DE LUXE EASY • DE LUXE • EXCELLENT • PRESTIGE • PREMIUM • LANDHAUS Gebruiksaanwijzing Version 02/2014 NL
Hartelijk welkom Beste caravanner, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY caravan. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze caravans voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij u het optimale kader voor de mooiste dagen van het jaar bieden. Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. aandachtig door, ook als u al langere tijd een caravan hebt gehad.
Inhoudsopgave 1 Inleiding..........................................................................................................................................01-1 1.1 Algemeen................................................................................................................................01-1 1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing...........................................................................01-2 2 Veiligheid..........................................................
7.4 7.5 7.6 7.7 Boordnet...............................................................................................................................07-24 Schakelschema buiten.........................................................................................................07-27 Contactschema lichtregelsysteem.......................................................................................07-28 Speciale verlichting ..............................................................................
1. Inleiding De ontwikkeling van onze caravans staat niet stil. We vragen uw begrip voor het feit dat wijzigingen in uitrusting, vorm en technische bijzonderheden voorbehouden zijn. Om deze reden kunnen geen rechten jegens HOBBY worden ontleend aan de inhoud van de gebruiksaanwijzing. U zult begrijpen dat het ondoenlijk is elke variant apart te beschrijven. Voor speciale vragen m.b.t. uitrusting en technische bijzonderheden kunt u contact opnemen met uw dealer. 1.
1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing 1 De informatie over de caravan in deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgezet: Teksten en afbeeldingen Teksten die betrekking hebben op afbeeldingen staan direct naast de afbeeldingen. Details in afbeeldingen (hier: toegangsdeur) zijn met positienummers j aangeduid. Opsommingen - Opsommingen geschieden puntsgewijs en zijn te herkennen aan een daaraan voorafgaand koppelteken.
Speciale uitvoeringen U hebt gekozen voor een caravan met een individuele uitrusting. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alle modellen en uitvoeringen die binnen hetzelfde programma leverbaar zijn. Zodoende kunnen hier uitvoeringsvarianten worden genoemd die geen betrekking hebben op uw camper. Alle onderlinge varianten en daarmee alle speciale accessoires zijn aangeduid met een sterretje „ “.
2. Veiligheid 2.1 Algemeen Sleutels Bij de caravan worden twee sleutels geleverd. Beide sleutels passen op : - toegangsdeur - serviceluiken - toiletluik - deksel gasfleskast - sluiting drinkwatertank - kofferruimte (Premium) Als bestuurder bent u verantwoordelijk voor de staat waarin uw caravancombinatie zich bevindt. Daarom moet u de volgende punten in acht nemen.
Wat te doen bij brand • Evacueer onmiddellijk de inzittenden van de caravan. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiters van de apparaten. • Schakel de stroomtoevoer af. • Sla alarm en bel de brandweer. • Bestrijd de brand alleen als dit mogelijk is zonder gevaar voor uzelf. 2.2 Vóór en tijdens de rit Als caravaneigenaar bent u te allen tijde voor de conditie van uw caravan verantwoordelijk. Daarom dient u de volgende punten goed in acht te nemen.
• Indien van toepassing: duw de tv-antenne zo ver mogelijk in resp. klap de SAT-schotel om. • Indien van toepassing: bagage op het dak goed vastmaken en beveiligen tegen schuiven. • Indien van toepassing: fietsen veilig vastmaken, beveiligen tegen schuiven en ervoor zorgen dat de remlichten en achterverlichting van het voertuig niet aan het zicht onttrokken worden. • Beveilig de reservewielhouder (Premium) zo nodig tegen losraken.
2.3 Belading Voor de belading geldt • Verdeel het gewicht van de lading evenwichtig over het linker en rechter gedeelte van de caravan. Zware voorwerpen of voorwerpen die veel ruimte innemen dienen in de onderste opbergruimten te worden opgeborgen; zo dicht mogelijk bij de assen. • Bij caravans met een tandemas dient het gewicht gelijkmatig over beide assen te worden verdeeld. • Zorg ervoor dat de achterkant van de caravan niet te zwaar wordt belast (slingergevaar).
Bagagecategorieën in de caravan - Lichte voorwerpen j als handdoeken en licht linnengoed. - Middelzware voorwerpen k als kleding, linnengoed en levensmiddelen. - Zware voorwerpen l als voortent, bootmotor of kratten met drank. 1 2 Als de caravan wordt voorzien van een fietsendrager, dan moet de door het gewicht van de fietsen veroorzaakte verandering van de kogeldruk door de resterende belading worden gecompenseerd.
2.4 Rijgedrag Rijden Maak vóór de eerste grote rit een proefrit of volg een veiligheidstraining, om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de combinatie. Voor het rijden geldt • Onderschat de lengte en breedte van de combinatie niet. • Wees voorzichtig bij het inrijden van inritten en doorritten. • Bij zijwind, ijzel of nat wegdek kan de combinatie gaan slingeren. • Pas de rijsnelheid aan de wegcondities en de verkeerssituatie aan. • Lange, iets hellende weggedeelten kunnen gevaar opleveren.
Remmen Een voertuig met caravan heeft een ander remgedrag dan een voertuig zonder caravan. Om die reden is het zinvol, met name voor ongeoefende bestuurders, op een geschikt terrein een aantal voorzichtige remtests uit te voeren. De remafstand van de combinatie is langer dan die van een voertuig zonder caravan. Deze wordt bovendien in sterke mate beïnvloed door de beladingstoestand van de caravan. Voor het remmen geldt • Met langere remweg rekening houden, vooral bij nat weer.
Bij de volgende voorwaartse beweging van de caravan worden automatisch weer de normale remeigenschappen tot stand gebracht. Tijdens het achteruitrijden is de rem van de caravan gedeactiveerd. Voor achteruitrijden geldt • De caravan beweegt tegengesteld aan de richting waarin u de auto stuurt. • Bij achteruitrijden iemand laten assisteren. Rangeren Uw combinatie is veel langer en groter dan enkel een personenauto.
Caravan plaatsen Voor het plaatsen van de caravan geldt • Handrem aantrekken. • Draai de draaisteunen slechts zover uit dat het gewicht nog op de as blijft steunen. (De kruk bevindt zich in de gasfleskast.) • Plaats bij een zachte ondergrond onderleggers onder de uitdraaisteunen. • Borg de wielen met onderlegwiggen. De wiggen bevinden zich aan de binnenkant van het deksel van de disselbak.
Waterinstallatie Stilstaand water in de drinkwatertank of in de in de waterleidingen wordt na korte tijd ondrinkbaar. Zorg er absoluut voor dat het restwater volledig wordt afgetapt voordat de watertank wordt gevuld. Controleer daarom vóór elk gebruik of de waterleidingen en de drinkwatertank schoon zijn. Desinfecteer en spoel regelmatig uw drinkwaterinstallatie – beslist vóór elke reis.
3. Chassis, toelating 3.1 Algemeen Chassisdelen en assen zijn onderdeel van het onderstel. Er mogen geen technische wijzigingen in worden aangebracht, omdat in dat geval de goedkeuring van het voertuig vervalt! Technische veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant. Met het oog op de verkeersveiligheid dient het chassis van een caravan even zorgvuldig onderhouden te worden als het trekkend voertuig zelf. Laat het onderhoud uitvoeren door uw HOBBYdealer.
3.3 Stabilisatiekoppeling WS 3000 De caravan is uitgerust met een veiligheidskoppeling inclusief spoorstabilisator, waarmee slinger- en knikbewegingen van de aanhanger worden onderdrukt. Dit systeem voldoet aan de norm ISO 11555-1 en is toegelaten voor gebruik tot een maximumsnelheid van 100 km/h. Raadpleeg tevens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies van de fabrikant. NB: Met een veiligheidskoppeling kunnen geen fysische wetten buiten werking worden gesteld.
Aankoppelen controleren • De trekkogelkoppeling is gesloten als de hendel zich in stand k of l bevindt en de groene pen van de koppelingsindicatie m zichtbaar is. 4 Wanneer de WS 3000 niet op de juiste manier op de trekhaak wordt bevestigd, kan de caravan van het voertuig losraken. Activeren van de stabilisatie-inrichting • Daartoe moet de bedieningshefboom vanuit de gesloten stand k omlaag, tot aan de aanslag, stand l gezet worden.
Controle van het stabilisatiesysteem Na het aankoppelen en activeren van het stabilisatiesysteem kan de toestand van de wrijvingselementen worden gecontroleerd: 5 - Bevindt de slijtage-indicatie n zich in de groene OK-zone, zijn de frictievoeringen geschikt om mee te rijden. Zodra de indicatie in de gele overgangszone staat, moeten de wrijvingselementen onmiddellijk worden vernieuwd. Als de indicatie zich in de rode STOP-zone bevindt, is er geen sprake meer van een stabilisatiefunctie.
3.5 Handrem De onderdelen van de reminrichting, met name oploopinrichting, overbrengingsinrichting en wielrem zijn gecontroleerd volgens de desbetreffende EG-richtlijnen en mogen uitsluitend worden gebruikt in de toegelaten combinatie. Wanneer u wijzigingen aan de reminrichtingcomponenten aanbrengt, vervalt deze goedkeuring. Wijzigingen zijn alleen toegestaan met goedkeuring van de fabrikant.
3.6 Oploopinrichting en wielremmen Het oploopremsysteem bestaat uit de oploopinrichting, een overbrengingsinrichting en de wielremmen. De oplooprem zorgt ervoor dat de caravan bij het oplopen op het trekkend voertuig automatisch wordt afgeremd. D.w.z. het oploopremsysteem werkt onafhankelijk van het remsysteem van het trekkende voertuig. De opgewekte remkracht is voornamelijk afhankelijk van de intensiteit van de afremming van het trekkende voertuig en de laadtoestand van de caravan.
Automatische remverstelling (Premium) Alle Premium-modellen beschikken over een automatische remverstelling, de slijtage van de remvoeringen wordt automatisch gecompenseerd. • Het regelmatig bijstellen van de remmen is overbodig. • Bij het achteruit rijden wordt de verstelling automatisch gedeactiveerd. Ondanks de remverstelling blijven remvoeringen over het algemeen onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage.
Neem in dit verband beslist ook goede nota van de afzonderlijk bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de assen en remmen (Knott). 3.7 Uitdraaisteunen De Luxe/Excellent/Prestige De uitdraaisteunen bevinden zich aan de voor- en achterzijde onder de caravan. Uitdraaisteunen uitdraaien • Parkeer het voertuig het liefst waterpas. • Leg bij een zachte ondergrond onderleggers onder de uitdraaisteunen om te voorkomen dat de caravan wegzakt. • Draai de uitdraaisteunen uit.
In Nederland is niet voorzien in een wettelijk kader m.b.t. periodieke keuring van caravans. Wij adviseren u echter nadrukkelijk toe te zien op de staat van onderhoud van uw caravan, door jaarlijks- en/of tweejaarlijks onderhoud te laten uitvoeren door uw Hobby-dealer. 3.9 Keuring Voertuigidentificatienummer (VIN) Het 17-cijferige voertuigidentificatienummer bevindt zich rechts vooraan op de trekstang. Houd a.u.b. het VIN bij de hand bij elke aanvraag en bij elk bezoek aan uw dealer.
3.10 Geschiktheid voor snelheden tot 100 km/u 1. Uw Hobby-caravan is technisch berekend op een maximale snelheid van 100 km/h. Deze snelheid mag in geen geval worden overschreden! 2. Neem de ter plaatse geldende voorschriften m.b.t. de maximumsnelheid van caravancombinaties in acht! 3. Let beslist op de volgende punten, want u bent verantwoordelijk voor de naleving ervan.
3.11 Definitie van de massa Definitie van de massa (gewichten) voor caravans Voor het berekenen van de massa (gewichten) en de daaruit resulterende bijlading van caravans geldt sedert 2001 op Europees niveau de EG-richtlijn 92/27/EG. De hierin opgenomen voorschriften zijn voor het merendeel conform de norm DIN EN 1645-2. In het volgende gedeelte worden de gehanteerde begrippen en berekeningsgrondslagen verduidelijkt. 1. Technisch toelaatbare totaalmassa (t.t.t.
Vóór het eerste gebruik raden wij u aan het voertuig te wegen op een geijkte weegbrug. Zo kunt u de hoogte van de maximale belading van een voertuig met een individuele uitrusting vaststellen. Wanneer u niet zeker weet of het voertuig te zwaar beladen is, kunt u dit het best controleren op een openbare weegbrug. Overbelading kan leiden tot disfunctioneren of zelfs scheuren van de banden! Daardoor bestaat het gevaar dat u de macht over het voertuig verliest.
4. Wielen, banden 4.1 Banden Gebruik uitsluitend banden die in de toelatingspapieren zijn gespecificeerd. Voor het gebruik van andere bandenmaten is goedkeuring van de fabrikant vereist. • Controleer de banden regelmatig op gelijkmatige profielslijtage, profieldiepte en uiterlijke beschadigingen. • Gebruik altijd banden van hetzelfde soort en type (zomer- of winterbanden). • Rijd nieuwe banden de eerste 100 km voorzichtig in, zodat ze hun volledige gripvermogen kunnen ontwikkelen.
Een te lage spanning leidt tot oververhitting van de band. Ernstige schade aan de band kan daarvan het gevolg zijn. De juiste bandenspanning staat aangegeven in de bandenspanningtabel in het hoofdstuk ‘Technische Gegevens’ of de tabel in de dissel bak. 4.3 Profieldiepte, leeftijd . van de banden Vernieuw uw banden uiterlijk wanneer de profieldiepte nog slechts 1,6 mm bedraagt.
4.4 Velgen Gebruik alleen velgen die op grond van de specificaties in de voertuigpapieren mogen worden gebruikt. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Voor gebruik van andere velgen geldt: - maat, uitvoering, inpersdiepte en draagvermogen moeten op het toegestane totaalgewicht berekend zijn. - de conus van de bevestigingsschroef moet passen bij de velguitvoering. Afwijkingen zijn alleen met goedkeuring van de fabrikant toegestaan.
4.5 Het verwisselen van een wiel Het verwisselen van een wiel voorbereiden 1 1 1 2 • Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veiligheid! • Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekoppeld trekkend voertuig. • Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke en vaste ondergrond. • Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig het weggedeelte met gevarendriehoek resp. knipperlicht.
Reservewiel De Luxe, Excellent, Prestige, Premium en Landhaus* Bij de bovengenoemde series bevindt het als optie beschikbare reservewiel zich in een houder onder het voertuig. Om het reservewiel te kunnen verwijderen moet het voertuig zijn afgekoppeld en op de trekhaak worden geplaatst, zodat de achterkant van het voertuig omhoog komt. 1 Reservewiel verwijderen • Koppel het voertuig los en zet hem neer. • Draai de schroefborging j los. • Haal de reservewielhouder uit de langsligger k.
De uitdraaisteunen dienen niet als krikken*! Na het verwisselen van het wiel moet na een afstand van 50 km worden gecontroleerd of de wielbouten stevig vastzitten en moeten deze zo nodig aangehaald worden. Het verwisselen van een wiel • Geschikte krik* op de asbuis naast de tuimel- armgroep of op de langsligger ter hoogte van de asbevestiging van het te verwisselen wiel plaatsen. • Bij caravans met dubbele as, krik altijd onder de achteras plaatsen.
Bandenreparatieset Gebruik de bandenreparatieset niet wanneer de band ten gevolge van rijden zonder lucht is beschadigd. Kleine sneden, in het bijzonder in het bandloopvlak, kunnen met de bandenreparatieset afgedicht worden. Verwijder geen voorwerpen (b.v. schroeven of spijkers) uit de band. De bandenreparatieset is te gebruiken bij buitentemperaturen tot ca. –30°C. De bandenreparatieset heeft een houdbaarheidsdatum. Let daarom op de vervaldatum.
D Houd de vulfles met de vulslang omlaag en knijp deze in. Pers de gehele flesinhoud in de band. Verwijder de vulslang j en schroef het ventielstuk k met de ventieluitdraaier l in het bandventiel vast. E Schroef de luchtvulslang n op het bandventiel vast.Steek de stekker o in de contactdoos van de sigarenaansteker. Pomp de band op p. Gebruik de elektrische luchtpomp maximaal 8 minuten lang! Oververhittinggevaar! Wordt de vereiste luchtdruk niet bereikt, rijd dan met het voertuig ca.
5. Opbouw buiten 5.1 Beluchting en ontluchting Voor dwang ventilatie geldt Een juiste beluchting en ontluchting is een absolute voorwaarde voor aangenaam wooncomfort. In uw caravan zijn een trekvrije beluchting in de vloer j en een ontluchting in de dakkappen k geïntegreerd, die niet in hun werking belemmerd mogen worden. 1 Wij adviseren dakluiken te openen bij gebruik van de caravan als woonverblijf. 2 Door koken, natte kleding enz. ontstaat waterdamp. Ieder mens staat per uur ca.
Bij extreem hoge buitentemperaturen wordt aanbevolen de ventilatieroosters te verwijderen. Daardoor wordt een hogere luchttoevoer naar de koelkast verkregen en de koeling verbeterd. Bij neerslag of tijdens het rijden moeten de ventilatieroosters vast gemonteerd zijn. Lees de aanwijzingen op de afdekkingen. De afdekkingen mogen ‘s winters alleen bij elektrisch ingeschakelde koelkast gebruikt worden. Ventilatieroosters verwijderen • Schuif de vergrendeling(en) l tot aan de aanslag naar boven.
5.2 Toegangsdeur Toegangsdeur buiten Openen • Draai de sleutel naar rechts tot het slot hoorbaar openklikt. • Draai de sleutel in verticale stand terug en trek hem uit het sleutelgat. • Trek aan de deurgreep. • Open de deur. Sluiten • Sluit de deur. • Draai de sleutel naar links totdat de grendel hoorbaar vastklikt. • Draai de sleutel in verticale stand terug en trek hem uit het sleutelgat.
Gedeelde toegangsdeur 1 3 Bovenste l en onderste helft k van de toegangsdeur kunnen afzonderlijk worden geopend en gesloten. Hiervoor moet de bovendeur l na het openen van de onderdeur worden ontgrendeld. Bovendeur ontgrendelen • Draai de hendel m 90° naar links in de verti- cale stand om boven- en onderdeur van elkaar te scheiden. • Open de bovendeur helemaal en duw hem tegen de voertuigwand aan.
Verduisteringsrolgordijn (bovendeur) en vliegenhor in de toegangsdeur worden in de gewenste stand gebracht door eraan te trekken. Opstapje Bij het in- en uitstappen geldt • Zet het opstapje voor de ingang voor de caravan. • Let erop dat het opstapje op vaste bodem rust. Zo wordt voorkomen dat het opstapje kantelt. Let op de verschillende treehoogtes en bij het uitstappen op een vaste en effen ondergrond. 5.3 Serviceluik Openen • Open het slot met de sleutel.
Het serviceluik is pas stevig gesloten als alle sluitingen tijdens het sluiten vastklikken. Als de klep niet correct gesloten is, dan kan dit – vooral bij langdurige stilstand zonder gebruik van de caravan – leiden tot permanente vervorming van het serviceluik. Behandel de afdichtingen van de serviceklep regelmatig met siliconenspray om ervoor te zorgen dat de serviceklep goed en soepel afsluit.. 5.4 Klep van de gasfleskast De Luxe easy Openen • Open het slot j met de sleutel.
5.5 Kofferruimte Premium Openen • Open het slot j met de sleutel. • Draai de greep een kwartslag naar beneden, zodat hij verticaal staat. • Klap de klep van de kofferruimte langzaam open. Sluiten 1 • Sluit de klep van de kofferruimte en draai de vergrendelgreep 90° in horizontale stand. • Sluit het slot af met de sleutel. Een te zware belading van de kofferruimte leidt tot een aanzienlijke verslechtering van de rijeigenschappen en brengt alle deelnemers aan het wegverkeer in gevaar.
5.7 Dak M.b.t. de dakbelasting geldt • Betreed het dak alleen via een genormeerde en goedgekeurde ladder die een stevig houvast biedt. • Het dak is niet ontworpen voor puntbelastingen. Leg vóór het betreden van het dak iets op de loopzone. Geschikt zijn materialen met een glad en zacht oppervlak, bijvoorbeeld een plaat van piepschuim. • Kom niet te dicht in de buurt van het dakluik of de dak-airconditioning (houd minstens 30 cm afstand). • Ga niet op de afgeronde delen aan voor- en achterzijde staan.
Onderaan de carrosserie van de caravan bevinden zich de tochtstrooklijsten. De tochtstroken moeten altijd vanuit het midden van het voertuig naar buiten toe worden bevestigd. De wielkastafdekking beschikt over een geïntegreerde lijst voor het bevestigen van een wielafscherming. Bevestiging voortent Als dakstanghouder voor het veilig monteren van de voortent aan de caravan gebruikt u de speciaal hiervoor ontwikkelde Vario-Clip-Hobby.
5.9 Fietsendrager* De Luxe easy* Het rijgedrag van de voertuigcombinatie verandert aanzienlijk met een beladen fietsendrager. Pas de rijsnelheid aan deze omstandigheden aan: • Let erop dat de toelaatbare steunlast bij een beladen fietsendrager volledig benut en overeenkomstig gecorrigeerd wordt. • Ook bij optimale belading daalt de kritische snelheid dramatisch. • De bestuurder van het voertuig is verantwoordelijk voor een veilige bevestiging van de fietsen.
5.10 Dakluifel* Voor het achteraf monteren van dakluifels zijn passende adapters en aanbouwdelen beschikbaar. Laat u a.u.b. informeren bij uw Hobbydealer. De dakluifel moet in principe door een erkend bedrijf worden gemonteerd. De maximaal toegestane breedte en hoogte mogen door de aanbouw van een zonneluifel niet worden overschreden. Door de aanbouw van een zonneluifel kan het naloop-/rijgedrag van de caravan negatief worden beïnvloed.
05-12
6. Opbouw binnen 6.1 Deuren, kleppen en schuifladen Keukenbovenkast Premium Openen 1 • Trek greep j aan de lange zijde naar voren en klap hem naar de korte kant toe in. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit. Alleen de kleppen van de keukenbovenkasten beschikken over een extra vergrendeling. De overige bovenkastkleppen sluiten door de veerkracht van de scharnieren.
Meubeldeuren met klink Deur wasruimte • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. Meubeldeuren met draaiknop Kledingkast • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten. Keukenladen/-kasten met drukslot 1 Elke afzonderlijke lade wordt beveiligd door een aparte Pushlock j. 2 Openen • Druk op de pushlock j (drukknop-sluiting) totdat de knop naar buiten springt. • Trek aan de greep k totdat de lade opengaat resp. de deur open is. Sluiten • Schuif de lade dicht k resp.
Meubeldeuren met sluitmechanisme Keukenbovenkasten De Luxe easy, De Luxe, Excellent, Prestige, Landhaus Openen • Raak de toets aan en open de meubeldeur d.m.v. de greep. Sluiten • Sluit de meubeldeur d.m.v. de greep. Meubeldeuren met soft-close Bovenkasten, bergruimten, apothekersladen Openen • Open de meubeldeur bij de greep. Sluiten • Sluit de meubeldeur bij de greep.
Draaikast hoekkeuken Ontgrendel de deur van de hoekonderkast door op het drukslot j te drukken. Open vervolgens de deur bij de k greep. 1 Draai de twee planchetten voorzichtig uit de kast door er licht aan te trekken. 2 Het sluiten van de hoekonderkast gebeurt in omgekeerde volgorde. Sluit vóór vertrek alle kleppen en schuifladen goed af. Zo wordt voorkomen dat de kleppen tijdens de rit onbedoeld open gaan en er voorwerpen naar buiten kunnen vallen. 6.
6.3 Tafels Zuilheftafel Laten zakken • Draai de hendel j 180°. • Laat de tafel zakken door op het tafelblad te drukken. • Draai de hendel j weer terug en borg het tafelblad. Draaien • Draai de kartelschroef k los. • Draai de tafel desgewenst (excentrisch). • Draai de kartelschroef k weer aan om het tafelblad vast te zetten.
Hangtafel 3 4 1 2 06-6 Laten zakken • Til het tafelblad aan de voorzijde ca. 30° op. • Trek het onderste deel van de tafelpoot j naar beneden, klap hem 90° om en leg hem er tegenaan. • Klap de steunvoeten k 90° uit. • Trek het tafelblad uit de bovenste wandhouder l. • Til het tafelblad aan de voorzijde een flink stuk op en haak het in de onderste m wandhouders. • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de steunvoeten.
Zwenktafel Laten zakken • Beweeg de beugelgreep j aan de rechterzijde naar boven. • Draai het tafelblad naar beneden naar het midden van het voertuig totdat de vergrendeling vastklikt. Draaien • De tafelpoten zijn voorzien van wieltjes in een hoek van 45°, waarmee de tafel desgewenst om zijn middelpunt kan worden gedraaid. De zwenktafel is niet aan de vloer bevestigd. Voordat u begint te rijden moet de tafel worden neergelaten en de wieltjes met de bijgeleverde transportbeveiligingen worden geborgd.
* Bedverbreding voor L-bedden Door de bedverbreding kunnen de twee lengtebedden worden uitgebreid tot één groot litsjumeaux. 1 • Til het nachtkastelement j op en verwijder hem. • Trek aan de greep k en trek de lattenbodem l er volledig horizontaal uit. • Leg het extra kussen m op de lattenbodem. 2 3 4 Hoofdsteunen (Premium)* De hoofdsteunen kunnen handmatig in verschillende standen worden vergrendeld.
6.5 Kinderbedden • Ramen bij kinderbedden zijn beveiligd tegen onbedoeld openen, zodat wordt voorkomen dat kinderen naar buiten vallen. Denk bij gebruik van het bovenste bed door kleine kinderen aan het risico van vallen. Laat kleine kinderen nooit zonder toezicht in de caravan achter. De maximaal toegestane belasting van het bovenste bed is 75 kg. 6.6 Ramen Uitzetramen Openen Er zijn meerdere standen instelbaar. • Grendel in verticale positie draaien. • Raam naar buiten duwen tot een klik gehoord wordt.
Rolgordijnen Verduisteringsrolgordijn sluiten • Trek het verduisteringsrolgordijn aan het lipje tot in de gewenste positie naar beneden en klik hem vast. Het rolgordijn blijft in deze stand vergrendeld. Verduisteringsrolgordijn openen • Trek het verduisteringsrolgordijn aan het lipje even voorzichtig naar beneden en laat het dan langzaam naar boven oprollen. Het rolgordijn rolt automatisch naar boven. Insectenhor sluiten • Insectenhor aan de strip geheel omlaag trekken en loslaten.
6.7 Dakluiken Veiligheidsaanwijzingen • Open het dakluik niet als het hard waait, regent, hagelt enz., of bij buitentemperaturen onder -20°C! • Gebruik niet teveel kracht bij het openen van de dakluiken bij vorst of sneeuw, omdat het risico bestaat dat de scharnieren en het openingsmechanisme breken. • Verwijder sneeuw, ijs of vuil voordat u het dakluik opent. Houd rekening met de ruimte die het geopende dakluik inneemt als u het onder een boom of in een garage opent. • Ga niet op het dakluik staan.
Klein dakluik Luik openen • Het dakluik kan tegen de rijrichting in worden opengezet in drie standen. Druk op de vergrendelknop aan de zijkant, zet het dakluik met de instelbeugel in de gewenste stand en klik hem vast. De maximale openingshoek bedraagt 50°. Luik sluiten • Maak de instelbeugel uit het vergrendelpunt los en sluit het dakluik. Het luik is in gesloten toestand automatisch vergrendeld.
7. Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies De elektrische installatie in HOBBY-caravans is uitgevoerd overeenkomstig de geldende voorschriften en normen. Let op het volgende De veiligheidsinstructies resp. risicowaarschuwingen op de elektrische onderdelen mogen niet worden verwijderd. Installatieruimten in de buurt van elektrische inbouwapparaten als zekeringverdeelkasten, stroomvoorzieningen enz. mogen niet worden gebruikt als extra bergruimte.
7.2 Bedieningspaneel Keukenlamp Plafondlamp 5 8 Elektrische boiler 9 Voortentlamp Vloerverwarming 7 10 Memory 6 Waterniveau-indicatie 14 Hoofdschakelaar 12 Bedieningspaneel (De Luxe easy) Het systeem bestaat uit besturingselektronica, een standaard- of LCD-paneel (modelspecifiek of optie) met toetsendisplay en verscheidene besturingspanelen met drie toetsen. Hiermee kunnen de diverse lampen en enkele 230V-apparaten worden bediend.
Sfeerverlichting 2 4 Plafondlamp 5 Keukenlamp 8 Voortentlamp 7 Wandlamp 1 Elektrische boiler 9 Sfeerverlichting 1 Vloerverwarming 2 10 Sfeerverlichting 3 3 Waterniveau-indicatie Memory 14 6 Hoofdschakelaar 12 Standaard bedieningspaneel (De Luxe/Excellent/Prestige) 07-3
Sfeerverlichting 2 4 Plafondlamp Keukenlamp 5 8 Voortentlamp 7 Wandlamp 1 Elektrische boiler 9 Sfeerverlichting 1 Vloerverwarming 2 10 Sfeerverlichting 3 3 Memory 6 Draaiknop met toets Menu LCD Display 14 11 Hoofdschakelaar 12 LCD-bedieningspaneel (Premium/Landhuis of optie) 07-4
Functie hoofdschakelaar 12 • Nadat de caravan voor het eerst is aangesloten op het 230V-stroomnet moet de hoofdschakelaar of een willekeurige functietoets worden geactiveerd om alle 12V-apparaten en de via het systeem aangesloten 230V-apparaten (bijv. warmwaterboiler, vloerverwarming) aan te zetten. • Als de installatie in bedrijf is, wordt door het kort indrukken van de hoofdschakelaar de verlichting helemaal uitgeschakeld. Alle permanente 12V-voorzieningen (bijv.
Wandlampen 1 en plafondlamp 5 (niet bij De Luxe easy) • Door deze toets kort in te drukken wordt de desbetreffende verlichting in- en uitgeschakeld. Door de toets langer ingedrukt te houden kan de lichtsterkte worden geregeld. De ingestelde lichtsterkte wordt opgeslagen, zodat deze na het uit- en weer inschakelen van de lamp bewaard blijft. Als de stroomvoorziening van het systeem onderbroken is geweest, dan brandt de wandlamp de eerstvolgende keer dat hij wordt ingeschakeld op maximaal vermogen.
Keukenlamp 8 • Door deze toets kort in te drukken wordt de keukenlamp in- en uitgeschakeld. Elektrische boiler met LED-display 9 • Door deze toets kort in te drukken wordt de elektrische boiler in- en uitgeschakeld. Als de elektrische boiler is ingeschakeld, wordt dit aangegeven door een oplichtende LED. • M.b.v. de hoofdschakelaar 12 kan ook de elektrische boiler worden uitgeschakeld. • Bij de optie elektrische boiler wordt deze i.p.v. de elektrische boiler in- en uitgeschakeld. Bij enkele opties (bijv.
Niveau-indicator 14 Door deze toets kort in te drukken wordt het niveau van de drinkwatertank weergegeven m.b.v. een reeks LED’s. De inhoud van de drink- en vuilwatertank wordt weergegeven in vijf stappen.
Kinderschakelaar In alle voertuigen met een scheidingswand in de entree bevindt zich bij de toegangsdeur een speciale schakelaar, op een voor kinderen bereikbare hoogte. Met deze schakelaar kan de hoofdverlichting worden in- en uitgeschakeld. Afstandsbediening* • Met de handzender kunnen zes functies van het bedieningspaneel op afstand worden aan-/uitgeschakeld.
huidige tijd huidige datum Standaardfuncties LCD-scherm Basismenu • Als gedurende ca. 30 seconden geen navigatietoets wordt ingedrukt, verschijnt het basismenu. Dit menu is niet verlicht. Tijd • In dit veld wordt de huidige tijd weergegeven. Datum • In dit veld wordt de huidige datum weergegeven.
Niveauaanduiding drinkwatertank • Na eenmaal naar rechts of links draaien verschijnt het menu voor de weergave van het drinkwaterniveau in de tank. • In het voorbeeld is de tank voor een kwart gevuld. Aanduiding en meting vinden plaats in de volgende stappen: leeg, 1/4, 1/2, 3/4 en vol. Buitentemperatuur • Na nogmaals draaien naar rechts verschijnt het menu voor de weergave van de buitentemperatuur. De buitentemperatuursensor bevindt zich onder de vloer links of rechts van de buitendeur.
Airconditioning* De volgende functies van de klimaatinstallatie kunnen worden ingesteld via de bedieningseenheid: - On/Off – AAN/UIT - Cool Mode: koeling en ventilatie Cool Low / Cool / Cool High - Fan Mode: alleen ventilatie Fan Low / Fan High Bovengenoemde functies zijn alleen beschikbaar bij CI-compatibele klimaatinstallaties. Bij enkele modellen met airconditioning kunnen de functies enigszins afwijken. Alde warmwaterverwarming* De Alde warmwaterverwarming kan behalve m.b.v.
Instellen van tijd, wektijd en datum • Nadat men gedurende enige tijd (ca. 2 seconden) de menuknop ingedrukt heeft gehouden, komt men in het menu voor het instellen van de huidige tijd, de huidige datum, de wektijd en voor het in- en uitschakelen van de wekfunctie. • Binnen dit menu kan men met de pijltoetsen “rechts” en “links” de verschillende instelwaarden selecteren.
Accu opladen Accu wordt ontladen: Stroomafname: Resterende looptijd tot aan de ontlading: Oplaadniveau: 5A 8 uur 50% Accu wordt opgeladen: Laadstroom: Verwachte laadtijd: Oplaadniveau: 7A 4,5 uur 60% Als de oplaadniveau-indicatie geen waarde aangeeft, moet de intelligente accusensor opnieuw worden gekalibreerd. Dit doet het systeem normaliter automatisch. Tijdens de kalibratie van de sensor mag de laad- resp. ontlaadstroom niet groter zijn dan 150mA.
WLAN-module * Het Hobby CI-BUS boardmanagement kan maximaal 15 apparaten met elkaar in een netwerk verbinden, zodat ze via een centraal bedieningspaneel kunnen worden bediend en de diverse functies op een display worden weergegeven (Standaard). Gekoppeld aan een WLAN-module kunnen alle functies van het LCD-bedieningspaneel draadloos via smartphone, tablet of notebook worden bediend.
Nadat het netwerk is geselecteerd, het wachtwoord is ingevoerd en de knop “Verbinden” is ingedrukt, kan in de webbrowser de pagina http://192.168.0.1 worden opgeroepen. Door verder aan de draaiknop op het bedieningspaneel te draaien en de menuopties te bevestigen komt men terecht bij de gegevens van de webserver, die nodig zijn om de gegevens in de webbrowser te openen.
Op dit moment wordt het gebruik van een surfstick nog niet ondersteund. Zorg er beslist voor dat de WLANfunctie via het WLAN-menu op het LCD-scherm wordt aan- en uitgeschakeld. Na het uitschakelen verschijnt op de het display gedurende ca. 60 seconden de indicatie “WLAN shutdown”. Nadat de indicatie “WLAN: Off” is verschenen kan de gehele stroomvoorziening van de caravan worden uitgeschakeld.
7.3 Stroomvoorziening De caravan kan op de volgende manieren van stroom worden voorzien: - via een 230V-aansluiting op het elektriciteitsnet (50 Hz.) - via het trekkende voertuig: door een verbinding met de 13-polige stekker (beperkt aantal functies). - via een ingebouwde hulpaccu *. Alle 12V-gebruikers als verlichting, watervoorziening enz. zijn beschikbaar. Stroomvoorziening via netaansluiting De caravan moet worden aangesloten via de 230V-toevoerstekker CEE in de zijwand van het voertuig.
5 4 Ontkoppelen • Schakel de zekeringsautomaat m uit door de wipschakelaar n naar beneden te drukken. • Duw de hendel l in de buitencontactdoos naar beneden. • Trek de CEE-stekker k eruit. • Duw de afdekklep j naar beneden totdat deze vastklikt. Het zekeren van de 230V-installatie gebeurt d.m.v. een tweepolige 13 A-zekeringsautomaat m, die zich in de kledingkast bevindt. (Met uitzondering van inbouwapparaten als Ultraheat, warmwaterverwarming enz.
Stroomvoorziening via trekkend voertuig Tijdens het rijden neemt de accu van de auto de stroomvoorziening van de 12V-apparatuur voor zijn rekening als contactpunt 9 van de 13-polige stekker op de contrastekker van de auto is aangesloten. Toewijzing van het 13-polige stekker (systeem Jäger) Contactpunt Circuit 1 Richtingaanwijzer, links 2 Mistachterlicht 3 Massa (voor circuits nr.
Aardlekscakelaar 2 Uw voertuig is standaard uitgerust met een FIaardlekschakelaar voor de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele foutstroom. De schakelaar is bij elk voertuig in de garderobekast ingebouwd. Aan de aardlekschakelaarmogen geen reparaties worden uitgevoerd. Een FI-veiligheidsschakelaar biedt geen bescherming tegen het gevaar van een elektrische schok. 1 Na ingebruikneming van de elektrische installatie moet de werking van de aardlekschakelaar worden gecontroleerd.
Werking m.b.v. hulpaccu (Autark-pakket) Laadregelaar in de garderobekast aan de wand • Er mogen uitsluitend accumulators met gebonden elektrolyten (Gel- of AGM-accu’s) ingebouwd worden op door de fabrikant aangeven plaatsen. • De geïnstalleerde gel-accu mag niet worden geopend. • Gebruik bij vervanging van de hulpaccu alleen een accu van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit.
Op de accupool is een intelligente accusensor (IBS) aangesloten, die uiterst nauwkeurig de actuele stroom en de actuele spanning bewaakt. Het is mogelijk om de bedrijfsduur van de accu bij het huidige verbruik van tevoren exact te bepalen. De IBS geeft tijdig aan wanneer de accu moet worden vervangen en brengt d.m.v. een actief energiemanagement de prestatie-eisen van de diverse apparaten en de lading van de accu met elkaar in evenwicht.
• Controleer vóór iedere reis het laadniveau van de accu (zie pagina 07-13). Breng zo nodig een netaansluiting tot stand en activeer de hoofdschakelaar om de accu op te laden. • Laat de hoofdschakelaar tijdens het gebruik van de caravan ingeschakeld, opdat de accu regelmatig wordt opgeladen. • Vergeet niet de drukschakelaar op de batterijhouder te activeren. • Benut tijdens uw reis iedere gelegenheid om de accu op te laden.
Toewijzing zekeringen De zekeringen van de afzonderlijke interne stroomkringen bevinden zich in de lichtregelmodule. De zekeringen zijn als volgt gerangschikt (van links naar rechts): Bij sommige modellen kan er sprake zijn van geringe afwijkingen in de toewijzing. De Luxe/Excellent/Prestige/Premium/ Landhaus Stroomkring 1 (7,5 A): kinderbedlampen, klerenkastlamp (alleen WLU), voortentlamp, wandlampen, plafondlamp, bedlampen.
Uw caravan beschikt tevens over een gecombineerde voortent-buitencontactdoos met antenne-aansluiting (Deze is optioneel bij De Luxe en De Luxe easy.). Hierop kan bijv. een TV in de voortent worden aangesloten. De geïntegreerde antenne-aansluiting kan afhankelijk van de gewenste bekabeling als ingangs- resp. uitgangsbus worden gebruikt. Meer informatie is verkrijgbaar bij uw Hobby dealer (zie ook 6.2).
10 13 12 11 1, 5 1, 5 1, 5 1, 5 1, 5 2, 5 1, 5 1, 5 oranje 2,5 blau / w eiß 2, 5 blauw weiß /blauw/wit rot 2, 5 wit/rood1,5 violet t paars w e i ß / bl au 2, 5 wit/blauw b l au 9 8 9 10 11 12 13 orange 8 7 rood s c hwarz zwart ro t 6 7 6 geel blauw b l au wit w ei ß groen g rü n bruin g el b b ra u n 1 2 3 4 5 Q u e rsch n i tt Verbruiksapparaat S t rom vers orgung (Dauerplus ) 1,5 achteruitrijlicht S t rom vers orgung, Zünds c ha lt er ges t euert 2,5 stroomvoorziening (continu
7.
De Luxe/Excellent/Prestige/Premium/Landhaus Elektrische boiler vloerverwarming toevoerleiding 1 2 34 35 S39 naar laadregelaar aansturing RE+(alleen selfsupporting 12V) 36 3 40 S40 10/11 van ontstekingsplus voertuig +- +- +1 S41 zekeringen 7,5A 15A ++ - - 7,5A 7,5A 7,5A S37 4 wandlamp dimmer brug van S37 naar 4 keuken 9 en 13 van voertuig of verbinding met laadregelaar aansluiting accu bij selfsupporting / 12V plus stroomvoorziening aardleiding radiografie 38 39 S38 naar laadregela
7.7 Speciale verlichting De hier beschreven verlichting wordt direct op het apparaat aan- en uitgeschakeld en is niet centraal regelbaar via het bedieningspaneel. Hoeklampen 1 Spot j en geïntegreerde verlichtingszuil k zijn afzonderlijk te bedienen. 2 3 De verlichting van de klerenkast l wordt bij opening van de kledingkastdeuren geactiveerd via een geïntegreerde contactschakelaar (niet te bedienen via het bedieningspaneel). De LEDlamp werkt op batterijen.
8. Water 8.1 Algemeen Aanbevolen wordt het getapte water vóór gebruik bijzonder kritisch te proeven. Aanwijzingen • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen. • Om een perfecte waterkwaliteit te kunnen waarborgen, dient het water zo mogelijk rechtstreeks uit het openbare drinkwaternet te worden getapt.
8.2 Watervoorziening Vaste drinkwatertank De tank j heeft een volume van 25 resp. 50 l (afhankelijk van het model). Het (bij)vullen van de tank met vers water vindt plaats via de vulopening k in de zijwand. 1 3 De vulopening van de verswatertank is gekenmerkt door een blauwe afsluitdop en een waterkraansymbool op de onderste rand van het frame. De afsluitdop wordt met de meegeleverde sleutel voor de sloten van zijluik en toegangsdeur geopend of afgesloten.
Tijdens de reis kan de afvalwatertank k ruimtesparend in de disselbak worden geplaatst. Uitzondering: Bij het model Landhuis wordt de vuilwatertank onder het F-bed opgeborgen. (bereikbaar via de serviceklep) 4 Tap vóór elke rit de vuilwatertank af en zet deze vast met de bevestigingsriem in de gasfleskast. Tap bij bevriezingsgevaar de vuilwatertank af. Laat nooit kokend water in de afvoer van de wasbak weglopen. Dit kan leiden tot vervormingen en lekkage in het afvalwatersysteem.
Boiler aanzetten gebruiken • Al naar gelang de stand van de mengkraan/ kranen resp. de voormengkraan wordt het water gemengd en op de ingestelde temperatuur gebracht. Waterinstallatie leegmaken 6 8 7 • Schakel de stroom voor de waterpomp uit op het bedieningspaneel p door lang (4 sec.) op de hoofdschakelaar te drukken. • Draai alle kranen q half open. • Hang de handdouche naar boven in de douchestand. • Open de overloopventielen o van de boiler.
• Bij aansluiting op een centrale watervoorziening of bij krachtiger pompen moet een reduceer-afsluiter geïnstalleerd worden. In de boiler mag slechts een druk heersen van maximaal 1,2 bar. Tevens moet een veiligheids-/aflaatventiel in de koudwatertoevoerleiding worden geplaatst. • Geadviseerd wordt, het water uit de boiler niet als drinkwater te gebruiken. Sluit de boiler nooit zonder water aan op het stroomnet. Raadpleeg a.u.b. ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.
10.3 Boiler * De optionele boiler met een inhoud van ca. 14 liter verwarmt het water boven een gasbrander of – afhankelijk van het model – tevens elektrisch (optioneel) m.b.v. een geïntegreerd verwarmingselement. Hij vervangt de standaard Truma elektrische geiser. Zet voor het begin van elke reis de schoorsteenkap op de uitgeschakelde boiler. Voordat u de boiler in gebruik neemt, dient u de schoorsteenkap er beslist af te halen. Maak de boiler leeg bij vorstgevaar.
Werking op gas 50 Boiler 40 • Verwijder de schoorsteenkap. • Open de gasfles en de snelsluitklep in de gasleiding. • Schakel de boiler in m.b.v. de draaischakelaar op het bedieningspaneel; er gaat een groen controlelampje branden. • Stel de gewenste watertemperatuur in m.b.v. de draaiknop (ca. 30°C–70°C). 30 60 70 Werking op elektriciteit Boiler EL • Schakel de boiler in via het bedieningspaneel; het controlelampje gaat branden.
8.4 Toilet 1 2 3 Voorbereiding van de toilettank Voordat u het toilet kunt gebruiken, moet u eerst de toilettank volgens nevenstaande afbeeldingen 1 tot 11 voorbereiden. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Voeg nooit sanitaire (reinigings) middelen rechtstreeks toe via schuif of toiletpot, omdat dit de schuifpakking van de toilettank zou kunnen beschadigen. Voeg de vloeistoffen altijd toe via de aftappijp (afb. 6). Het is raadzaam op de ontluchtingsknop (afb.
Gebruik van het toilet Het toilet kan worden gebruikt met geopende of gesloten schuif. Om de schuif te openen, draait/ schuift u de bedieningsknop/hendel (afhankelijk van de uitvoering) tegen de wijzers van de klok in. Laat geen water in de toiletpot staan als het toilet niet wordt gebruikt. Het leidt tot vermindering van onaangename geurtjes. U spoelt het toilet door enkele seconden op de spoelknop te drukken. Sluit de schuif na elk gebruik.
08-10
9. Gasinstallatie 9.1 Algemene veiligheidsregels voor het gebruik .van vloeibaargasinstallaties De gaswerkdruk bedraagt 30 mbar. Inspectie van de gasinstallatie • Laat de vloeibaargasinstallatie vóór de eerste ingebruikneming door een deskundige controleren. • Ook de gasdrukregelaar en afvoerleidingen moeten gecontroleerd worden. • Wij adviseren de gasdrukregelaar uiterlijk na 6 jaar te vervangen. • De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de inspectie.
• Drukregelaars moeten een vaste uitgangsdruk van 30 mbar hebben. Hiervoor gelden de normeisen van EN 12864, bijlage D. De doorstroomhoeveelheid van de regelaar moet 1,2 kg/h bedragen. • Sluit de drukregelaar zorgvuldig handmatig op de fles aan. Daarbij geen sleutels, tangen of vergelijkbaar gereedschap gebruiken. • Gebruik bij temperaturen beneden 5°C een ijsbestrijdingsinstallatie (IJs-Ex) voor regelaars. Vóór de ingebruikneming • Ventilatieopeningen vrijhouden. • Schoorsteen zo nodig van sneeuw ontdoen.
9.2 Gasvoorziening De caravan is voorzien van een propaangasinstallatie. Deze installatie voedt de volgende toestellen: - kooktoestel - koelkast - verwarming - evt. warmwaterboiler - evt. speciaal toebehoren - evt. oven Disselbak 3 4 2 1 5 De disselbak is berekend op 2 x 11 kg propaangasflessen j. De gasflessen zijn via een veiligheidsregelaar k met een slang m op de toevoerleiding n aangesloten. Elke fles is met twee aparte riemen l aan de bodem van de gasfleskast en aan de caravanwand bevestigd.
Gasfles verwisselen Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt. Besproei de aansluitpunten daartoe met lekzoekspray. • Open de klep van de disselbak. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. • Schroef de gasdrukregelaar en de gasslang met de hand van de gasfles af (linkse schroefdraad). • Maak de bevestigingsriemen los en neem de gasfles eruit. • Zet de volle gasfles in de disselbak.
9.3 Gas-buitencontactdoos * De gas-buitencontactdoos kan worden gebruikt voor de aansluiting van gasapparaten (bijv. grill). Voor het aankoppelen ervan wordt de insteekverbinding in de veiligheidskoppeling gestoken. De insteekverbinding kan alleen worden aangekoppeld als de snelafsluiter j gesloten is. Door de koppelingshuls terug te schuiven kan de veiligheidsvergrendeling worden losgedraaid. 2 1 • De werkdruk van de aan te sluiten apparaten moet 30 mbar bedragen.
09-6
10. Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbouwapparatuur van de caravan. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. Voor verdere informatie over de afzonderlijke inbouwapparaten verwijzen wij u naar de bijbehorende gebruikershandleidingen, die te vinden zijn in de blauwe servicemap in de caravan. Reparaties aan inbouwapparaten mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd.
10.2 Heteluchtverwarming Het tijdens het rijden aan hebben staan van de kachel is ten strengste verboden. Inbouwpositie - In de kledingkast of in de schouw Vóór de ingebruikneming • In de caravan zijn diverse luchtafvoeropeningen ingebouwd. Via buizen wordt de warme lucht naar de luchtafvoeropeningen geleid. Draai de uitmondingen zo, dat de warme lucht daar terechtkomt, waar u deze wilt. • Controleer of de schoorsteen vrij is. Verwijder beslist eventuele afdekplaten.
• Dooft de vlam opnieuw, dan volgt tijdens de sluittijd van de ontstekingsbeveiliging (ca. 30 seconden) een onmiddellijke herontsteking. • Als er geen vlamvorming tot stand komt, blijft de ontstekingsautomaat werken totdat de bedieningsknop j op ‘0’ wordt geschakeld. 1 Als de verwarming voor het eerst in gebruik wordt genomen, is er sprake van lichte rookvorming en een aparte geur. Draai de verwarming direct d.m.v. de bedieningsknop j op stand “5” en zet het luchtcirculatiesysteem op de hoogste stand.
Luchtcirculatiesysteem 2 De verwarming van uw caravan is voorzien van een luchtcirculatie-installatie. Deze verdeelt de warme lucht via diverse luchtafvoeropeningen over de gehele binnenruimte. Elk van de luchtafvoeropeningen kan zo gedraaid en geopend worden dat de warme lucht met de gewenste sterkte naar de gewenste plaats wordt geblazen. De gewenste verwarmingscapaciteit kan worden ingesteld met de draaiknop. De draaiknop k bevindt zich in het verwarmingspaneel.
10.3 Elektrische extra verwarming* De elektrische bijverwarming (Ultraheat) werkt alleen als de caravan op de 230V-stroomtoevoer is aangesloten. De elektrische bijverwarming is geïntegreerd in de heteluchtverwarming. Daardoor zijn er drie verwarmingsmogelijkheden: - verwarming alleen op gas - gas- en elektrische verwarming gecombineerd - verwarming alleen op elektriciteit Met de elektrische bijverwarming wordt de caravan sneller warm.
Inschakelen 5 7 Ultraheat 3 1 9 230 V ~ 2000 500 1000 Standaard draaischakelaar Ultraheat aan/uit Binnentemperatuur Vermogensstand 500 - 1000 - 2000 W • Zet de draaiknop op de gewenste vermogensstand (het groene controlelampje is aan tijdens ‘bedrijf’). • Stel de gewenste binnentemperatuur in met behulp van de draaiknop. Uitschakelen • Schakel de verwarming uit m.b.v. de draaischakelaar.
10.5 Warmwaterverwarming* Tijdens het rijden mag de warmwaterverwarming niet ingeschakeld zijn. De verwarming op vloeibaar gas Compact 3010 is een warmwaterverwarming met aparte warmwaterboiler (inhoud: 8,5 l). Het verwarmingssysteem kan worden verwarmd zonder dat de warmwaterinstallatie met schoon water is gevuld. Installatieplaats • In de kledingkast. Belangrijke aanwijzingen • Lees a.u.b. vóór ingebruikneming van de verwarming de aparte gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Bedieningseenheid In ruststand wordt weergegeven welke functies van de verwarming geactiveerd zijn; de achtergrondverlichting op de display is uitgeschakeld. De bedieningseenheid gaat – als er geen knop wordt ingedrukt – vanuit de instelstand na twee minuten automatisch over in de ruststand; ook kan de rustfunctie met de pijltjestoetsen worden ingesteld.
Instelling van de gewenste temperatuur (+5°C tot +30°C) door op – of + te drukken in stappen van 0,5°C. Bij het inschakelen is er steeds warm water beschikbaar (50°C), dat met vloeibaar gas of elektrisch wordt verwarmd. Instelling voor warm water Indien er meer warm water nodig is, kan de temperatuur tijdelijk worden verhoogd van 50°C naar 65°C. Na 30 minuten schakelt de verwarming weer over op normaal bedrijf. Hoeveelheid verhogen met +, warm water uitzetten met –.
Menu Tools vrijgeven Via het menu Tools kunnen de overige functies van de bedieningseenheid worden geregeld. Om het menu Tools vrij te geven moeten – zoals hier links aangegeven – de volgende symbolen worden aangeraakt: Functies van het menu Tools 1 2 3 4 5 10-10 Pijlsymbolen: om te kunnen wisselen tussen de diverse toolvelden. Instelling van de klok om functies als automatische start of automatische temperatuur te kunnen gebruiken. Automatische temperatuurverandering om temperaturen bijv.
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 Continubedrijf van de pompen, om de voorraad warm water met name bij een geringe verwarmingsbehoefte te beperken. Pomp AUTO / 12V – In de AUTO-stand werkt de 230V-pomp standaard; zodra de 230V-stroomvoorziening wordt onderbroken, start de 12V-pomp. In de 12V-stand wordt de 12V-pomp ook gebruikt als de 230Vstroomvoorziening is aangesloten. Pompsnelheid instellen.
Foutmeldingen Foutmeldingen worden op de display weergegeven. (paneel in ruststand) Accu laag: Uitval van de ventilator: Gasuitval: Zodra de spanning daalt onder 10,5V, wordt de verwarming uitgeschakeld. Automatische reset boven de 11V. Onjuiste ventilatorsnelheid. Automatische reset na 5 minuten. Gasfles leeg. Reset door uitschakelen of herstarten. Oververhitting rood: Voor reset: 12V-stroomvoorziening onderbreken en weer aansluiten.
10.6 Koelkast Er worden koelkasten ingebouwd van de fabrikant Dometic. Bij hoge buitentemperaturen kan het volledige koelvermogen alleen worden gegarandeerd door voldoende ventilatie. Verwijder zo nodig op staanplaatsen het ventilatierooster van de koelkast, om een betere ventilatie te verkrijgen. Schakel de koelkast minstens 12 uur voordat u hem in gebruik neemt in, en bewaar er zoveel mogelijk alleen voorgekoelde waren in. Werking De koelkast werkt op drie manieren.
• Draai de thermostaat volledig open en houd deze ingedrukt. De koelkast ontbrandt ofwel automatisch ofwel door te drukken op de knop voor handmatige ontsteking (afhankelijk van het model). • Laat de thermostaat los nadat de brander is ontstoken. Herhaal de laatste stap als er geen ontsteking heeft plaatsgevonden. • Regel het koelvermogen met de thermostaat. • Uitschakelen: draai de energiekeuzeschakelaar in de 0-stand. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de koelkast.
Uitneembaar vriesvak (Slim Tower) Het vriesvak kan naar keuze worden verwijderd om meer ruimte te creëren. Vriesvak verwijderen • Klap de veiligheidsklemmen onder het vriesvak naar beneden. • Schuif beide klemmen naar het midden. • Trek het vriesvak enigszins naar voren. • Haak de deur los. • Verwijder de bodem Het bewaren van levensmiddelen • Bewaar levensmiddelen altijd in een gesloten verpakking, aluminiumfolie o.i.d. • Zet nooit warme levensmiddelen in de koelkast – laat ze eerst afkoelen.
10.7 Kooktoestel Het keukenblok van de caravan is uitgerust met een 3-pits-kooktoestel. Vóór de ingebruikneming • Flesventiel en snelsluitventiel in de gastoevoerleiding openen. • Bij gebruik van het kooktoestel moet het dakluik of het raam geopend zijn. • Bedieningsknoppen van kooktoestellen die bij inschakelen voor ontsteking moeten worden ingedrukt, moeten automatisch terugveren. • Vóór het eerste gebruik van het kooktoestel moeten de evt.
Gebruik van het kooktoestel 1 • Open het deksel j van het kooktoestel. • Draaiknop k van de gewenste brander in de ontstekingsstand (grote vlam) zetten en indrukken. • Steek de brander aan met een gasaansteker, lucifer of aansteker. • Draaiknop k 10-15 seconden ingedrukt houden. • Draaiknop k loslaten en op de gewenste instelling (grote of kleine vlam) draaien. • Indien de ontsteking mislukt, de procedure vanaf het begin herhalen.
10.8 Afzuigkap* De kookinstallatie is optioneel verkrijgbaar met een afzuigkap. De ingebouwde ventilator leidt de kookdampen rechtstreeks naar buiten. Zet de afzuigkap aan door op de rechter toets te drukken. Door het vasthouden van de ventilatortoets kan de zuigkracht van de ventilator in 15 verschillende standen worden gezet. Behalve via het bedieningspaneel kan de keukenverlichting worden aan- en uitgeschakeld m.b.v. de linker toets.
• Als de brandervlam per ongeluk wordt gedoofd, zet dan de draaiknop in de nulstand en laat de brander minstens een minuut uitgeschakeld. Probeer pas daarna opnieuw de oven te ontsteken. • Gebruik de oven nooit zonder inhoud (te verwarmen gerechten). • Gebruik de grill* nooit langer dan 25 minuten en uitsluitend bij een geopende ovendeur. • De oven mag nooit worden gebruikt om de caravan te verwarmen. Inschakelen • Schakel de 12V-stroomvoorziening in via de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel.
10.10 Magnetron* 1 2 De keuken van de caravan kan worden voorzien van een 230V magnetron, die in de keukenbovenkast achter de kastdeur is weggewerkt. Het apparaat is geschikt voor het ontdooien, opwarmen en gaar laten worden van levensmiddelen voor particulier gebruik. Laat de kastdeur bij gebruik van de magnetron geopend. Gevaar voor oververhitting! Bediening • Kies het gewenste vermogen door aan de bovenste knop j te draaien.
11. Accessoires Neem voor het gebruik van de accessoires a.u.b. de uitvoerige gebruiksaanwijzingen, inbouwvoorschriften en schakelschema’s van de betreffende fabrikant in acht. Deze bevinden zich in de servicemap. • Elke verandering aan de oorspronkelijke staat van de caravan kan het rijgedrag en de verkeersveiligheid in gevaar brengen. • Accessoires en onderdelen voor in- of aanbouw die niet door HOBBY zijn goedgekeurd, kunnen leiden tot schade aan het voertuig en kunnen de verkeersveiligheid beïnvloeden.
11-2
12. Onderhoud en reiniging Onderhoudsschema 12.1 Onderhoud Voor de caravan en de geïnstalleerde onderdelen geld een vast onderhoudsschema. Voor het onderhoudsschema geldt • Laat het eerste onderhoud 12 maanden na datum eerste toelating door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Laat alle verdere onderhoudsbeurten één keer per jaar door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Voer het onderhoud aan alle inbouwtoestellen overeenkomstig de in de bijbehorende gebruikshandleidingen aangegeven onderhoudsschema‘s uit.
2 • Smeer om de 5000 kilometer de lagerpunten op de behuizing van de oploopinrichting k. Belangrijk: De frictie-elementen van de veiligheidskoppeling WS 3000 mogen in geen geval geolied of gesmeerd worden. • Controleer van tijd tot tijd de speling van de lagerpunten voor de schuifstang. • Alle glij- en lageronderdelen regelmatig van vuil ontdoen. De as(sen) van de caravan is/zijn uitgerust met compacte wiellagers.. Trommelnaaf, compactlagers en asmoer vormen een gesloten eenheid.
Stabilisatiekoppeling Houd het inwendige van de trekkogelkoppeling ter hoogte van de frictievoeringen schoon en vetvrij. Bij vuile frictievoeringen kan het oppervlak met schuurpapier, korreling 200-240, gereinigd worden. Reinig vervolgens het oppervlak met wasbenzine of spiritus. Alle bewegende lagerdelen en bouten moeten lichtjes worden geolied. Door regelmatige service en onderhoud verbetert u de werking en verhoogt u de levensduur en de veiligheid van uw WS 3000.
12.3 Remmen Eerste controle Bij de gebruikte wielremmen gaat het om nietzelfregelende trommelremmen. (Uitzondering: Premium) Om een perfect remvermogen te waarborgen moeten de wielremmen regelmatig worden bijgesteld. De eerste controle van de remmen moet na 500 km, alle verdere controles eens in de 10.000 km, uiterlijk na één jaar worden uitgevoerd. De controle moet in het KNOTT-servicehandboek door het uitvoerende garagebedrijf worden afgetekend.
12.4 Gloeilampen achterlichten vervangen De volgende beschrijving voor het vervangen van achterlicht-gloeilampen heeft betrekking op het modell De Luxe easy. Voor de modellen Premium en Landhuis worden andere achterlichten gebruikt, die helaas niet eenvoudig kunnen worden vervangen. Neem in dit geval contact op met uw caravandealer, die u graag behulpzaam zal zijn bij het vervangen van de lampen.
De volgende beschrijving voor het vervangen van achterlicht-gloeilampen heeft betrekking op de modelle De Luxe, Excellent und Prestige. • Verwijder de twee schroeven j. 1 • Neem de achterlichten van de lampdrager • Haal de gloeilamp met een draaibeweging uit de fitting. Vervang ze en monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
12.5 Ventileren Voldoende beluchting en ontluchting van het caravaninterieur is voor een behaaglijk binnenklimaat een absolute voorwaarde. Tevens wordt zo corrosieschade door condensvocht vermeden. Oppervlaktecondens ontstaat door - Gering ruimtevolume. - Adem en uitwaseming van de passagiers. - Naar binnen brengen van vochtige kleding. - Gebruik van het kooktoestel. Zorg voor voldoende ventilatie om schade door condensvorming te voorkomen! 12.
Droog lamphouders grondig af, omdat zich daar water kan ophopen. Gebruik in geen geval schuur- of oplosmiddelhoudende schoonmaakmiddellen. Wassen met hogedrukspuit Richt de straal van de hogedrukspuit niet rechtstreeks op stickers en stripings. Deze zouden kunnen loslaten. Lees de handleiding van de hogedrukspuit voordat u de caravan met een hogedrukspuit gaat wassen. Houd tijdens het wassen altijd minimaal een afstand van 700 mm in acht.
Het directe contact met kunststoffen als PVC, zacht-PVC en dergelijke (bijv. stickers) moet absoluut worden voorkomen. Door de oplosmiddelhoudende bestanddelen of hun contact met eerder beschreven kunststoffen is een overdracht van weekmakers en dus het bros worden van de onderdelen niet te voorkomen. Voor de wasbehandeling van de oppervlakken geldt • De lakoppervlakken zo nu en dan met was nabehandelen. Daarbij de gebruiksinstructies van de wasfabrikanten opvolgen.
Bodemplaat De bodemplaat van de caravan is voorzien van een speciale coating. Bij beschadiging moet deze beschermende laag direct worden hersteld. Behandel gecoate oppervlakken nooit met oliehoudende producten. De toevoeropening voor de verbrandingslucht bevindt zich onder de bodem van het voertuig en mag onder geen enkel beding worden aangetast door sproeinevel, undercoating e.d.. Chassis Zoutafzettingen brengen schade toe aan het gegalvaniseerde chassis en kunnen witte uitslag veroorzaken.
Binnenreiniging Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water, om vochtproblemen te reduceren. Voor stoelbekledingen, bankkussens en gordijnen geldt • Stoelbekledingen met een zachte borstel of een stofzuiger reinigen. • Sterk vervuilde zitkussens, bedspreien en gordijnen laten reinigen, niet zelf wassen! • Zo nodig voorzichtig met het schuim van een fijnwasmiddel reinigen. Reinigingsaanwijzingen voor stoffen die teflon bevatten • • • • Behandel vlekken altijd onmiddellijk.
Methode B: • Gebruik voor de droge reiniging uitsluitend milde, watervrije oplosmiddelen. • Bevochtig de doek en ga te werk als bij methode A. Deze methode is bijzonder geschikt voor het ver wijderen van: - was, kaarsen - potlood Chocolade of koffie moet alleen met lauwwarm water worden afgewassen. Voor tapijtvloeren geldt • Met stofzuiger of borstel reinigen. • Indien noodzakelijk met tapijtschuim behandelen of shamponeren.
Voor de toiletruimte geldt • Met neutrale vloeibare zeep en niet schurende doek reinigen. • Gebruik voor het schoonmaken van het toilet en de waterinstallatie alsook bij het ontkalken van de waterinstallatie geen azijnhoudend schoonmaakmiddel, omdat dit afdichtingen en delen van de installatie kan beschadigen. • De rubber afdichtingen van het toilet moeten regelmatig met water worden gereinigd en met een pakkingsmeermiddel (geen vaseline of andere plantaardige vetten) worden verzorgd.
Na beëindiging van de onderhoudswerkzaamheden alle spuitbussen met reinigings- of onderhoudsmiddelen uit het voertuig verwijderen! Bij temperaturen boven 50°C bestaat explosiegevaar! 12.7 Winterpauze voor de caravan Met dalende temperaturen eindigt voor veel kampeerders het seizoen. De caravan moet goed op de winterpauze worden voorbereid. In het algemeen geldt • Laat de caravan alleen overwinteren in een afgesloten ruimte als deze droog en goed geventileerd is.
Was het voertuig alleen op speciaal hiervoor bestemde wasplaatsen. Maak zo spaarzaam mogelijk gebruik van reinigingsmiddelen. Agressieve middelen als velgenreiniger belasten het milieu. Voor de reservoirs geldt • Waterleidingen en kranen schoonmaken, desinfecteren, ontkalken en helemaal aftappen. Laat de kranen open staan. • Maak de drinkwatertank schoon en leeg hem door de overloopbuis eruit te draaien. • Reinig en leeg de vuilwatertank. • Reinig en leeg de spoelwatertank en de toilettank.
12.8 Gebruik tijdens de winter Uw caravan is zo ontworpen dat hij ook in de winter kan worden gebruikt. Neem ook de aanwijzingen van de fabrikanten van de inbouwapparatuur over het gebruik tijdens de winter in acht. Voor het gebruik tijdens de winter adviseren wij u uw caravan volgens uw persoonlijke behoeften te optimaliseren. Uw Hobby-dealer adviseert u graag.
Voor de ventilatie geldt Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van het voertuig bij lage temperaturen condenswater. Om een goede binnenluchtkwaliteit te garanderen en schade aan de caravan door condenswater te voorkomen, is een voldoende ventilatie zeer belangrijk. • Sluit de ventilatieroosters niet af. • Verwarm het voertuig in de opwarmfase op maximaal vermogen. Open bergruimten, kasten, laden, kastdeuren, gordijnen, rolgordijnen en plissés.
12-18
13. Afvalverwijdering en milieubescherming 13.1 Milieu en reizen met de caravan Milieuverantwoordelijk gebruik Caravaners hebben vanzelfsprekend een bijzondere verantwoording voor het milieu. Daarom dient bij het gebruik van de caravan het milieu altijd te worden ontzien. Voor een milieuverantwoordelijk gebruik geldt • Rust en reinheid van de natuur niet verstoren of aantasten. • Afvalwater, fecaliën (menselijke afvalstoffen) en afval op correcte wijze afvoeren.
Voor fecaliën geldt • Gebruik voor de fecaliëntank alleen toegestane ontsmettingsmiddelen. Door installatie van een filtersysteem met actieve kool (accessoirehandel) kan het gebruik van ontsmettingsvloeistof mogelijk vermeden worden! Ontsmettingsvloeistof zeer zuinig doseren. Overdosering is geen garantie tegen eventuele geuroverlast! Legen • Fecaliëntank nooit te vol laten worden. Uiterlijk wanneer de vulstandindicatie brandt, de tank onmiddellijk legen.
14. Technische gegevens 14.1 Bandenspanningtabel Als vuistregel kan worden aangehouden, dat een volledig gevulde band elke twee maanden 0,1 bar druk verliest. Om schade of een klapband te voorkomen moet de bandenspanning regelmatig worden gecontroleerd. Bandenmaat 155/80 R 13 XL Luchtdruk in bar * 3,3 165 R 13 C 3,8 185 R 14 C 4,5 195/70 R 14 XL * 3,2 195 R 14 C 4,5 195/70 R 15 C 4,5 * XL of reinforced 14.
Type Leeggewicht [kg] Basisuitvoering [kg] Massa in rijklare [kg] T.t.tot. gew.
14.3 Basisuitrusting De basisuitrusting omvat alle uitrustingsstukken en vloeistoffen die voor een veilig en correct gebruik van het voertuig noodzakelijk zijn.
14.
Velgen Bandenmaat Lucht Vloer Tot. Spoor- SpanOp- Lengte Tot. [bar] lengte breedte breedte wijdte bouw- m. Gk Lengte lengte en Rl. Formaat Wielaansluiting Uitv.
C33L 560 WLU H49M 560 WLU H49H 560 CFe T58B 560 CFe T58K 560 CFe T58L 560 CFe T58H 610 UL A24M 610 UL A24H 645 VIP N57L 650 UMFe E25M 650 KMFe B33K • • • 695 VIP N57L 720 UML L26H 720 UKFe G45M 720 KFU M46M 770 CL S44E 770 CFf T60E 14-6 Veiligheidskoppeling Dissel VGB 16 MV 20-2425/1 KFL 20 A WS 3000 H50 ZHL 15 A 1600 1600 1600 VGB 16 MV 20-2425/1 KFL 20 A WS 3000 H50 ZHL 15 A 1600 VGB 16 MV 20-2425/1 KFL 20 A WS 3000 H50 ZHL 15 A VGB 16 MV 20-2425/1 KF
Velgen Bandenmaat Lucht Vloer Tot. Spoor- SpanOp- Lengte Tot. [bar] lengte breedte breedte wijdte bouw- m. Gk Lengte lengte en Rl. Formaat Wielaansluiting Uitv.
14.
maximale gewichtsverhoging TTM [kg] Asbelasting [kg] As nieuw! Extra dwarsbalk achter Wielen nieuw! Rem nieuw! Oploopinrichting Trekstang nieuw! Gewicht 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1500 1500 VGB 15 MV geen 185 R 14 C LI 102 geen KFL 20 A geen 16,4 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1500 150
B24H • • • • • 560 KMFe C33? 560 WLU H49M 560 WLU H49H 560 CFe T58B 560 CFe T58? • • • • • • • 560 CFe T58H 610 UL A24M • A24M • • 610 UL A24H 645 VIP N57L • N57L • • 650 UMFe E25M • E25M • B33K • C46M • C46M • 650 UFf J40H • 650 UKFe R45H • 650 WFU G50M • G50M • 660 WFU P50H 695 VIP N57L 720 UML L26H TTM [kg] Asbelasting [kg] As Banden 1600 1600 VGB 16 MV 185 R 14 C LI 102 1800 1800 VGB 18 MV 195 R 14 C LI 106 1600 1600 VGB 16 MV 185 R 14
maximale gewichtsverhoging TTM [kg] Asbelasting [kg] As nieuw! Extra dwarsbalk achter Wielen nieuw! Rem nieuw! Oploopinrichting Trekstang nieuw! Gewicht 1750 1750 VGB 18 MV geen 195/70 R 15 C LI 104 25-2025 geen geen 28,3 2000 2000 DB 20 MV geen 225/70 R 15 C LI 112 geen geen ZHL 20 A 7,1 --- --- --- --- --- --- --- --- 0 1750 1750 VGB 18 MV geen 195/70 R 15 C LI 104 25-2025 geen geen 28,3 1750 1750 VGB 18 MV geen 195/70 R 15 C LI 104 25-2025 geen geen 28
14.6 Banden en velgen Landhaus Premium Presige Excellent De Luxe Handels- Techn.
max.
560 UL 24EG 560 KMFe 24EG 560 KMFe 24EG 560 WLU 24EG 560 WLU 24EG 560 CFe 24EG 560 CFe 24EG 560 CFe 24EG 610 UL 27EG • • • • • • • • • • • • Landhaus Premium Presige Excellent De Luxe Handels- Techn.
max.
14-16
Index A Aankoppelen / afkoppelen 03-2 Accessoires 11-1 Achteruit rijden 02-7 Afsluitkranen installatieplaats 09-4 Afstandsbediening 07-9 Afzuigkap 10-18 Apparaten omschakelen 02-9 B Banden 04-1 Bandenreparatieset 04-7 Bandenspanning 04-1, 14-1 Basisuitrusting 03-12,14-3 Bedieningspaneel 07-2 Bedombouw 06-7 Belading 02-4 Beluchting en ontluchting 05-1 Binnenreiniging 12-11 Bodemplaat 12-10 Boiler 08-6 Boordnet 07-24 Brandbestrijding 02-2 Buitenreiniging 12-7 C CEE-stekker 07-18 Chassis 12-10 D Dak 05-8 Dakla
Nooduitrusting 02-1 O Oliën 03-1, 12-1 Onderhoud 12-1 Onderhoud 12-7 Oplooprem 03-6 Opstapje 05-5 Oven 10-18 P Periodieke keuring 03-9 Plissés 06-12 Profieldiepte 04-2 Pushlock 06-2 R Ramen uitzetraam 06-9 onderhoud 12-10 Rangeren 02-7 Regelaar 09-1 Remmen 02-7, 12-4 Rijden 02-6 Rijden door bochten 02-6 Rijgeluiden 12-3 S Schakelschema buiten 07-27 Schortrichel 05-8 Schuifladen 06-2 Selfsupporting-pakket 07-22 Serviceklep 05-5 Smeren 12-1 Steunlast 02-5 Stroomvoorziening 07-18 T Tafels 06-5 Tanks 08-2 Techn
Hobby-Wohnwagenwerk Ing. Harald Striewski GmbH Harald-Striewski-Straße 15 D-24787 Fockbek/Rendsburg www.hobby-caravan.