Operation Manual

54
NEDERLANDS
1
Druk op de MENU toets terwijl het toestel in de
opname-pauzestand staat.
Het menuscherm zal verschijnen.
2
Gebruik de joystick om
“Program AE” te
selecteren van het “Cam-
era Functions Setup”
scherm en druk
vervolgens op de
toets.
Rechts van “Program AE”
verschijnen de diverse
instelmogelijkheden.
3
Kies de gewenste
instelmogelijkheid met
de joystick en druk
vervolgens op de
toets: De geselecteerde
mogelijkheid zal
worden ingesteld.
U kunt aan de op het scherm weergegeven
informatie zien welke belichtingsfunctie is
ingesteld. In de automatische belichtingsfunctie
wordt echter niets op het scherm aangegeven.
4
Druk op de MENU toets.
Het menuscherm verdwijnt weer.
Opmerking: De hierboven ingestelde
belichtingsfunctie zal ook wanneer de DVD
videocamera/recorder wordt uitgeschakeld
worden bewaard in het geheugen.
Selecteren van de belichtingsfunctie aan de hand van het onderwerp
(omschakelen van de geprogrammeerde automatische belichting)
Deze DVD videocamera/recorder stelt automatisch de juiste combinatie van sluitertijd en lensopening
in voor een optimaal belichte opname aan de hand van de helderheid van het onderwerp: U kunt zelf
kiezen uit zes voorkeursinstellingen afhankelijk van het onderwerp waarvan u opnamen wilt maken, de
omstandigheden waaronder de opnamen plaatsvinden of het doel van uw opnamen.
Geselecteerde
belichtingsfunctie
Setup camerafuncties
Geavanceerde technieken
In dit hoofdstuk worden verschillende instellingen uiteengezet die uw DVD videocamera/recorder
nog veelzijdiger maken.
MENU toets
Joystick
Auto : De camera/recorder beoordeelt zelf
het onderwerp en de omgeving daarvan en
bepaald een optimale belichting voor deze
opname.
Sport : Vermindert bewegingsonscherpte
van het onderwerp bij opnamen van snel
bewegende onderwerpen zoals bij golf of
tennis.
Portret : Zorgt ervoor dat het onderwerp,
een persoon, dier of voorwerp, los komt van de
onscherpe achtergrond.
Spotlicht : Voorkomt overbelichting van
bijvoorbeeld het gezicht van uw onderwerp
wanneer er een felle verlichting wordt gebruikt,
zoals bijvoorbeeld bij een bruiloft of op het
toneel.
Zand & sneeuw : Voorkomt onderbelichting van
bijvoorbeeld het gezicht van uw onderwerp op
plekken met veel gereflecteerd licht, zoals
bijvoorbeeld’s zomers aan zee of’s winters in de
sneeuw.
Weinig licht : Stelt de gebruiker in staat
opnamen te maken onder donkere
omstandigheden: bewegende onderwerpen
zullen echter na-ijlen op het beeld.
Vergeet echter niet dat de stand voor
opnamen bij weinig licht niet kan worden
gebruikt wanneer de opnamekwaliteit op STD is
ingesteld.