Operation Manual

Nederlands
49
18. Wees voorzichtig met het snoer van de acculader.
Het toestel nooit aan het snoer dragen,
en aan het snoertrekkend uit het
stopkontakt verwijderen. Bescherm het
snoer tegen hitte, olie en scherpe
voorwerpen.
19. Waneer de oplader niet wordt gebruikt, of wanneer
deze wordt nagekeken en onderhouden, dient u de
stekker van de oplader uit het stopcontact te
trekken.
20. Gebruik uitsluitend de bijbehorende acculader.
Gebruik geen andere acculaders om gevaar te
voorkomen.
21. Het gebruik van accessoires en toebehoren anders
dan in deze gebruiksaanwijzing of in de HITACHI
katalogus beschreven zijn, vehoogd het risico op
lichamelijk letsel.
22. Controleer vóór gebruik dat (de omhulzing van) het
electriciteitssnoer van de oplader onbeschadigd is.
Indien (de omhulzing van) het electriciteitssnoer van
de oplader is beschadigd, dient u de oplader naar
een bevoegde HITACHI servicedienst te brengen
voor vervanging van het electriciteitssnoer.
Laat alleen de bevoegde servicedienst de reparatie
uitvoeren. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade en/of letsel veroorzaakt door reparaties
uitgevoerd door onbevoegde personen of door
verkeerd gebruik van het gereedschap.
23. Verwijder geen schroeven of andere onderdelen van
de boor en de acculader om de integriteit van het
ontwerp te verzekeren.
24. Gebruik de acculader met het voltage dat op het
naamplaatje is aangegeven.
25. Laad de batterij altijd op voordat het toestel
gebruikt wordt.
26. Gebruik uitsluitend de voorgeschreven batterij.
Gebruik geen normale droge-cel batterij, een
oplaadbare of auto-batterij voor de boor.
27. Gebruik geen transformator met ingebouwde
hulpkrachtbron.
28. Laad de batterij niet op met de
wisselstroomdynamo van de auto of met
gelijkstroom.
29. De batterij alleen binnenshuis opladen.
De acculader en batterij worden warm tijdens het
opladen, dus vermijd direkt zonlicht; zorg voor
goede ventilatie.
30. De opengewerkte montagetekening in deze
handleiding is alleen bedoeld voor erkend service
personeel.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
VAN HET GAS-STRIPSPIJKERAPPARAAT
1. Veiligheid door correct gebruik.
Dit pneumatisch gereedschap is ontworpen om
spijkers in hout en vergelijkbare materialen te
drijven. Gebruik het apparaat alleen voor dit doel.
2. Wees beducht voor ontsteking- en
ontploffingsgevaar.
Dit gereedschap dient niet te
worden gebruikt in een brandbare
omgeving of in de nabijheid van
ontvlambare vloeistoffen en
gassen. Dit gereedschap
produceert uitlaatgassen die vonken produceren en
mogelijk ontvlambare materialen ontsteken. Omdat
tijdens het spijkeren vonken geslagen kunnen
worden, is het gevaarlijk om dit gereedschap te
gebruiken in de buurt van lak, verf, benzine,
verdunningsmiddel, gasolie, gas, lijmsoorten, en
gelijksoortige ontvlambare materialen, omdat deze
mogelijk door de vonken kunnen ontvlammen of
exploderen. Daarom mag dit gereedschap onder
geen enkele voorwaarde gebruikt worden in de
nabijheid van dergelijke ontvlambare materialen.
3. Explosie- en brandgevaar.
Het gaspatroon is in feite een
spuitbus met ontvlambare inhoud.
Het gaspatroon en het drijfgas
blijven in de patroonhouder.
Het niet opvolgen van de instructies
kan leiden tot een explosie of brand.
Houdt het gereedschap, de
gaspatronen en de oplader uit de
zon en temperaturen boven 50°C.
Het gaspatroon en/of batterij kan
mogelijk openbarsten waarbij
ontvlambaar gas vrijkomt.
Maak geen gaten in het gaspatroon
en verbrand het evenmin - ook niet
na gebruik.
U dient het gaspatroon niet te verassen, bij te vullen,
te regenereren of te recyclen.
Spuit niet op open vuur of op gloeiend materiaal.
Blijf uit de buurt van vonkende bronnen – niet roken.
Buiten bereik van kinderen houden.
4. Draag altijd uw oogbescherming (veiligheidsbril).
Draag altijd uw oogbescherming
wanneer u met dit pneumatisch
gereedschap werkt, en zorg ervoor dat
de mensen in uw omgeving hetzelfde
doen. De mogelijkheid dat
rondvliegende spijkers die niet goed
geraakt werden in uw oog terechtkomen is een
bedreiging voor uw gezichtsvermogen.
Oogbescherming is verkrijgbaar in elke
gereedschapswinkel. Draag altijd een vorm van
oogbescherming wanneer u met dit apparaat werkt.
Er zijn speciale maskers of veiligheidsbrillen die over
uw bril passen.
Werkgevers behoren er op toe te zien dat
oogbescherming gedragen wordt op de werkplek.
5. Bescherm uw hoofd en uw oren.
Draagt u alstublieft een helm en oorbeschermers
als u spijkerwerk doet. Let u er ook op dat de mensen
rondom u, afhankelijk van de omstandigheden, hun
helmen en oorbeschermers dragen.
MAX 50°C
05Ned_NR90GC2_WE_7L 4/14/08, 8:12 PM49