Operation Manual

10/30 – Handleiding
- Knop 3 (Flanger): past een geluidseffect toe met een korte vertraging, vergelijkbaar met het
geluidseffect van een opstijgend vliegtuig.
- Knop 4 (Loop Einde): markeert het eindpunt van een loop.
- Knop 5 (Pitch bend +): 'buigt' de pitch van de muziek omhoog.
- Knop 6 (Beatgrid): voegt een beatpatroon aan een muzieknummer toe op basis van het
tempo van het nummer.
Verder kunnen de volgende functies aan de knoppen worden toegewezen:
- Record Sample: maakt een opname van de muziek.
- Play Sample: speelt het opgenomen muziekfragment af. Zo kunt u een eerder opgeslagen
sample afspelen.
- Backspin: een nabootsing van het effect dat optreedt wanneer een DJ de draaitafel stil zet en
de plaat een zet geeft zodat deze even achteruit loopt. Met deze knop wordt één impuls naar
achteren gegeven.
- Brake: vertraagt de muziek totdat deze, als u blijft vertragen, uiteindelijk totaal tot stilstand
komt.
- Overloop: zet een lus van 1, 2, 4, 8 of 16 beats over de muziek heen.
6.7. Load Deck-knoppen
Gebruik deze knoppen om het gemarkeerde muzieknummer te laden op deck A of deck B.
6.8. Cue Select-knoppen
Gebruik de Cue Select-knoppen om te kiezen welk deck wordt gemonitord op de koptelefoon. Er
kan maar één Cue Select-knop (ofwel één deck) tegelijk worden ingeschakeld.
6.9. Bladerknoppen
Gebruik de knoppen Up, Down, Left en Right om in mappen en muziekbibliotheken te bladeren.
- Up/Down-knoppen: naar het vorige (Up) of volgende (Down) muziekbestand of de vorige of
volgende map gaan. U kunt in snel tempo door de muzieklijsten bladeren door de Up of Down-
knop ingedrukt te houden en aan het jog-wiel te draaien.
- Left/Right-knoppen: naar een andere hoofdmap gaan (Left) of een map invoeren (Right).