Operating instructions

i) Let er op dat andere personen zich op een veilige
afstand van de werkruimte bevinden. Iedereen
die de werkruimte betreedt, dient een persoon-
lijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kun-
nen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de
directe werkruimte.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend in-
zetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsne-
denof gegrepen, waardooruhandofuwarmmogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voor-
dat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in
contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verlie-
zen.
m) Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
n) U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch
gereedschap regelmatig te reinigen. De motor-
ventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke
opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektri-
sche gevaren.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kan dit materiaal vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare
koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische
schok.
5.3 Terugslag en bijbehorende
veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van
draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of geblok-
keerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadbor-
stels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende
inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van
het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade
een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of
geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de
plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook
breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door ge-
schikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven,
worden voorkomen.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat
u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik
altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle op terugslag-
krachten of reactiemomenten te hebben ingeval
van onopzettelijk starten. De bediener kan door de
juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrisch gereedschap bij een terug-
slag wordt bewogen.
Door de terugslag wordt het
elektrisch gereedschap naar de plaats van de blok-
kade bewogen in een richting die tegengesteld is aan
de beweging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoe-
ken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en be-
klemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft
bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst
de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controle-
verlies of een terugslag.
e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot
het verlies van controle over het elektrisch gereed-
schap.
5.4 Speciale veiligheidsvoorschriften voor het
slijpen en doorslijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereed-
schap toegestane slijpstenen en de voor deze
slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen
dienietgeschiktzijnvoorhetelektrischgereed-
schap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd
en zijn onveilig.
b) Doorgezette slijpschijven moeten zodanig wor-
den gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het
vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een on-
juist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van
de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende
worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet veilig op het elektrisch ge-
reedschap zijn aangebracht en voor een zo groot
mogelijkeveiligheidzodanigzijn afgesteld dat een
zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar
de bediener gericht is.. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken, toevallig
contact met het slijpdeel en vonken waardoor kle-
ding vlam kan vatten.
d) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen
inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijv.: Slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
nl
86
Printed: 20.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069494 / 000 / 02