Operation Manual

7
Instellen
(vervolgd op volgende pagina)
Installeer de projector volgens de omgeving en de wijze waarop de projector zal
worden gebruikt.
Instellen
Opstellen
Bekijk de hier beneden staande illustraties en tabellen, om de beeldgrootte en de projectie-afstand te bepalen.
De waarden die in de tabel staan, zijn gebaseerd op een volledige beeldgrootte: 1024 x 768
De schermgrootte (diagonaal)
Projectie afstand (±8%)
c1
,
c2
Schermhoogte (±8%)
De schermpositie kan na de installatie verschuiven als de projector op plaatsen zoals
aan de muur of aan het plafond wordt gemonteerd, als gevolg van de exibliteit van de
plastic behuizing van de projector. Indien afstelling vereist is, kunt u contact opnemen
met uw dealer of onderhoudspersoneel.
De geprojecteerde beeldpositie en/of scherpstelling kunnen veranderen tijdens het opwarmen
(ongeveer 30 minuten nadat de lamp is ingeschakeld) of als de omgevingsomstandigheden
veranderent. Stel de beeldpositie en/of scherpstelling indien nodig opnieuw af.
Omdat de projector een ultrakorte projectieafstand heeft, dient u zorgvuldig een scherm
te selecteren voor beter beeld.
- Een zacht scherm, zoals een rolscherm, kan het geprojecteerde beeld ernstig vervormen.
Voor deze projector wordt een hard scherm, zoals een bordscherm, aanbevolen.
-
Een scherm met een hoge reectiewaarde, zoals een parelscherm, heeft een kleine kijkhoek
en is niet geschikt voor deze projector. Een scherm met een lage reectiewaarde (ongeveer
1,0), zoals een mat scherm, en een grote kijkhoek wordt aanbevolen voor deze projector.
- Een scherm met een weefpatroon kan moiré op het geprojecteerde beeld veroorzaken.
Dit duidt niet op een defect van de projector. Een scherm met minder moiré-effecten
wordt aanbevolen voor deze projector.
Als de projector wordt gebruikt op een hoogte van ongeveer
1600 m of hoger, stelt u de VENTI SNELHEID van het
onderdeel SERVICE in het OPTIE menu in op HOOG
(58)
.
Stel ze anders in op NORMAAL. Als de projector wordt
gebruikt met een verkeerde instelling, kunnen de
projector zelf of de interne onderdelen beschadigd raken.
Wanneer de projector in speciale omstandigheden wordt
gemonteerd, zoals aan de muur of aan het plafond, hebt
u het voorgeschreven montagemateriaal en mogelijk
professionele hulp nodig. Raadpleeg uw dealer voor
verdere informatie over de installatie van de projector.
Schermgrootte
(diagonaal)
b
Projectie-afstand
c1
Schermhoogte
c2
Schermhoogte
type (inch)
m m inch m inch m inch
60 1,5 0,096 3,8 0,281 11,1 1,196 47,1
70 1,8 0,161 6,3 0,317 12,5 1,384 54,5
80 2,0 0,225 8,9 0,352 13,9 1,571 61,9
90 2,3 0,289 11,4 0,387 15,2 1,759 69,2
100 2,5 0,353 13,9 0,423 16,6 1,947 76,6
a
Op een horizontale oppervlakte
Gemonteerd aan de muur of het plafond
a
c2
c1
b
a
c2
c1
b