschikt.
Als u slechts een stereogeluidskaart hebt, is monitoring via een koptelefoon niet
mogelijk. Zowel Mac desktop- en notebookcomputers als de meeste pc-notebooks beschikken
ALLEEN over 1 stereo-uitgang. Als u werkt met een dergelijke computer en u gebruik wilt
maken van koptelefoonmonitoring, hebt u dus nog een externe geluidskaart met meerdere
kanalen nodig.
Als u echter een geluidskaart hebt met een uitgang van 4 of meer kanalen (zoals de Hercules
Muse Pocket LT of een vergelijkbare geluidskaart), kunt u het geluid op uitgangen 3 en 4 over
uw koptelefoon beluisteren.
Voor koptelefoonmonitoring via uw meerkanaals geluidskaart moet u:
a) de speakerconfiguratie instellen op 4 kanalen of op 5.1 kanalen. Het beste doet u dit
met het configuratieprogramma van uw geluidskaart.
Het besturingssysteem biedt ook bepaalde mogelijkheden voor configuratie:
Pc
- Spraak, geluid en geluidsapparaten (Windows XP)
: Start > Configuratiescherm
- Hardware en geluiden > Geluid (Windows Vista / 7)
Mac
b) Breng als volgt de noodzakelijke verbindingen met de geluidskaart tot stand:
: Programma's > Hulpprogramma's > Audio/MIDI-configuratie
- Sluit de speakers aan op de FRONT-connector (doorgaans groen).
- Sluit de koptelefoon aan op de BACK/REAR-connector (doorgaans zwart).