Operation Manual
30
In werking
• De projector reageert mogelijk niet op de bediening van de andere knop-
pen wanneer de lens beweegt.
•
De OPENEN functies kunnen ook uitgevoerd worden door de LENS MEMORY knop.
N.B.
De lens instellen (vervolg)
Deze projector is uitgerust met geheugenfuncties voor
de lensaanpassingen (LENS SHIFT en LENS TYPE).
Er kunnen maximaal 3 reeksen instellingen worden
opgeslagen.
Druk om de lensgeheugenfunctie te gebruiken op
de POSITION- of FUNCTION-knop terwijl het LENS
SHIFT-dialoogvenster wordt weergegeven. Het
LENSGEHEUGEN dialoogvenster zal dan verschijnen.
De huidige lensinstellingen worden weergegeven in
de “HUIDIG”-rij. De instellingen die al zijn opgeslagen
in het lensgeheugen worden weergegeven in de rijen
OPSLAAN en OPENEN-1 tot 3.
Lensgeheugen
OPSLAAN:
SSelecteer om de huidige lensinstellingen op te slaan een van de “OPSLAAN”
opties met nummers van 1 tot 3 (nummer van het lensgeheugen) en druk op de ►-
of ENTER-knop. Onthoud dat de huidige
gegevens die in een geheugen worden
opgeslagen, verloren zullen raken wanneer u
nieuwe gegevens in het geheugen laast.
OPENEN:
Selecteer om de opgeslagen instellingen terug
op te roepen een van de “OPENEN” opties met nummers van 1 tot 3 (nummer van
het lensgeheugen) en druk op de ►- of ENTER-knop. Vergeet niet dat de huidige
aangepaste status verloren raakt bij het laden van de gegevens. Als u de huidige
aapassingen wilt behouden, sla het dan op voordat u de OPENEN functie uitvoert.
LENSGEHEUGEN WISSEN:
Selecteer om de instelling die is opgeslagen in het lensgeheugen
LENSGEHEUGEN WISSEN en druk op de ►- of ENTER-knop. Het
LENSGEHEUGEN WISSEN-dialoogvenster wordt weergegeven. Selecteer het
nummer van het lensgeheugen dat moet worden gewist met de ▲/▼-knoppen, en
druk op de ►-knop. Er wordt een dialoogvenster met een bericht voor bevestiging
weergegeven. Druk opnieuw op de ►-knop om het lensgeheugen te wissen.
POSITION
-knop
FUNCTION
-knop
LENS MEMORY
-knop