Operation Manual

81
NEDERLANDS
1
Selecteer de scène waaraan u een speciaal effect
wilt toevoegen en druk vervolgens op de MENU
toets.
Het Disc Navigation menuscherm zal
verschijnen.
2
Gebruik de joystick en
selecteer “Scène”,
“Edit”, “Fade” en druk
vervolgens op de
toets. Het instelscherm
voor scèneovergangen
zal verschijnen.
De instelmogelijkheden
zullen verschijnen
onder “IN” en “OUT” :
Het teken geeft de
huidige instelling aan.
3
Gebruik de joystick,
selecteer “IN” of “OUT”
en vervolgens “Enter” en
druk op de toets.
Nadat er op het scherm melding is gemaakt van
de voortgang van het proces, zult u weer
terugkeren naar het indexscherm. Scènes
waarvoor speciale effecten zijn ingesteld zijn
voorzien van de tekens “ ” en/of “ ”.
Opmerking: Bij fade wordt ook het geluid
uitgeregeld.
Opmerking: Het fade effect kan ook worden
ingesteld op “IN” of “OUT”.
Opmerking: Een reeds ingestelde fade kan op elk
gewenst moment ook weer worden veranderd
met behulp van de procedure hierboven.
Opmerking: U kunt ook een fade toevoegen aan
de informatie die op het scherm verschijnt tijdens
weergave.
Opmerking: Als de weergavetijd van een scène
erg kort is, zal de fade halverwege worden
onderbroken.
Opmerking: Als u een fade-in en een fade-out
instelt voor een foto of een video van maximaal 3
seconden, zal alleen de fade-in kunnen worden
toegepast.
Opmerking: Er zal geen fade-effect worden
gebruikt wanneer u de weergave begint vanuit
de opname-pauzestand.
Opmerking: A ls u het begin van een scène
opzoekt door daar naartoe te springen, zal het
eerste beeldje van die scène kort worden getoond
voor een eventueel ingesteld speciaal effect in
werking treedt.
Opmerking: Het fade-effect werkt niet bij beeld-
voor-beeld weergave vooruit of achteruit.
vertraagde weergave of zoeken.
Opmerking: Als u op de
toets drukt op het
bevestigingsscherm, zult u terugkeren naar het
indexscherm.
“In” effect
“Out” effect