Operating Instructions and Installation Instructions

5. Speciale opmerkingen
·
·
·
·
·
·
·
6. Problemen Oplossen
Als de stroomvoorziening na een storing is hersteld, zijn alle instellingen nog actief en de airconditioner
werkt volgens de oorspronkelijke instellingen.
3 minuten bescherming na een stop van de compressor.
Om de compressor te beschermen kan na een stop de compressor tenminste 3 minuten niet worden aangezet.
5 minuten bescherming.
De compressor moet tenminste 5 minuten werken nadat deze ingeschakeld is. In deze 5 minuten zal de
compressor zelfs niet stoppen als de ruimtetemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt, tenzij u met de
afstandsbediening de unit uitschakelt (alle units door de gebruiker uitgeschakeld).
Koelfunctie.
In de koelstand kan de temperatuur tussen 18-32 °C worden ingesteld.
De ventilator van de binnenunit zal nooit ophouden te werken. Het blijft werken zelfs als de compressor stopt.
Verwarmingsfunctie.
Doordat de airconditioner verwarmt door middel van warmteonttrekking aan de buitenlucht (met de
warmtepomp), kan de verwarmingscapaciteit verminderen als de buitentemperatuur te laag is. Als het eect
van de verwarming niet voldoende is, moet er een aanvullende verwarming worden gebruikt.
Anti-bevriezingsfunctie bij koeling.
Als de temperatuur van de luchtuitlaat van de binnenunit te laag is, zal de unit enige tijd met alleen de
ventilator werken om bevriezing of ijsvorming in de warmtewisselaar binnen te voorkomen.
Voorkoming van koude lucht.
De ventilator van de binnenunit zal een paar minuten lang nadat de verwarmingsstand is ingeschakeld niet
draaien, totdat de warmtewisselaar van de binnenunit een voldoende hoge temperatuur heeft bereikt. Het
systeem om een koude luchtstroom te voorkomen is dan in werking.
Ontdooien.
Als de buitentemperatuur te laag is, kan er bevriezing of ijsvorming optreden in de warmtewisselaar buiten
waardoor de verwarmingsprestaties verminderen. Het ontdooiingssysteem van de airconditioner zal dan in
werking treden. Tegelijkertijd stopt de ventilator van de binnenunit (of draait in sommige gevallen op zeer
lage snelheid) en als een paar minuten later het ontdooien gereed is, zal de verwarming weer opstarten.
Uitblazen van resterende verwarmingslucht.
Als de airconditioner stopt met de normale werking zal de ventilatormotor nog een tijdje op lage snelheid
draaien om de resterende lucht uit te blazen.
Zelfherstel na stroomuitval
Als de stroomvoorziening na een storing is hersteld, zijn alle instellingen nog actief en de airconditioner
werkt volgens de oorspronkelijke instellingen.
·
·
32
Gebruikshandleiding
VOORZICHTIG