Operation Manual

Nederlands
48
2. Sluit het snoer van de oplader aan op een
stopkontakt.
Wanneer het snoer aangesloten wordt, wordt de
oplader ingeschakeld (de indikator gaat branden).
LET OP
Als het kontrolelampje niet oplicht, trek dan het
netsnoer uit het stopkontakt en kontroleer de
montagerichting van de batterij .
Ongeveer 1 uur is vereist om de batterij volledig op
te laden wanneer de temperatuur 20°C is. Wanneer
de batterij volledig opgeladen is, gaat het
kontrolelampje uit.
Het opladen zal langer duren bij lage temperatuur
of wanneer de spanning van de stroombron te
gering is.
Als het kontrolelampje ook na twee uur opladen
nog niet dooft, stop dan met opladen en neem dan
kontakt op met uw Hitachi Service-centrum.
LET OP:
Als de batterij aan direct zonlicht blootstaat na gebruik,
is het mogelijk dat het kontrolelampje niet aan gaat.
3. Verwijder de stekker uit het stopkontakt.
4. Houd de oplader stevig vast en trek de accu eruit.
OPMERKING
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterij
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterij de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel; de
normale oplaadtijd kan hersteld worden door de accu
2 à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen.
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad de
batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding te lang
blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen van de
batterijwerking en eventueel zelfs beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
UC14YFA
Laad de accu als volgt op voordat u de slagmoersleutel
gebruikt.
1. Sluit het netsnoer van het acculader op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in rood
knipperen (met tussenpozen van 1 sekonde).
2. Steek de batterij in het acculader.
Steek de batterij stevig op zijn plaats in de richting
zoals aangegeven in Afb. 4, totdat de batterij de
bodem van het lader-compartiment raakt.
OPGELET
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus en
min worden geplaatst, anders wordt niet alleen het
opladen onmogelijk, maar kan ook de zekering
springen, of kunnen storingen in de werking van de
oplader ontstaan zoals een beschadigd oplaad-
kontakt.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 3).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in Tabel 3, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
Tabel 3
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Blift branden
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 sekonde)
Blijft branden
Knippert
(ROOD)
Tijdens
opladen
Na opladen
Brandt
(ROOD)
Knippert
(ROOD)
Voor het
laden
Opladen
onmogelijk
Brandt
(GROEN)
Opladen
onmogelijk
Knippert
(ROOD)
Er is iets mis met de
batterij of met het
acculader.
De temperatuur van de
batterij is te hoog,
waardoor het opladen
onmogelijk is.