Operation Manual

32
Nederlands
TOEPASSINGEN
Afwerken van metalen voor persen, gieten en
vormen.
Afwerken van draadsnijvormen, gereedschappen en
andere kleine delen.
Inwendig slijpen van gereedschappen en
machineonderdelen.
VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op
UIT” staat.
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op
AAN” staat, begint het
gereedschap onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig
gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het
verlengsnoer moet zo kort mogelijk gehouden
worden.
4. Monteren van een wiel
Monteer het wiel zodanig dat lengte r minder dan
15mm is.
Als r langer is zullen abnormale trillingen optreden
waardoor de prestaties van de machine niet alleen
negatief worden beïnvloed maar bovendien bestaat
de kans op ongelukken. Houd r daarom zo kort
mogelijk. negatief worden beïnvloed maar bovendien
bestaat de kans op ongelukken. Houd L daarom zo
kort mogelijk.
Als d = 6mm, 6,35mm, 8mm, dan moet de D van
het wiel minder dan 25mm zijn. Wordt een wiel
gebruikt met een D van meer dan 25mm, dan is
de snelheid aan de omtrek te groot en zal het wiel
breken. Let er goed op dat de D van het wiel niet
te groot is.
Afstand L hangt af van D. Bepaal L aan de hand
van de onderstaande tabel.
Als d = 3mm, 3,175mm, dan moet D minder dan
10mm zijn.
Bepaal L aan de hand van de onderstaande tabel.
De wielen kunnen bevestigd en losgemaakt worden
met de twee sleutels. (Afb. 2)
OPMERKING:
Draai de klembus niet vast als er een te dunne as
in zit (minder dan 6mm) of als er geen as in zit.
Dit dan zal namelijk resulteren in beschadiging van
de klembus.
Bij het monteren van een wiel met as moet de
klembus pas worden vastgezet nadat het in Afb. 1
aangegeven tapse gedeelte met een weinig dunne
smeerolie (of naaimachine-olie) is tapse bedekt.
GEBRUIK
1. Bediening van de schakelaar
(1) Zet de schakelaar naar rechts (ON-kant) voor het
inschakelen van de slijpmachine en naar links (OFF-
kant) voor het uitschakelen van de slijpmachine.
(2) Als de slijpmachine de eerste maal wordt
ingeschakeld nadat er een nieuw wiel is gemonteerd,
moet u uit de buurt van het wiel blijven om een
eventuele gevaarlijke situatie, door verkeerde
montage van het wiel, te voorkomen.
(3) Test de machine altijd eerst door het wiel in een
veilige richting te houden.
2. Voorzorgsmaatregelen betreffende de bediening
(1) Druk het wiel lichtjes op het materiaal dat geslepen
moet worden. Bij het slijpen van materialen is een
hoog toerental vereist. Dit om de drukkracht zo
gering mogelijk te houden.
(2) Vlakkloppen van het wiel
Na het bevestigen van het wiel moet een eventuele
slingering van het wiel worden vlakgeklopt m.b.v.
een houten hamer (los te verkrijgen).
Als het wiel niet vlak is, is afwerken niet goed
mogelijk en nemen de trillingen toe wat resulteert
in een minder nauwkeurig slijpen en kortere
levensduur. Een vuil of versleten wiel zal eveneens
resulteren in minder goede prestaties. Behandel het
wiel daarom regelmatig met de houten hamer.
KIEZEN VAN HET WIEL
Het type wiel wordt bepaald door het materiaal dat moet
worden geslepen. Kies het wiel daarom overeenkomstig
het materiaal.
De onderstaande tabel toont de samenhang tussen het
te gebruiken wiel en het materiaal.
Kleine wielen met as zijn voor het slijpen van kleine
oppervlakken. De afmetingen en vormen zijn aangegeven
in “EXTRA TOEBEHOREN”.
Aangezien de diameter van de wielas 3mm is, moet de
klembus voor een 3mm as worden gebruikt (deze is los
verkrijgbaar bij uw HITACHI dealer).
(bijr= 15 mm)
d3 mm, 3,175 mm (1/8”) 6 mm, 6,35 mm (1/4”) 8 mm
D5 mm6 mm 8 mm 10 mm 13 mm 16 mm 20 mm 25 mm 25 mm
L 10 mm 13 mm 16 mm 13 mm 40 mm 40 mm 25 mm 25 mm 32 mm
05Ned_GP2_WE 9/5/08, 11:4432