Operation Manual

5
NEDERLANDS
WAARSCHUWING ►Installeer de projector in een stabiele horizontale positie.
►Plaats de projector op een koele plek, en let erop dat er voldoende ventilatie is. Houd
een ruimte van 30 cm of meer tussen de zijden van de projector en andere objecten
zoals muren. Plaats of bevestig niets waardoor de lens of de uitlaatgaten worden
afgedekt. Zet de projector niet op een plaats waar de lucht van een airconditioning of
dergelijke apparatuur rechtstreeks op het apparaat blaast.
►Plaats de projector niet op een plek waar het nat kan worden.
►Gebruik alleen het montagemateriaal dat door de fabrikant wordt voorgeschreven.
Laat de installatie van de projector met het montagemateriaal over aan deskundig
onderhoudspersoneel.
Lees de handleiding van het montagemateriaal en bewaar deze voor eventuele naslag.
VOORZICHTIG ►Vermijd het plaatsen van de projector op een rokerige, vochtige
of stoffige plek.
►Pas de richting van de projector aan om te voorkomen dat licht direct in contact komt
met de afstandsbedieningssensor van de projector.
►Als de projector wordt gebruikt op een hoogte van ongeveer 1600 m of hoger, stelt
u de VENTI SNELHEID van het onderdeel SERVICE in het OPTIE menu in op HOOG.
Stel ze anders in op NORMAAL. Als de projector wordt gebruikt met een verkeerde
instelling, kunnen de projector zelf of de interne onderdelen beschadigd raken.
Opstellen
Zie tabel T-1 of T-2 en afbeeldingen F-1 en F-2 op het einde van deze handleiding, om de
schermgrootte en de projectie-afstand te bepalen.
De waarden die in de tabel staan, zijn gebaseerd op een volledige beeldgrootte.
a
De schermgrootte (diagonaal)
b1
,
b2
Projectie afstand (±8%)
c1
,
c2
Schermhoogte (±8%)
Wanneer de projector in speciale omstandigheden wordt gemonteerd, zoals aan de muur
of aan het plafond, hebt u het voorgeschreven montagemateriaal (
20) en mogelijk
professionele hulp nodig. Gebruik bovenop tafel moeten geregeld worden met de daarvoor
bedoelde optionele accessoires (
20). Raadpleeg uw dealer voor verdere informatie over de
installatie van de projector.
De schermpositie kan na de installatie verschuiven als de projector op plaatsen zoals
aan de muur of aan het plafond wordt gemonteerd, als gevolg van de flexibliteit van de
plastic behuizing van de projector. Indien afstelling vereist is, kunt u contact opnemen
met uw dealer of onderhoudspersoneel.
De geprojecteerde beeldpositie en/of scherpstelling kunnen veranderen tijdens het opwarmen
(ongeveer 30 minuten nadat de lamp is ingeschakeld) of als de omgevingsomstandigheden
veranderent. Stel de beeldpositie en/of scherpstelling indien nodig opnieuw af.
Omdat de projector een ultrakorte projectieafstand heeft, dient u zorgvuldig een scherm
te selecteren voor beter beeld.
-
Een zacht scherm, zoals een rolscherm, kan het geprojecteerde beeld ernstig vervormen.
Voor deze projector wordt een hard scherm, zoals een bordscherm, aanbevolen.
-
Een scherm met een hoge reflectiewaarde, zoals een parelscherm, heeft een kleine kijkhoek
en is niet geschikt voor deze projector. Een scherm met een lage reflectiewaarde (ongeveer
1,0), zoals een mat scherm, en een grote kijkhoek wordt aanbevolen voor deze projector.
- Een scherm met een weefpatroon kan moiré op het geprojecteerde beeld veroorzaken.
Dit duidt niet op een defect van de projector. Een scherm met minder moiré-effecten
wordt aanbevolen voor deze projector.
N.B. • De projector kan een ratelend geluid maken wanneer deze wordt
gekanteld, verplaatst of bewogen, wat veroorzaakt wordt door de beweging van de
luchtregelingsklep binnenin de projector. Dit duidt niet op een storing of een defect.