Operation Manual

Om de tunermodus binnen te gaan:
Druk herhaaldelijk op FUNCTION tot de
tunermodus is geselecteerd.
Het icoon van de TUNER brandt op de
display wanneer de tunermodus is
geselecteerd.
Om een andere golfband te selecteren:
Druk in de tunermodus op BAND om af te
wisselen tussen de golfbanden FM en MW.
Om op een zender af te stemmen:
Druk op of om de frequentie te wijzigen.
Gebruik deze methode om af te stemmen op
zwakke of afgelegen zenders die
onvoldoende sterk zijn om te worden
gevonden tijdens het automatische scannen.
Houd of ingedrukt tot de frequentie op
de display begint te veranderen en laat de
toets dan los om automatisch naar de
eerstvolgende beschikbare zender te zoeken.
Om een gevonden zender als voorkeuzezender
op te slaan:
1. Stem af op een frequentie en druk dan op
MEMORY/CLOCK.
2. Druk op PRESET UP of DN van de
afstandsbediening om het gewenste
nummer van het voorkeuzekanaal te
selecteren.
U kunt tot 30 kanalen van de FM-golfband
en 10 kanalen van de MW-golfband in het
geheugen opslaan.
3. Druk op MEMORY/CLOCK.
Om naar een voorkeuzezender te luisteren:
Druk vanuit de tunermodus op PRESET UP
of DN om het nummer van een
voorkeuzezender te selecteren of druk
rechtstreeks op de cijfertoetsen (0-9) om het
getal van de voorkeuzezender in te voeren.
Om het stereogeluid in de FM-modus in of uit te
schakelen:
• Druk op ST/MO van de afstandsbediening
om het stereogeluid in of uit te schakelen.
Antenne
FM-antenne
Trek de telescopische antenne volledig uit.
Draai en zoek de hoogte die het beste
geluid oplevert. Maak de antenne korter
wanneer het signaal te sterk is (te dicht bij
een zender).
AM-antenne
In dit apparaat is een antenne ingebouwd.
Richt deze antenne door het hele apparaat
te draaien tot u de beste ontvangst bekomt.
DU-14
Tune
r