Operation Manual

6
Uw apparaten aansluiten
Voor het aansluiten, gelieve de handleidingen van alle aan te sluiten apparaten en dit
product te lezen. Verzeker u ervan dat het mogelijk is dat alle apparaten kunnen worden
aangesloten op dit product, en bereid de noodzakelijke kabels voor het aansluiten voor.
Gelieve te verwijzen naar de volgende illustraties over het aansluiten van hen.
Raadpleeg voor details de “Gebruiksaanwijzing” – “Gebruikershandleiding” en
“Netwerkhandleiding”.
(
20, 22)
Wanneer AUTO is geselecteerd voor de COMPUTER IN1 of COMPUTER IN2-poort
in COMPUTER IN van het INPUT-menu, aanvaardt die poort componentvideosignalen.
• Om netwerkfuncties van de projector te gebruiken, sluit u de LAN-poort aan op
de LAN-poort van de computer of een aansluitpunt dat via een draadloos LAN en
een LAN-kabel op de computer is aangesloten.
(vervolgd op volgende pagina)
• Indien u een USB-opslagapparaat zoals een USB-stick in de USB TYPE A-poort
steekt en de poort selecteert als de inputbron, kunt u beelden zien die op het
medium zijn opgeslagen.
U kunt een dynamische microfoon op de MIC-poort aansluiten met een miniplug
van 3,5 mm. In dat geval doet de ingebouwde luidspreker dienst als output voor het
geluid van de microfoon, zelfs wanneer het geluid van de projector wordt uitgevoerd.
Toegangspunt
COMPUTER IN1COMPUTER IN2
HDMI
USB TYPE B
S-VIDEO
VIDEO
AUDIO OUT
AUDIO IN3AUDIO IN1
AUDIO IN2
MIC
MONITOR OUT
CONTROL
USB
TYPE A
DC5V
0.5A
R
L
COMPONENT
Cb/Pb
Y
Cr/Pr
AUDIO
OUT
HDMI
R
L
R
L
VIDEO
S-VIDEO
AUDIO
OUT
AUDIO
OUT
AUDIO
OUT
USB
(A)
DISPLAY
RS-232C
LAN
VCR/DVD/Blu-ray
discspeler
Computer
Opstellen (vervolg)
N.B. • De projector kan een ratelend geluid maken wanneer deze wordt
gekanteld, verplaatst of bewogen, wat veroorzaakt wordt door de beweging van de
luchtregelingsklep binnenin de projector. Dit duidt niet op een storing of een defect.