Operation Manual

47
Verschijnselen die gemakkelijk aangezien worden als defecten (vervolg)
Verschijnselen
Gevallen waarbij er geen machinedefect is opgetreden
Referentie
pagina's
Foto’s worden
niet getoond.
Het lensafdekkapje is gesloten.
Verwijder het lensafdekkapje.
4, 16
De signaal-kabels zijn niet op de juist manier aangesloten.
Sluit de signaal-kabels op de juiste manier aan.
10
De helderheid staat op een heel laag niveau.
Zet HELDER op een hoger niveau met de menu-functie of
de afstandsbediening.
23, 25
De computer kan de projector niet als plug-and-play
monitor vinden.
Controleer of de computer een plug-and-play monitor kan
vinden met een andere plug-and-play monitor.
10
De kleuren
vervagen
geleidelijk.
De kleur-instellingen zijn niet correct.
Voer beeldaanpassingen uit door de instellingen van
KLEURTEMP, KLEUR, TINT en/of KLROMVANG te
veranderen, met de menu-functies.
23, 25,
30
KLROMVANG instelling is niet beschikbaar
Verander de KLROMVANG instelling naar AUTO, RGB,
SMPTE240, REC709 of REC601.
30
Het beeld
ziet er
donker uit.
De helderheid en/of contrast staan op een heel erg
laag niveau.
Zet de HELDER en/of CONTRAST-instellingen op een
hoger niveau, gebruik makend van de menu-functie.
24, 25
De FLUISTER-funcite staat aan.
Selecteer NORMAAL voor het onderdeel STIL FUNC. in het
menu INSTELLING.
24, 32
De lamp nadert het einde van zijn productieve
levensduur.
Vervang de lamp.
38, 39
Het beeld is
onscherp.
Of de focus-instellingen en/of de horizontale fase-
instellingen staan niet goed.
Pas de focus met de focus ring aan, en/of H FASE met de
menu-functie.
18, 28
De lens is vies of wazig.
Maak de lens schoon. Hiervoor kunt u de paragraaf
“Onderhoud Van De Lens” raadplegen.
41
Storingen verhelpen
OPMERKING • Ofschoon er lichte of donkere vlekken op het scherm
kunnen verschijnen, wat een uniek karakteristiek kenmerk is van liquid crystal
displays, betekent dit niet dat het apparaat stuk is.