Operation Manual

9
Instellen
Opstellen (vervolg)
Uw apparaten aansluiten
Raadpleeg, voor u de projector op een apparaat aansluit, de gebruiksaanwijzing
van het apparaat om er zeker van te zijn dat het apparaat geschikt is om op
projector aan te sluiten en zorg ervoor dat u de juiste hulpstukken hebt, zoals een
kabel met het juiste signaal.
Neem contact op met uw dealer wanneer het vereiste accessoire niet bij het
product is geleverd of als het accessoire beschadigd is.
Controleer of het apparaat en de projector uitgeschakeld zijn en sluit ze
vervolgens aan overeenkomstig onderstaande instructies.
Gebruik alleen geschikte accessories. Anders kan er brand
ontstaan of kunnen het apparaat en de projector beschadigd raken.
- Gebruik alleen de gespeciceerde accessoires of aanbevolen door de fabrikant
van de projector. Neem contact op met uw dealer wanneer het vereiste
accessoire niet bij het product is geleverd of als het accessoire beschadigd is.
Het is mogelijk dat er aan bepaalde normen moet worden voldaan.
- In geval van een kabel met een ader aan een uiteinde, sluit u het uiteinde met
de ader aan op de projector. Dit is mogelijk vereist door EMI-voorschriften.
- De projector en de accessoirs niet uit elkaar halen of wijzigen.
- Gebruik geen beschadigde accessories. Wees voorzichtig dat niet de
accessoires schade. Leg de kabels zo dat er niet over gelopen wordt of dat de
kabels klemgedrukt worden.
WAARSCHUWING
Schakel de projector niet aan of uit terwijl hij nog is aangesloten
op een apparaat dat in werking is, tenzij dit staat vermeld in de gebruiksaanwijzing
van het apparaat. Dit kan defecten in het apparaat of de projector veroorzaken.
Zorg ervoor dat u een connector niet op een verkeerde poort aansluit. Dit kan
defecten in het apparaat of de projector veroorzaken.
- Bij het aansluiten dient u zich ervan te vergewissen dat de vorm van de
kabelaansluiting in de aansluitingspoort past.
- Draai de schroeven strak op de aansluitingen met de schroeven.
- Gebruik de kabels met rechte pluggen en niet die met L-vormige pluggen, want
de ingangspoorten van de projector zijn verzonken.
VOORZICHTIG
(vervolgd op volgende pagina)
De projector kan een ratelend geluid maken wanneer deze wordt
gekanteld, verplaatst of bewogen, wat veroorzaakt wordt door de beweging van de
luchtregelingsklep binnenin de projector. Dit duidt niet op een storing of een defect.
Het licht van de projector raakt het scherm onder een grote hoek. Het is daarom
mogelijk dat u kleuren ziet bij een wit beeld op het scherm. Dit kan komen door het
type scherm of de hoek waaronder het beeld wordt bekeken en duidt niet op een
storing.
• Wanneer de omgevingstemperatuur rond 35 t/m 40°C is, zal de helderheid
van de lamp automatisch worden verminderd.
N.B.