Operation Manual
User Manual of Digital Video Recorder 
163 
Figure 9. 19 Dialoogvenster voor instellingen voor externe poorten 
2)  Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan. 
3)  Klik op de knop Vernieuwen om de meest recente status van de poorttoewijzing op te halen. 
Figure 9. 20 Instellen van UPnP™ voltooid - Handmatig 
9.2.6  Meer instellingen configureren   
Stappen: 
1.  Open de interface voor netwerkinstellingen. 
Menu > Configuratie > Netwerk 
2.  Selecteer het tabblad Meer instellingen om de interface Meer instellingen te openen. 
Figure 9. 21   Interface Meer instellingen 
3.  Configureer de volgende opties: externe alarmhost, serverpoort, HTTP-poort, multicast en RTSP-poort. 
  IP/poort van alarmhost: Wanneer u een externe alarmhost hebt geconfigureerd, worden 
alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar de host verzonden wanneer een alarm wordt 
getriggerd. De CMS-software (Client Management System) moet op de externe alarmhost zijn 
geïnstalleerd. 
Het IP-adres van de alarmhost verwijst naar het IP-adres van de externe pc waarop de 
CMS-software (Client Management System) (bijvoorbeeld iVMS-4200) is geïnstalleerd, en de 
poort voor de alarmhost moet overeenkomen met de poort voor alarmmonitoring die in de 
software is geconfigureerd (de standaardpoort is 7200). 
  Multicast-IP: Multicast kan zo worden geconfigureerd dat er via het netwerk livebeeld wordt 
weergegeven vanaf meer dan het maximale aantal camera's. Een multicastadres bevindt zich in het 
klasse D IP-bereik van 224.0.0.0-239.255.255.255. U wordt aanbevolen het IP-adresbereik van 
239.252.0.0-239.255.255.255 te gebruiken. 










