Operation Manual

Nederlands
4
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Naast de zorg en de aandacht die bij de fabricage van uw videoproduct is besteed aan het handhaven van strikte
kwaliteitsnormen, is ook bij het ontwerpen van elk van onze producten uw veiligheid één van onze belangrijkste
overwegingen. Veiligheid is echter tevens uw verantwoordelijkheid.
Op deze bladzijde staat belangrijke informatie die u van dienst zal zijn in het correcte gebruik van uw DVD
videocamera/recorder en de accessoires.
1 Lees deze instructies zorgvuldig.
2 Bewaar deze instructies.
3 Neem alle waarschuwingen in acht.
4 Volg alle aanwijzingen op.
5 Gebruik dit toestel niet in de buurt van water.
6 Alleen schoonmaken met een droge doek.
7 Dek eventuele ventilatie-openingen niet af.
Installeer het toestel in overeenstemming met de
instructies van de fabrikant.
8 Installeer het toestel niet in de nabijheid van
warmtebronnen, zoals radiatoren,
verwarmingsroosters, kachels of andere warmte
producerende toestellen (inclusief versterkers).
9 Pas op dat er niet gelopen kan worden op het
netsnoer of dat het snoer niet bekneld kan raken of
kan knakken, vooral bij de stekkers, stopcontacten
en waar het snoer het toestel verlaat.
10 Gebruik uitsluitend de door de fabrikant
gespecificeerde hulpstukken/accessoires.
11 Gebruik uitsluitend een wagentje,
standaard, statief, beugel of tafel
die door de fabrikant wordt
aanbevolen of bij het toestel
wordt geleverd. Wanneer u een
wagentje gebruikt, wees dan
uitermate voorzichtig bij het
verplaatsen, want de combinatie
van toestel en wagentje zou kunnen kantelen,
hetgeen zou kunnen leiden tot letsel.
12 Haal bij onweer en wanneer u het toestel langere
tijd niet zult gebruiken de stekker van het toestel uit
het stopcontact.
13 Laat onderhoud en reparatie over aan bevoegd
onderhoudspersoneel. Service of reparatie is
vereist wanneer het toestel is beschadigd,
bijvoorbeeld bij schade aan het netsnoer of aan de
stekker, wanneer er vloeistof op het toestel is
gemorst, of wanneer er iets in het toestel terecht
gekomen is, wanneer het toestel heeft
blootgestaan aan regen of vocht, wanneer het niet
naar behoren functioneert, of wanneer het toestel
gevallen is.
14 Het toestel mag niet worden blootgesteld aan
druppels of gespetter en er mogen geen
voorwerpen die vloeistoffen bevatten, zoals vazen,
op het toestel gezet worden.
15 De apparatuur (netstroomadapter/oplader) te
gebruiken in de nabijheid van het stopcontact op
een gemakkelijk toegankelijke plek.