Operation Manual

Appendix 2 Poorttoewijzing
De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De
instellingen verschillen, afhankelijk van het routermodel.
Stappen:
1. Selecteer WAN voor de optie Connection Type (Verbindingstype), zoals hieronder
wordt weergegeven:
Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN
2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding
wordt weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker.
Afbeelding A.2.2 Stel de LAN-parameters in
3. Stel de poorttoewijzing in voor de virtuele servers voor Forwarding (Doorsturen).
Standaard worden de poortnummers 80, 8000, 554 en 8200 gebruikt voor de
camera. U kunt deze poortwaarden wijzigen via de webbrowser of clientsoftware.
Voorbeeld:
Wanneer de camera's met dezelfde router zijn verbonden, kunt u de