ONTOUR • DE LUXE • DE LUXE EDITION • EXCELLENT • PRESTIGE • PREMIUM • LANDHAUS Gebruiksaanwijzing Version 8 / 2015 NL
1. Inleiding Hartelijk welkom Beste caravanner, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY caravan. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze caravans voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij u het optimale kader voor de mooiste dagen van het jaar bieden. Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b.
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 Inleiding 1.1 Algemeen.........................................................................................................................................1 1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing.....................................................................................2 2 Veiligheid 2.1 Gebruik volgens de voorschriften ...................................................................................................4 2.2 Algemeen......................
1. Inleiding 7.6 Speciale verlichting .......................................................................................................................77 8 Water 8.1 Algemeen.......................................................................................................................................78 8.2 Watervoorziening ...........................................................................................................................79 8.3 Toilet met waterspoeling................
1. Inleiding 1.1 Algemeen De ontwikkeling van onze caravans staat niet stil. We vragen uw begrip voor het feit dat wijzigingen in uitrusting, vorm en technische bijzonderheden voorbehouden zijn. In deze gebruiksaanwijzing zijn ook uitvoeringsvarianten beschreven die deels niet tot de standaarduitrusting behoren. Om deze reden kunnen geen rechten jegens HOBBY worden ontleend aan de inhoud van de gebruiksaanwijzing. U zult begrijpen dat het ondoenlijk is elke variant apart te beschrijven.
1. Inleiding 1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing 1 De informatie over de caravan in deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgezet: Teksten en afbeeldingen Teksten die betrekking hebben op afbeeldingen staan direct naast de afbeeldingen. Details in afbeeldingen (hier: toegangsdeur) zijn met positienumaangeduid. mers j Aanduiding van details met behulp van positienummers Opsommingen • Opsommingen geschieden puntsgewijs en zijn te herkennen aan een daaraan voorafgaand koppelteken.
1. Inleiding Speciale uitvoeringen U hebt gekozen voor een caravan met een individuele uitrusting. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alle modellen en uitvoeringen die binnen hetzelfde programma leverbaar zijn. Zodoende kunnen hier uitvoeringsvarianten worden genoemd die geen betrekking hebben op uw caravan. Alle onderlinge varianten en daarmee alle speciale accessoires zijn aangeduid met een sterretje „*“.
2. Veiligheid 2.1 Gebruik volgens de voorschriften De caravan is ontworpen als mobiele reisaccommodatie voor particulier, niet-commercieel gebruik. De caravan is niet bedoeld voor gebruik als permanente woonplaats. Bovendien mogen er niet meer personen in het voertuig overnachten dan er slaapplaatsen zijn. Op de openbare weg mag het voertuig uitsluitend worden gebruikt volgens de bepalingen van de wegenverkeerswet en de Duitse regeling inzake de toelating van motorrijtuigen tot het wegverkeer (StVZO).
2. Veiligheid • Lees de aanwijzingen op de brandblusser, zodat u weet hoe in noodgevallen te handelen. • Bewaar een branddeken in de buurt van het kooktoestel. • Houd alle vluchtwegen vrij. • Stel u op de hoogte van de geldende veiligheidsmaatregelen op campings e.d. Wat te doen bij brand • Evacueer onmiddellijk de inzittenden van de caravan. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiters van de apparaten. • Schakel de stroomtoevoer af. • Sla alarm en bel de brandweer.
2. Veiligheid 2.4 Nooduitrusting Om op noodgevallen voorbereid te zijn, dient u de volgende drie hulpmiddelen altijd bij zich te hebben en met het gebruik daarvan vertrouwd te zijn. Verbanddoos De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in het trekkende voertuig c.q. de caravan worden bewaard. Na gebruik van materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan onmiddellijk weer worden aangevuld.
2. Veiligheid 2.5 Vóór de rit 2.5.1 Voordat u op weg gaat Toelating op de weg In Nederland wordt dit uitgevoerd door de rijksdienst voor het wegverkeer(R.D.W.) Indien een caravan is toegelaten is het mogelijk (door tussenkomst importeur en dealer) bij aanschaf van een nieuwe caravan, de volgende documenten te verkrijgen. Kentekenbewijs op creditcardformaat (kenteken-card) Deze wordt naar uw adres opgestuurd binnen enkele dagen na het op naam zetten van uw caravan.
2. Veiligheid Geschiktheid voor snelheden tot 100 km/u 1. Uw Hobby-caravan is technisch berekend op een maximale snelheid van 100 km/h. Deze snelheid mag in geen geval worden overschreden! 2. Neem de ter plaatse geldende voorschriften m.b.t. de maximumsnelheid van caravancombinaties in acht! 3. Let beslist op de volgende punten, want u bent verantwoordelijk voor de naleving ervan.
2. Veiligheid 2.4.2 Vóór iedere rit Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend garagebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft stilgestaan (ca. 10 maanden). • Buitenspiegels op het voertuig instellen. • In de winter moet het dak sneeuw- en ijsvrij zijn voordat u begint te rijden. • Controleer regelmatig de bandenspanning voordat u gaat rijden.
2. Veiligheid Binnenruimte Ook in het inwendige van de caravan dient u een aantal voorbereidingen te treffen. Binnenruimte voorbereiden • Losse voorwerpen ordenen en in de kastjes opbergen. • Zware en/of grote voorwerpen (bijv. radio, voortent, kratten met drank) vóór de reis veilig opbergen en beveiligen tegen schuiven. (zie ook hoofdstuk “Belading”) • Evt. koelkast op 12V-voeding omschakelen. • Binnenverlichting uitschakelen. • Alle vloeistoffen, ook die in de koelkast, tegen uitstromen/lekken beveiligen.
2. Veiligheid Rijden van bochten Uw combinatie is veel langer dan een gewone auto. Voor het rijden van bochten geldt • Bochten niet te scherp en te snel aansturen! • Neem bij het afslaan de bochtradius altijd iets ruimer. • Houd er rekening mee dat de caravan tot voorbij de achterkant van de auto uitwijkt. Remmen Een voertuig met caravan heeft een ander remgedrag dan een voertuig zonder caravan.
2. Veiligheid Voor achteruitrijden geldt • De caravan beweegt tegengesteld aan de richting waarin u de auto stuurt. • Bij achteruitrijden iemand laten assisteren. Rangeren Uw combinatie is veel langer en groter dan enkel een personenauto. Voor rangeren geldt • Ook bij goed afgestelde buitenspiegels is er nog een aanmerkelijk grote dode hoek. • Bij het inparkeren op onoverzichtelijke plaatsen iemand laten assisteren. Rangeergreep vóór 2.
2. Veiligheid Apparaten omschakelen Voor het omschakelen van de apparaten geldt • Open de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiters van de benodigde apparaten. • Schakel de koelkast van 12V om op gas of 230V. Als de contactdoos van de aanhanger op de juiste wijze (DIN ISO 146) is aangesloten op het trekkend voertuig zal de accu van het trekkend voertuig bij uitgeschakelde motor niet leeglopen ingeval de koelkast nog op 12V is geschakeld.
3. Chassis 3.1 Algemeen Chassisdelen en assen zijn onderdeel van het onderstel. Er mogen geen technische wijzigingen in worden aangebracht, omdat in dat geval de goedkeuring van het voertuig vervalt! Technische veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toe-stemming van de fabrikant. Met het oog op de verkeersveiligheid dient het chassis van een caravan even zorgvuldig onderhouden te worden als het trekkend voertuig zelf. Laat het onderhoud uitvoeren door uw HOBBY-dealer.
3. Chassis 3.3 Belading Voor de belading geldt • Verdeel het gewicht van de lading evenwichtig over het linker en rechter gedeelte van de caravan. Zware voorwerpen of voorwerpen die veel ruimte innemen dienen in de onderste opbergruimten te worden opgeborgen; zo dicht mogelijk bij de assen. • Bij caravans met een tandemas dient het gewicht gelijkmatig over beide assen te worden verdeeld. • Zorg ervoor dat de achterkant van de caravan niet te zwaar wordt belast (slingergevaar).
3. Chassis 3.3.2 Kogeldruk Enkel een juiste kogeldruk, voor zowel de caravan als het trekkende voertuig, biedt optimale stabiliteit en weggedrag. Kogeldruk is de eenheid in kilogrammen waarmee de dissel (koppeling) van de caravan op de trekhaak van de auto drukt. De laagste van de twee aangegeven kogeldrukgegevens (caravan en auto) mag niet worden overschreden. 4 Voor de kogeldruk geldt: • Stel de steunlast juist in! Gebruik daarvoor bijv. een gangbare personenweegschaal, die d.m.v. een houten lat (ca.
3.
3. Chassis Als men afziet van de onder punt 2 (rijklaar gewicht) in de tabel weergegeven uitrustingsstukken en vloeistoffen, dan neemt de nuttige belasting c.q. het laadvermogen toe met deze waarde (punt 5). 3.4 Stabilisatiekoppeling WS 3000 De caravan is uitgerust met een veiligheidskoppeling inclusief spoorstabilisator, waarmee slinger- en knikbewegingen van de aanhanger worden onderdrukt. Dit systeem voldoet aan de norm ISO 11555-1 en is toegelaten voor gebruik tot een maximumsnelheid van 100 km/h.
3. Chassis 4 Aankoppelen controleren • De trekkogelkoppeling is gesloten als de hendel zich in stand bevindt en de groene pen van de koppelingsindicatie of zichtbaar is. l k m Wanneer de WS 3000 niet op de juiste manier op de trekhaak wordt bevestigd, kan de caravan van het voertuig losraken. Controlestift Activeren van de stabilisatie-inrichting • Daartoe moet de bedieningshefboom vanuit de gesloten stand omlaag, tot aan de aanslag, stand gezet worden.
3. Chassis 3.5 Neuswiel 4 3 2 1 Neuswiel Omhoogdraaien en vastzetten Omhoogdraaien en vastzetten • Koppel de caravan aan het trekkend voertuig en richt daarbij het neuswiel naar achteren toe. • Draai de knevelschroef los. • Trek de neuswielbuis zo ver mogelijk omhoog. • Draai de knevelschroef vast. • Draai m.b.v. de kruk het neuswiel zo ver mogelijk omhoog in de richting van de wijzers van de klok en borg hem tegen verdraaien.
3. Chassis Losbreekreminrichting De losbreekreminrichting is met de handrem gecombineerd. In het geval dat de caravan onbedoeld losraakt van het trekkende voertuig, wordt de handremhendel door de trekwerking van de losbreekkabel aangetrokken resp. over het dode punt getrokken. De handrem wordt geactiveerd en de caravan wordt met een noodstop afgeremd. Dit voorkomt dat de caravan na de ontkoppeling onbelemmerd verder rolt.
3. Chassis Wielremmen De volgende aanwijzingen over de remverstelling gelden voor alle modellen, behalve voor de Premium-voertuigen. Bij de gebruikte wielremmen gaat het om niet-zelfregelende trommelremmen die beschikken over een wegafhankelijk, automatisch achteruitrijdsysteem. De voeringen van de wielremmen zijn slijtageonderdelen; daarom moet de toestand om de 5000 km of uiterlijk na een jaar worden gecontroleerd.
3. Chassis 3.8 Uitdraaisteunen 1 De zeskant voor het aanbrengen van de draaihendel is bij deze series aan de voorzijde bereikbaar via de opening in de lampdrager. De uitdraaisteunen bevinden zich aan de voor- en achterzijde onder de caravan. Uitdraaisteunen uitdraaien • Parkeer het voertuig het liefst waterpas. • Leg bij een zachte ondergrond onderleggers onder de uitdraaisteunen om te voorkomen dat de caravan wegzakt. • Steek de draaihendel op de zeskant en draai de uitdraaisteunen uit.
4. Wielen, banden 4.1 Banden Gebruik uitsluitend banden die in de toelatingspapieren zijn gespecificeerd. Voor het gebruik van andere bandenmaten is goedkeuring van de fabrikant vereist. • Controleer de banden regelmatig op gelijkmatige profielslijtage, profieldiepte en uiterlijke beschadigingen. • Gebruik altijd banden van hetzelfde soort en type (zomer- of winterbanden). • Rijd nieuwe banden de eerste 100 km voorzichtig in, zodat ze hun volledige gripvermogen kunnen ontwikkelen.
4. Wielen, banden 4.3 Profieldiepte, leeftijd van de banden Vernieuw uw banden uiterlijk wanneer de profieldiepte nog slechts 1,6 mm bedraagt. De wettelijk toegestane minimale profieldiepte biedt slechts een beperkte rijveiligheid! Banden verouderen, ook als ze weinig of niet gebruikt worden. Advies van de bandenfabrikanten • Na 6 jaar banden verwisselen, ongeacht de profieldiepte. • Vermijd het botsen tegen trottoirbanden of andere obstakels en het rijden door grote gaten in het wegdek.
4. Wielen, banden Voor wielbouten geldt - Voor wielbouten geldt: controleer wielbouten voor het eerst na 50 km en daarna in het kader van de normale onderhoudsbeurten. NB: Wielbouten voor alle 13” + 14” stalen velgen en alle lichtmetalen velgen (incl.
4. Wielen, banden • Het reservewiel* is bij de serie ONTOUR aan de voorzijde aan een houder links in de gasfleskast met een vleugelmoer bevestigd. Nadat de schroef is losgedraaid kan het reservewiel eruit worden genomen. k 2 l Als de caravan beschikt over lichtmetalen velgen, moet er bij het monteren van een reservewiel op stalen velg op worden gelet dat de bij de velg passende wielbouten worden gebruikt.
4. Wielen, banden De uitdraaisteunen dienen niet als krikken*! Na het verwisselen van het wiel moet na een afstand van 50 km worden gecontroleerd of de wielbouten stevig vastzitten en moeten deze zo nodig aangehaald worden. Het verwisselen van een wiel • Geschikte krik* op de asbuis naast de tuimelarmgroep of op de langsligger ter hoogte van de asbevestiging van het te verwisselen wiel plaatsen. • Plaats de krik* bij caravans met een dubbele as altijd onder de achterste as.
4. Wielen, banden Bandenreparatieset* Gebruik de bandenreparatieset niet wanneer de band ten gevolge van rijden zonder lucht is beschadigd. Kleine sneden, in het bijzonder in het bandloopvlak, kunnen met de bandenreparatieset afgedicht worden. Verwijder geen voorwerpen (b.v. schroeven of spijkers) uit de band. De bandenreparatieset is te gebruiken bij buitentemperaturen tot ca. –30°C. De bandenreparatieset heeft een houdbaarheidsdatum. Let daarom op de vervaldatum.
4. Wielen, banden D Houd de vulfles met de vulslang omlaag en knijp deze in. Pers en de gehele flesinhoud in de band. Verwijder de vulslang schroef het ventielstuk met de ventieluitdraaier in het bandventiel vast. k l j flesinhoud in de band persen op het bandventiel vast.Steek de E Schroef de luchtvulslang stekker in de contactdoos van de sigarenaansteker. Pomp .
5. Opbouw buiten 5.1 Beluchting en ontluchting Voor dwang ventilatie geldt Een juiste beluchting en ontluchting is een absolute voorwaarde voor aangenaam wooncomfort. In uw caravan zijn een trekvrije beluchting in de vloer en een ontluchting in de dakkappen geïntegreerd, die niet in hun werking belemmerd mogen worden. j 1 k Wij adviseren dakluiken te openen bij gebruik van de caravan als woonverblijf.
5. Opbouw buiten Verwijder het ventilatierooster voordat u begint met onderhouds- en reparatiewerkzaamheden • Schuif de vergrendeling(en) tot aan de aanslag naar boven. • Klap het ventilatierooster voorzichtig open, te beginnen aan de linkerkant. • Trek vervolgens de rechterkant uit de houder. l Tijdens het rijden en bij neerslag moeten de ventilatieroosters vast gemonteerd zijn.
5. Opbouw buiten 5.2 Deuren en kleppen openen en sluiten Sleutels Bij de caravan worden twee sleutels geleverd. - Beide sleutels passen op : - toegangsdeur - serviceluiken - toiletluik - deksel gasfleskast - sluiting drinkwatertank - kofferruimte (Premium) Toegangsdeur buiten Openen • Draai de sleutel naar links tot het slot hoorbaar openklikt. • Draai de sleutel in verticale stand terug en trek hem uit het sleutelgat. • Trek aan de deurgreep. • Open de deur. Sluiten • Sluit de deur.
5. Opbouw buiten 1 Gedeelde toegangsdeur Bovenste en onderste helft van de toegangsdeur kunnen afzonderlijk worden geopend en gesloten. Hiervoor moet de bovendeur na het openen van de onderdeur worden ontgrendeld. l k l 3 2 Gedeelde toegangsdeur Bovendeur ontgrendelen • Draai de hendel 90° naar links in de horizontale stand om boven- en onderdeur van elkaar te scheiden. • Open de bovendeur helemaal en duw hem tegen de voertuigwand aan.
5. Opbouw buiten 1 Verduisteringsrolgordijn en vliegenhor in de toegangsdeur worden in de gewenste stand gebracht door eraan te trekken. Beweeg voor het openen de rail voorzichtig in de uitgangspositie terug om de plissés correct op te vouwen. k j 2 Verduisteringsrolgordijn en vliegenhor Opstapje Bij het in- en uitstappen geldt • Zet het opstapje voor de ingang voor de caravan. • Let erop dat het opstapje op vaste bodem rust. Zo wordt voorkomen dat het opstapje kantelt.
5. Opbouw buiten Klep van de gasflessenkast ONTOUR Openen • Open het slot j met de sleutel. • Zet ter ontgrendeling de naar buiten gekomen knop in de verticale stand en open het deksel van de gasfleskast. 1 Gasfleskast serie ONTOUR Sluiten • Sluit het deksel van de gasfleskast • Vergrendel het deksel door de knop terug te draaien in de uitgangspositie. • Sluit het slot j af met de sleutel. De Luxe/Excellent/Prestige/Premium Openen • Open het slot j met de sleutel.
5. Opbouw buiten Toiletklep 1 2 Openen • Open het slot met de sleutel. • Druk op de knop en draai de klep naar de zijkant open. j k Sluiten • Sluit de toiletklep aan de zijkant totdat deze vastklikt. • Sluit het slot af met de sleutel. j Porta-Potti-Toiletklep 5.3 Dak M.b.t. de dakbelasting geldt • Betreed het dak alleen via een genormeerde en goedgekeurde ladder die een stevig houvast biedt. • Het dak is niet ontworpen voor puntbelastingen. Leg vóór het betreden van het dak iets op de loopzone.
5. Opbouw buiten Onderaan de carrosserie van de caravan bevinden zich de tochtstrooklijsten. De tochtstroken moeten altijd vanuit het midden van het voertuig naar buiten toe worden bevestigd. Tochtstrooklijsten De wielkastafdekking beschikt over een geïntegreerde lijst voor het bevestigen van een wielafscherming. (windhoes niet standaard meegeleverd) Wielkastafdekking met geïntegreerde lijst voor wielafscherming 5.5 Fietsendrager* Lees a.u.b.
5. Opbouw buiten Fietsendrager achterzijde Desgewenst kan ook een fietsendrager voor achterop de caravan worden gekozen (behalve Premium en Landhuis). Het rijgedrag van de voertuigcombinatie verandert aanzienlijk met een beladen fietsendrager. Pas de rijsnelheid aan deze omstandigheden aan: • Let erop dat de toelaatbare kogeldruk bij een beladen fietsendrager volledig benut en overeenkomstig gecorrigeerd wordt. • Ook bij optimale belading daalt de kritische snelheid dramatisch.
6. Opbouw binnen 6.1 Deuren, kleppen en schuifladen openen en sluiten Meubeldeuren met sluitmechanisme Keukenbovenkasten ONTOUR, De Luxe (Edition), Excellent, Prestige, Landhaus Openen • Raak de toets aan en open de meubeldeur d.m.v. de greep. Sluiten • Sluit de meubeldeur d.m.v. de greep. Sluitmechanisme keukenbovenkasten Spiegelkasten wasruimte achterzijde Openen • Open de spiegelkastdeur door op de ontgrendeling aan de achterzijde van de onderrand te drukken.
6. Opbouw binnen Meubeldeuren met magnetische snapsloten of druksloten (pushlocks) Openen • Trek krachtig aan de greep totdat de klep is geopend. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat deze merkbaar door de magneet wordt vastgehouden of vastklikt. Deur met drukslot Meubeldeuren met klink Deur wasruimte • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. Deurgreep wasruimte Meubeldeuren met draaiknop Kledingkast • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten.
6. Opbouw binnen Meubeldeuren met soft-close (ONTOUR optioneel) Bovenkasten, bergruimten, apothekers-laden Openen • Trek de meubeldeur aan de greep naar boven. Sluiten • Sluit de meubeldeur aan de greep zo ver totdat de soft-closefunctie de klep automatisch in de eindpositie brengt. Meubeldeuren met soft-close Draaikast hoekkeuken 1 Ontgrendel de deur van de hoekonderkast door op het drukslot te drukken. Open vervolgens de deur bij de greep.
6. Opbouw binnen 6.2 TV-houder * Uittrekbaar TV-plateau voor plat beeldscherm • Druk de metalen rail in om deze te ontgrendelen en schuif tegelijkertijd de TV-houder uit. 230V-contactdozen en de antenneaansluiting voor TV of ontvanger bevinden zich vlakbij. j 1 Uittrekbaar TV-plateau TV-houder voor plat beeldscherm • Trek de borgpen naar boven om deze te ontgrendelen en beweeg de houder tot in de gewenste positie. Om de TV-houder weer vast te zetten moet de houder worden teruggeduwd totdat hij vastklikt.
6. Opbouw binnen 3 4 1 Hangtafel Hangtafel Laten zakken • Til het tafelblad aan de voorzijde ca. 30° op. • Trek het onderste deel van de tafelpoot naar beneden, klap hem 90° om en leg hem er tegenaan. • Klap de steunvoeten 90° uit. • Trek het tafelblad uit de bovenste wandhouder . • Til het tafelblad aan de voorzijde een flink stuk op en haak het in de onderste wandhouders. • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de steunvoeten.
6. Opbouw binnen 6.4 Zitgroepen en slaapruimtes De zithoek kan voor het slapen gaan tot een comfortabel bed worden omgebouwd. 2 2 1 1 Ombouwen van de ronde zithoek • Verwijder zitkussens en rugleuningen . • Laat de tafel zakken (zie hoofdstuk 6.3). • Leg de zitkussens in het midden van de tafel tegen elkaar. • Vul de buitenkanten op met de zijdelingse rugleuningen . j j Ombouw zitgroep tot bed k k Let op de juiste bevestiging van het tafelblad, de zitbanken resp.
6. Opbouw binnen * Bedverbreding zitgroep (of afhankelijk van het model) In het smalle gedeelte van de zitgroep kan bij sommige modellen het ligoppervlak worden verbreed. 1 Ombouw • Druk op het drukslot om de klep te ontgrendelen. • Leg klep helemaal op de vloer om klep omhoog te kunnen bewegen. • Zet klep van onder tegen de aanslag van klep vast. Pushlock-beveiliging l j l 2 k k Het ongedaan maken van de bedverbreding gebeurt in omgekeerde volgorde.
6. Opbouw binnen Scheidingswand voor slaap-ruimte Maak de clip ter bevestiging van de scheidingswand los en sluit de scheidingswand langzaam en voorzichtig langs de railgeleider. De magnetische sluiting vergrendelt de scheidingswand automatisch. j 1 Transportbeveiliging voor scheidingswand Hoofdsteunen (Premium)* De hoofdsteunen kunnen handmatig in verschillende standen worden vergrendeld.
6. Opbouw binnen 6.5 Wasruimte Douchewand wasruimte achterzijde De douchewand in de doucheruimte aan de achterzijde moet tijdens het rijden stevig vergrendeld zijn. 1 Transportbeveiliging douchewand Douchewand uitklappen • Maak drukknop los. • Klap de grepen van de douchewand uit • Klap de douchewand uit en beweeg hem tot aan de tegenoverliggende kant. j k Douchewand sluiten • Beweeg de douchewand weer terug en klap hem weer in. • Klap de grepen in totdat deze nauw tegen de douchewand aan liggen.
6. Opbouw binnen 6.6 Garage * Optioneel kan bij sommige kinderbedmodellen de garageuitrusting worden gekozen. Let er bij de ombouw tot garage op dat het onderste kinderbed altijd met de daarvoor bestemde bevestigingen is beveiligd. 1 j De gehele uitrusting die in de garage wordt vervoerd moet worden en met geschikte bevestingsbanden. bevestigd met de sjorogen k 2 Niet-bevestigde voorwerpen kunnen bij een ongeval of krachtig remmen in gevaarlijke projectielen veranderen. Garage-uitrusting 6.
6. Opbouw binnen Raamuitzetter traploos Openen • Draai de grendel 90°. • Duw het raam met één hand aan de grendel naar buiten totdat de gewenste openingshoek is bereikt. Draai vervolgens met de aan totdat u weerstand voelt en andere hand de draaiknop het raam op zijn positie blijft. j 2 k Sluiten • Draai de knop los zodat het raam kan worden dichtgeklapt. • Draai alle grendels in de uitgangspositie terug, zodat ze achter de beugels klemmen en het raam naar de afdichting toe trekken.
6. Opbouw binnen Ramen voorzijde en keuken Zonne- en insectenrolgordijnen zijn volledig geïntegreerd en traploos verstelbaar. Sluiten • Breng de greep voor zonnerolgordijn of het lipje voor insectenhor langzaam en gelijkmatig in de gewenste positie. Geïntegreerd keukenraam Openen • Schuif het rolgordijn langzaam en gelijkmatig omhoog. Combineren • Trek het zonnerolgordijn langzaam en gelijkmatig naar beneden en trek vervolgens de insectenhor tot aan het gewenste niveau omlaag.
6. Opbouw binnen Groot dakluik Voordat u het luik opent, dient u zich ervan te vergewissen dat er boven de caravan voldoende ruimte is voor het luik in geopende toestand. Het luik kan tot maximaal 60° worden geopend. Luik openen • Grijp in de opening van de uitsparing en klap de draaihendel in de gebruikspositie. Door met de wijzers van de klok aan de hendel te draaien kunt u nu het luik openen tot de gewenste positie. Bij het bereiken van de max. openingshoek voelt u weerstand.
6. Opbouw binnen Dakluik (doucheruimte) 2 Het dakluik kan aan één of twee kanten worden opengezet. 1 Dakluik (doucheruimte) Openen • Duw de kliksluiting j schuin boven naar de binnenzijde van de dakventilator, totdat deze uit de vergrendeling loshaakt.. Duw tegelijkertijd het dakluik aan de handgreep k naar boven. Sluiten • Trek het dakluik aan beide handgrepen k krachtig naar beneden totdat de beide sluitingen j vastklikken.
7. Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies De elektrische installatie in HOBBY-caravans is uitgevoerd overeenkomstig de geldende voorschriften en normen. Let op het volgende • De veiligheidsinstructies resp. risicowaarschuwingen op de elektrische onderdelen mogen niet worden verwijderd. • Installatieruimten in de buurt van elektrische inbouwapparaten als zekeringverdeelkasten, stroomvoorzieningen enz. mogen niet worden gebruikt als extra bergruimte.
7.
7. Elektrische installaties Alle andere 12V-apparaten moeten bij stroomvoorziening via de accu van het trekkende voertuig centraal door middel van de hoofdschakelaar 12 op het bedieningspaneel worden geactiveerd. Als de motor van het trekkende voertuig is ingeschakeld, wordt de voortentlamp automatisch uitgeschakeld en kan deze ook niet worden ingeschakeld.
7. Elektrische installaties 3 Keukenlamp • Door deze toets kort in te drukken wordt de keukenlamp in- en uitgeschakeld. Keukenlamp Elektrische boiler met LED-display 5 • Door deze toets kort in te drukken wordt de elektrische boiler in- en uitgeschakeld. Als de elektrische boiler is ingeschakeld, wordt dit aangegeven door een oplichtende LED (LED alleen standaardpaneel) 12 • M.b.v. de hoofdschakelaar kan ook de elektrische boiler worden uitgeschakeld. • Bij de optie elektrische boiler wordt deze i.
7. Elektrische installaties Zijpanelen bed • Door deze toets kort in te drukken wordt de - sfeerverlichting/plafondverlichting 1 (bij De Luxe: plafondlamp bed) (anders: sfeerverlichting) - verlichting bed links 2 - verlichting bed rechts 3 iin- of uitgeschakeld. 1 2 3 Zijpanelen bed Door de toets langer in te drukken kan de lichtsterkte van de lampen worden geregeld (nicht Ambiente).
7.
7. Elektrische installaties Softkey-menubalk C Hier kom je in de desbetreffende menu’s van de onderdelen. Softkeys De “softkeys” voeren de erboven in de onderste menuregel (C) aangegeven opdrachten uit. U komt bijvoorbeeld in submenu’s, verhoogt of verlaagt de getoonde waarden of geeft de Return-knop (terug-functie) weer. Regelknop Met de regelknop kan, evenals met de “softkeys”, probleemloos tussen de menu’s worden genavigeerd.
7. Elektrische installaties De kalibratie gebeurt normaliter automatisch, maar de laad- resp. ontlaadstroom mag daarbij niet groter dan 150 mA zijn. Het systeem kan handmatig worden gekalibreerd. - bij 230V-netvoeding - als er geen 12V-apparaat is ingeschakeld. Hiervoor moet de 30A-hoofdzekering op de batterijhouder worden uitgeschakeld d.m.v. de desbetreffende toets (zie “Werking m.b.v. hulpaccu”). Nu kan de sensor worden gekalibreerd; dit duurt ca. 3 uur.
7. Elektrische installaties TRUMA ULTRAHEAT Heizung TRUMA ULTRAHEAT Verwarming TRUMA ULTRAHEAT* In het menu van de elektrische bijverwarming krijgt de gebruiker in eerste instantie het temperatuurniveau (1-6) en de vermogensstand (Watt) te zien. Het onderste menusymbool wordt groen weergegeven als de verwarming in gebruik is. Hiernaast wordt de waarde 6 ON = aan of OFF = verwarming buiten werking (symbool wit) weergegeven. 09.01.15 12:30 09.01.
7. Elektrische installaties Heizung ALDE ALDE-warmwaterverwarming* In het menu van de Alde-warmwaterverwarming krijgt de gebruiker in eerste instantie de gewenste binnentemperatuur (°C), de kortstondige toename van de hoeveelheid warm douchewater (°C) en de bedrijfsmodus (gas/elektrisch) te zien. Het onderste menusym12:30 23,5 °C 18,0 °C bool wordt groen weergegeven als de verwarming in gebruik is. 09.01.15 12:30 09.01.15 12:30 09.01.
7. Elektrische installaties Kies de gewenste bedrijfsmodus (met gele achtergrond) via de pijlen (menubalk C) of door te draaien aan de regelknop, en activeer deze via de “AAN/UIT”-functie of door op de regelknop te drukken. Raadpleeg ook de beschrijvingen in hoofdstuk 10.5 Alde-warmwaterverwarming. 12:30 09.01.15 23,5 °C 18,0 °C ALDE www.alde.se Service Alde http://www.alde.se/support/ Info: Alde App Informatie-menu Hier worden de gegevens over de fabrikant van het ap paraat weergegeven.
on 12:30 09.01.15 23,5 °C 18,0 °C DOMETIC 1-3 7. Elektrische installaties 16-31 °C 1-3 09.01.15 12:30 23,5 °C 18,0 °C 16-31 °C 12:30 09.01.15 12:30 09.01.15 on 23,5 °C 23,5 °C 09.01.15 23,5 °C 09.01.15 DOMETIC 12:30 23,5 °C 18,0 °C 12:30 2 23,5 °C 18,0 °C 09.01.15 12:30 http://dometic.com 2 2 De waarden kunnen worden gewijzigd via de softkeys van de menubalk C “+/–” of door te draaien aan de regelknop.
7. Elektrische installaties 01.07.15 14:00 ------- 14:00 Weergave van de gegevens uit kopregel A Dit menu toont de gegevens uit kopregel A op overzichtelijke wijze. Het menu kan alleen via de “Terug”-functie worden verlaten; na 1 minuut wordt niet automatisch teruggeschakeld naar het beginscherm. ------- 01.07.15 ----- ----- Einstellungsmenü Datum Uhrzeit Temperaturoffset Wecker on/off 01.07.15 14:00 ------- ------- 09.01.
7. Elektrische installaties WLAN-module * Het Hobby CI-BUS boardmanagement kan maximaal 15 apparaten met elkaar in een netwerk verbinden, zodat ze via een centraal bedieningspaneel kunnen worden bediend en de diverse functies op een display worden weergegeven (Standard). Gekoppeld aan een WLAN-module kunnen alle functies van het TFT-bedieningspaneel draadloos via smartphone, tablet of notebook worden bediend. De WLAN-module bevat ook een SD-kaart, waarop de apparaat-updates worden uitgevoerd.
7. Elektrische installaties i Hier kunnen actuele waarden worden afgelezen (zie ook blz. 66 voor de gegevens uit kopregel A en blz. 60 voor het accumanagement (alleen bij zelfvoorzienende caravans)). Informatie Hier kunnen de verschillende lampen worden bediend. Verlichting Met het bedieningspaneel verbonden apparaten kunnen ook via het WLAN-netwerk worden aangestuurd (zie ook TFT-bedieningspaneel).
7. Elektrische installaties Algemene aanwijzingen m.b.t. het TFT-scherm De tijd en de datum worden opgeslagen door een knoopcel van het type 3V 210 mAh,CR2032. Mocht de tijdweergave dus onnauwkeurig zijn of helemaal niet meer functioneren, dan moet deze knoopcel worden vervangen. De knoopcel bevindt zich in een houder aan de achterzijde van de printplaat van het TFT-scherm. Om hem te vervangen moet het TFT-scherm uit het meubelfront worden gedemonteerd.
7. Elektrische installaties 1 Aansluiten • Verbreek de verbinding met het trekkende voertuig (13-polige stekker). • Schakel de zekeringsautomaat uit door de wipschakelaar naar beneden te drukken. • Pak de afdekklep van de buitencontactdoos van onderen vast en draai hem naar boven toe. • Wikkel het netsnoer compleet af. • Open het deksel van de CEE-stekker 90° naar boven. • Sluit de stekker erop aan tot deze vastzit. • Schakel de zekeringsautomaat weer in.
7. Elektrische installaties Aardlekscakelaar 2 Uw voertuig is standaard uitgerust met een FI-aardlekschakelaar voor de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele foutstroom. Bij een optredende storing onderbreekt de aardlekschakelaar de volledige 230V-stroomkring. Aan de aardlekschakelaarmogen geen reparaties wor den uitgevoerd. Een FI-veiligheidsschakelaar biedt geen bescherming tegen het gevaar van een elektrische schok. 1 Hij beschermt niet tegen eventuele ongevallen met stroom.
7. Elektrische installaties Stroomvoorziening via trekkend voertuig Tijdens het rijden neemt de accu van de auto de stroomvoorziening van de 12V-apparatuur voor zijn rekening als contactpunt 9 van de 13-polige stekker op de contrastekker van de auto is aangesloten. Schakel de 12V-voorziening tijdens het rijden, bij langere tussenstops en rustpauzes uit via de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel, omdat anders de voertuigaccu wordt ontladen.
7. Elektrische installaties Werking m.b.v. hulpaccu* (Autark-pakket) Laadregelaar in de garderobekast aan de wand Hulpaccu • Er mogen uitsluitend accumulators met gebonden elektrolyten (Gel- of AGM-accu’s) ingebouwd worden op door de fabrikant aangeven plaatsen. • De geïnstalleerde gel-accu mag niet worden geopend. • Gebruik bij vervanging van de hulpaccu alleen een accu van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit.
7. Elektrische installaties Direct op de batterijhouder bevindt zich een drukschakelaar waarmee de verbinding tussen accu en het 12V-boordnet kan worden onderbroken. Tegelijkertijd fungeert de schakelaar als 30A veiligheidsschakelaar. j 1 Drukschakelaar Batterijhouder Als de caravan gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, koppel dan de accu los van het boordnet om een overmatige ontlading van de accu te voorkomen. • Controleer vóór iedere reis het laadniveau van de accu (zie pagina 60).
7. Elektrische installaties Toewijzing zekeringen De zekeringen van de afzonderlijke interne stroomkringen bevinden zich in de lichtregelmodule. De zekeringen zijn als volgt gerangschikt (van links naar rechts): Bij sommige modellen kan er sprake zijn van geringe afwijkingen in de toewijzing. Stroomkring 1 1 (7,5 A): kinderbedlampen, klerenkastlamp (alleen WLU), voortentlamp, wandlampen, plafondlamp, bedlampen.
7.
7. Elektrische installaties 7.6 Speciale verlichting De hier beschreven verlichting wordt direct op het apparaat aan- en uitgeschakeld en is niet centraal regelbaar via het bedieningspaneel. Hoeklampen 1 Spot en geïntegreerde verlichtingszuil bedienen.
8. Water 8.1 Algemeen Aanbevolen wordt het getapte water vóór gebruik bijzonder kritisch te proeven. • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen. • Om een perfecte waterkwaliteit te kunnen waarborgen, dient het water zo mogelijk rechtstreeks uit het openbare drinkwaternet te worden getapt.
8. Water 8.2 Watervoorziening Drinkwatertank 4 De tank heeft afhankelijk van het model een inhoud van 25 resp. 50 l en bevindt zich ofwel onder het bed ofwel in de zitgroep. j Het (bij)vullen van de tank met vers water vindt plaats via de vuloin de zijwand. pening 1 k Drinkwatertank 3 De vulopening van de verswatertank is gekenmerkt door een blauwe afsluitdop en een waterkraansymbool op de bovenste rand van het frame.
8. Water Doe nooit antivriesmiddel of andere chemicaliën in het waterleidingsysteem. Gevaar voor vergiftiging! Zorg er bij gebruik tijdens de winter voor dat de drinkwatertank niet kan bevriezen. Boiler aanzetten gebruiken • Al naar gelang de stand van de mengkraan/kranen resp. de voormengkraan wordt het water gemengd en op de ingestelde temperatuur gebracht. Warmwaterverwarming • Schakel de boiler in via het bedieningspaneel.
8. Water Waterinstallatie leegmaken • Schakel de stroom voor de waterpomp uit op het bedieningdoor lang (3 - 4 sec.) op de hoofdschakelaar te spaneel drukken. • Draai alle kranen half open. • Hang de handdouche naar boven in de douchestand. • Open de overloopventielen van de boiler (elektrische geiser bevindt zich ter hoogte van lits-jumeaux/zitgroep). • Schroef de afsluitdop van de reinigingsopening van de drinkwa. tertank • Draai de overloopbuis in de drinkwatertank er uit.
8. Water Afvalwatertank rolbaar De verrijdbare vuilwatertank kan onder de caravan worden geschoven als hij op een vaste plaats is neergezet. Hierin wordt het afvalwater verzameld. De tank heeft een inhoud van maximaal 24 liter. De vuilwatertank kan op wieltjes en met een uittrekbare transporthandgreep worden getransporteerd, om hem te legen op een daarvoor bestemd vuilwaterinzamelpunt. k 2 Beugel Vuilwatertank 3 l Tijdens de reis kan de afvalwatertank ruimtesparend in de disselbak worden geplaatst.
8. Water 8.3 Toilet 1 2 3 Voorbereiding van de toilettank Voordat u het toilet kunt gebruiken, moet u eerst de toilettank volgens nevenstaande afbeeldingen 1 tot 11 voorbereiden. 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 9 Voeg nooit sanitaire (reinigings)middelen rechtstreeks toe via schuif of toiletpot, omdat dit de schuifpakking van de toilettank zou kunnen beschadigen. Voeg de vloeistoffen altijd toe via de aftappijp (afb. 6). Het is raadzaam op de ontluchtingsknop (afb.
8. Water Gebruik van het draaitoilet Op het bedienpaneel boven is links de spoelknop j en rechts de van de nieveauaanduiding. LED Deze licht op als de faecaliëntank geleegd dient te worden k 1 2 l voor het openen van de schuif bevindt zich aan de De hendel linker zijde . 3 Draaitoilet 21 24 22 25 23 Het legen van de toilettank 26 De toilettank beschikt over een capaciteit van ca. 19 l en moet worden geleegd zodra het lampje van de niveau-indicator brandt.
9. Gasinstallatie 9.1 Algemene veiligheidsregels voor het gebruik van vloeibaargasinstallaties De gaswerkdruk bedraagt 30 mbar. Het gebruik van de verwarming tijdens het rijden is verboden. Inspectie van de gasinstallatie • Laat de vloeibaargasinstallatie vóór de eerste ingebruikneming door een deskundige controleren. • Ook de gasdrukregelaar en afvoerleidingen moeten gecontroleerd worden. • Wij adviseren de gasdrukregelaar uiterlijk na 10 jaar te vervangen.
9. Gasinstallatie Regelaar en ventielen Aansluiting gasregelaar op gasfles Plaatsing gasfles in gasfleskast • Gebruik uitsluitend speciale drukregelaars met veiligheidsventiel. Andere regelaars zijn niet toegestaan en zijn niet berekend op de hoge belasting. • Drukregelaars moeten een vaste uitgangsdruk van 30 mbar hebben. Hiervoor gelden de normeisen van EN 12864, bijlage D. De doorstroomhoeveelheid van de regelaar moet 1,2 kg/h bedragen. • Sluit de drukregelaar zorgvuldig handmatig op de fles aan.
9. Gasinstallatie Gebruik nooit draagbare kook- of verwarmingsapparaten, met uitzondering van elektrische verwarmingsapparaten (houd rekening met het energieverbruik), maar geen straalkachel, omdat die brand kan veroorzaken of tot verstikking kan leiden. 9.2 Gasvoorziening De caravan is voorzien van een propaangasinstallatie. Deze installatie voedt de volgende toestellen: - kooktoestel - koelkast - verwarming - evt. speciaal toebehoren - evt.
9. Gasinstallatie Gasfles verwisselen • Open de klep van de disselbak. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. • Schroef de gasdrukregelaar en de gasslang met de hand van de gasfles af (linkse schroefdraad). • Maak de bevestigingsriemen los en neem de gasfles eruit. • Zet de volle gasfles in de disselbak. • Trek de bevestigingsriem(en) stevig aan. • Schroef de gasdrukregelaar en de gasslang met de hand op de gasfles (linkse schroefdraad). • Sluit de klep van de gasfleskast.
9. Gasinstallatie 9.3 Gas-buitencontactdoos * Via de gas-buitencontactdoos kunnen buitenapparaten op gas als barbecue of gaslamp worden aangesloten. De werkdruk van de aan te sluiten apparaten moet 30 mbar bedragen. Maximaal vermogen van de aan te sluiten apparaten: 1,5 KW De insteekverbinding kan alleen worden aangekoppeld als de snelafsluiter gesloten is. Door de koppelingshuls terug te schuiven kan de veiligheidsvergrendeling worden losgedraaid.
10. Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbouwapparatuur van de caravan. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. In sommige gevallen behoren de beschreven apparaten niet tot de standaarduitrusting. Voor verdere informatie over de afzonderlijke inbouwapparaten verwijzen wij u naar de bijbehorende gebruikershandleidingen, die te vinden zijn in de blauwe servicemap in de caravan.
10. Inbouwapparatuur Ingebruikneming 1 Om constructietechnische redenen wordt het verwarmingspaneel heet als hij in bedrijf is. De gebruiker heeft een zorgvuldigheidsplicht jegens derden (met name kleine kinderen). • Open het gasflesventiel en de gasafsluitkraan in de gasleiding. • Bedieningsknop in thermostaatstand 1-5 draaien. • Bedieningsknop tot aan de aanslag omlaag drukken. De gasvlam wordt in deze stand automatisch ontstoken. De ontstekingsvonk is hoorbaar.
10. Inbouwapparatuur Batterijen van de ontstekingsautomaat vervangen Als er geen ontstekingsvonken hoorbaar zijn of slechts met tussenpozen van meer dan een seconde, moet de batterij worden vervangen. • Zorg ervoor dat de verwarming is uitgeschakeld. • Verwijder het verwarmingspaneel (zie gebruiksaanwijzing Truma). • Schuif het deksel van het batterijvak naar boven en vervang de batterij (houd rekening met plus en min). • Breng het verwarmingspaneel weer aan.
10. Inbouwapparatuur 10.3 Elektrische extra verwarming* De elektrische bijverwarming (Ultraheat) werkt alleen als de caravan op de 230V-stroomtoevoer is aangesloten. De elektrische bijverwarming is geïntegreerd in de heteluchtverwarming. Daardoor zijn er drie verwarmingsmogelijkheden: - verwarming alleen op gas - gas- en elektrische verwarming gecombineerd - verwarming alleen op elektriciteit Met de elektrische bijverwarming wordt de caravan sneller warm.
10. Inbouwapparatuur 10.4 Elektrische vloerverwarming* De verwarming bevindt zich in het middelste loopgedeelte van de vloer en heeft een breedte van 60 cm. De lengte is afhankelijk van het voertuig. De verwarming dient niet voor het verwarmen van de ruimte, maar beperkt het warmteverlies via de vloer. Inschakelen van de vloerverwarming 24V De schakelaar bevindt zich op het servicepaneel. De vloerverwarming werkt alleen bij aansluiting van de caravan op een 230V-voorziening.
10. Inbouwapparatuur Controleer met regelmatige tussenpozen het vloeistofniveau in het expansievat. Bij een koude verwarming moet het vloeistofniveau ca. 1 cm boven de MIN-markering liggen. Bedrijfsmodi • Werking op vloeibaar gas • Werking met dompelaar (230V) • Gecombineerde werking op vloeibaargas c.q.
10. Inbouwapparatuur D EF G H I C B A J Basismenu K Ruststand A. Klok. De klok geeft de datum en de tijd weer (indien geactiveerd). B. *Buitentemperatuur. De buitentemperatuur wordt weergegeven. C. Binnentemperatuur. De binnentemperatuur wordt weergegeven. D. Circulatiepomp. Dit symbool verschijnt als de circulatiepomp in bedrijf is. E. Automatische start van de verwarming. Dit symbool verschijnt als deze functie is geactiveerd. F. Automatisch dagprogramma.
10. Inbouwapparatuur Warm water De verwarmingsketel kan ook worden gebruikt zonder dat er drinkwater in de boiler zit. 1. Geen warm water. Als er geen behoefte aan warm water is, druk dan op “-”. (Het symbool wordt leeg weergegeven.) Als het automatische dag- of nachtprogramma in werking is en het warm water is uitgeschakeld, dan kan er geen warmwaterinstelling meer worden uitgevoerd. De plus- en minsymbolen worden dan grijs weergegeven. 2. Normaal bedrijf.
10. Inbouwapparatuur Verwarmen op stroom Gebruik de volgende methode om verwarmen op stroom te activeren. Hoe hoger het gekozen vermogen is, hoe sneller is de verwarming. Als stroom en gas samen worden geselecteerd, kan er een prioriteit tussen gas en stroom worden ingesteld (zie menu Tools). De verwarmingsketel gebruikt altijd slechts het maximaal benodigde vermogen, ook als er 3 kW is geselecteerd. 1.
10. Inbouwapparatuur 10.6 Boiler * De optionele boiler met een inhoud van ca. 14 liter verwarmt het water elektrisch m.b.v. een geïntegreerd verwarmingselement. Hij vervangt de standaard Truma elektrische geiser. Zet voor het begin van elke reis de schoorsteenkap op de uitgeschakelde boiler. Voordat u de boiler in gebruik neemt, dient u de schoorsteenkap er beslist af te halen. Maak de boiler leeg bij vorstgevaar. Zet de boiler nooit aan als er geen water in zit.
10. Inbouwapparatuur 10.7 Koelkast Bij hoge buitentemperaturen kan het volledige koelvermogen alleen worden gegarandeerd door voldoende ventilatie. Voor een betere ventilatie kunt u de caravan aan de kant van de koelkastventilator verduisteren. Neem a.u.b. vóór ingebruikneming goede nota van de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant. Koelkast Dometic SlimTower Vergrendeling koelkastdeur Tijdens het rijden moet de deur van de koelkast altijd gesloten en vergrendeld zijn.
10. Inbouwapparatuur 4 3 2 1 Bediening koelkast 5 6 7 Werking op 12V Het 12V-bedrijf kan alleen tijdens de rit bij een draaiende motor worden gebruikt. Schakel bij rustpauzes en langere tussenstops het 12V-bedrijf uit of kies zo nodig een andere bedrijfsmodus. • Zet de energiekeuzeschakelaar op het accu symbool j. • Het 12V-bedrijf werkt alleen bij een draaiende motor van het trekkende voertuig. • De koelkast werkt zonder thermostaatregeling (continubedrijf).
10. Inbouwapparatuur Het vriesvak is geschikt voor het maken van ijsblokjes en voor het kortstondig bewaren van bevroren levensmiddelen. Het is niet geschikt voor het invriezen van levensmiddelen. De koelkast is niet bestemd voor het vakkundig opslaan van geneesmiddelen. Omgevingsfactoren beïnvloeden het vermogen van het koelaggregaat. Het systeem reageert traag op veranderingen van de thermostaatregelaar, en op koudeverlies bij het openen van de deur of bij het in de koelkast zetten van levensmiddelen.
10. Inbouwapparatuur 10.8 Kooktoestel Het keukenblok van de caravan is uitgerust met een 3-pits-kooktoestel. Combinatie spoelbak & kooktoestel Vóór de ingebruikneming • Flesventiel en snelsluitventiel in de gastoevoerleiding openen. • Bij gebruik van het kooktoestel moet het dakluik of het raam geopend zijn. • Bedieningsknoppen van kooktoestellen die bij inschakelen voor ontsteking moeten worden ingedrukt, moeten automatisch terugveren.
10. Inbouwapparatuur Laat gas nooit onverbrand ontsnappen in verband met explosiegevaar. Laat de glasplaat na het koken openstaan totdat de branders zijn afgekoeld. Anders zou de glasplaat kunnen barsten. j Houd licht ontvlambare voorwerpen zoals vaatdoeken, servetten enz. uit de buurt van het kooktoestel. Brandgevaar! 10.9 Afzuigkap * De kookinstallatie is optioneel verkrijgbaar met een afzuigkap. De ingebouwde ventilator leidt de kookdampen rechtstreeks naar buiten.
10. Inbouwapparatuur 1 Ontsteking 2 Oven 3 4 1 2 Bediening oven 3 4 Bedieningsknop Grill Neem a.u.b. goede nota van de bij het apparaat geleverde gebruiksaanwijzing. Inschakelen • Schakel de 12V-stroomvoorziening in via de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel. • Open de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de oven. • Open de ovendeur volledig. • Plaats de bakplaat resp. het rooster van de oven zodanig dat de vlammen er niet rechtstreeks mee in aanraking komen.
10. Inbouwapparatuur 10.11 Magnetron * De keuken van de caravan kan worden voorzien van een 230V magnetron, die in de keukenbovenkast achter de kastdeur of een roldeur is weggewerkt. Het apparaat is geschikt voor het ontdooien, opwarmen en gaar laten worden van levensmiddelen voor particulier gebruik. Laat de kastdeur of roldeur bij gebruik van de magnetron geopend.
10. Inbouwapparatuur 10.12 Dak-airconditioning * De klimaatinstallatie bevindt zich – in plaats van een dakraam – in het plafond van het woongedeelte. Voor de juiste bediening en om het vermogen van de klimaatinstallatie te optimaliseren moet u de volgende punten in acht nemen: Dak-airconditioning • Let op warmte-isolatie, dicht kieren af en dek glazen opper-vlakken af. • Dek luchtinlaten en openingen niet af en zorg dat ze niet verstopt raken. • Spuit geen water in de klimaatinstallatie.
11. Accessoires Accessoires Neem voor het gebruik van de accessoires a.u.b. de uitvoerige gebruiksaanwijzingen, inbouwvoorschriften en schakelschema’s van de betreffende fabrikant in acht. Deze bevinden zich in de servicemap. • Elke verandering aan de oorspronkelijke staat van de caravan kan het rijgedrag en de verkeersveiligheid in gevaar brengen.
11. Accessoires Voorwerp Kledingstang in de douche Gewicht [kg] 0,30 Water/gas/elektriciteit 50 l drinkwatertank (i.p.v. 25 l drinkwatertank) 28,00 Adapter 7/13-polig voor autoaansluitkabel 0,30 City-wateraansluiting 0,50 Gas-buitencontactdoos 1,50 Laadregelaar voor 12V-voeding* met booster, accusensor en batterijhouder 2,80 TFT-bedieningspaneel voor verlichtingssysteem en tank, incl. CI-BUS 0,00 TFT-bedieningspaneel voor verlichtingssysteem en tank, incl.
12. Onderhoud en reiniging 12.1 Onderhoud Onderhoudsschema Voor de caravan en de geïnstalleerde onderdelen geld een vast onderhoudsschema. Voor het onderhoudsschema geldt • Laat het eerste onderhoud 12 maanden na datum eerste toelating door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Laat alle verdere onderhoudsbeurten één keer per jaar door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Voer het onderhoud aan alle inbouwtoestellen overeenkomstig de in de bijbehorende gebruikshandleidingen aangegeven onderhoudsschema‘s uit.
12. Onderhoud en reiniging Smeren en olien Controleer en smeer regelmatig de bewegende en gelagerde onderdelen van het chassis. Voor caravans waarmee weinig wordt gereden is een jaarlijkse onderhoudsbeurt vereist. 1 Lagerpunten in de behuizing van de oploopinrichting Voor smeren en olien geldt • Smeer bewegende onderdelen als bouten en scharnierpunten van handremhendel en omkeerhendel van de oploopinrichting lichtjes in met olie.
12. Onderhoud en reiniging Vervanging van de frictievoering kunnen bij slijtage zeer eenvoudig worden De wrijvingselementen vervangen. De fa. Winterhoff biedt een geschikte reserveset aan. Neem a.u.b. goede nota van de uitvoerige, bij de reserveset geleverde montage-instructies van de fabrikant. 1 j Rijgeluiden Tijdens het rijden kunnen geluiden optreden; deze zijn echter niet van invloed op de werking van de stabilisatiekoppeling. Mogelijke oorzaken van deze geluiden zijn: Wrijvingselementen 1 1.
12. Onderhoud en reiniging 12.4 Gloeilampen achterlichten vervangen De volgende beschrijving voor het vervangen van achterlicht-gloeilampen heeft betrekking op het modell ONTOUR. Voor de modellen Premium en Landhuis worden andere achterlichten gebruikt, die helaas niet eenvoudig kunnen worden vervangen. Neem in dit geval contact op met uw caravandealer, die u graag behulpzaam zal zijn bij het vervangen van de lampen.
12. Onderhoud en reiniging • Draai de gloeilamp nieuwe. m uit de fitting en vervang deze door een 4 Gloeilamp vervangen • Terugplaatsen in omgekeerde volgorde. Let er daarbij op dat de tekst van de lamp niet op de kop staat. n 5 Als er meerdere gloeilampen worden vervangen, let er dan beslist op dat de lampen niet worden verwisseld en dat elke lamp weer op de oorspronkelijke plaats terechtkomt.
12. Onderhoud en reiniging Mistachterlicht ONTOUR • Om de gloeilamp in het mistachterlicht te vervangen moeten de twee schroeven 10 worden losgedraaid. Vervang de gloeilamp 11 en draai de schroeven 10 met de afdekkap weer vast. 10 Schroeven losdraaien 11 Gloeilamp vervangen De volgende beschrijving voor het vervangen van achterlicht-gloeilampen heeft betrekking op de modelle De Luxe(Edition), Excellent und Prestige.
12. Onderhoud en reiniging • Haal de gloeilamp met een draaibeweging uit de fitting. Vervang ze en monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Gloeilampen uit de fitting draaien Onderhoud en batterijen vervangen bij rookmelder* Raadpleeg de bij het apparaat geleverde gebruiksaanwijzing. Onderhoud Het rookmeldsysteem behoeft geen onderhoud. Verwijder van tijd tot tijd het op de behuizing aanwezige stof en zorg ervoor dat de luchtsleuven niet door insecten e.d. worden verontreinigd of zelfs afgesloten.
12. Onderhoud en reiniging Test • Druk gedurende minstens 4 seconden op de testknop, totdat er een alarm klinkt. Het alarm klinkt als de elektronica werkt en stopt weer zodra u de testknop loslaat. Test de rookmelder elke keer nadat de batterij is vervangen. Batterijen behoren niet bij het huisvuil. Geef uw verbruikte batterijen a.u.b. af bij de dealer of bij een inzamelpunt. 12.
12. Onderhoud en reiniging Het directe contact met kunststoffen als PVC, zacht-PVC en dergelijke (bijv. stickers) moet absoluut worden voorkomen. Door de oplosmiddelhoudende bestanddelen of hun contact met eerder beschreven kunststoffen is een overdracht van weekmakers en dus het bros worden van de onderdelen niet te voorkomen. Reiniging van de buitenkant De caravan dient niet vaker dan strikt noodzakelijk gewassen te worden. Voor de buitenreiniging geldt • Caravan met zwakke waterstraal afspoelen.
12. Onderhoud en reiniging Poetswerkzaamheden alleen in uitzonderingsgevallen en niet te vaak uitvoeren, aangezien bij het poetsen de bovenste laklaag verwijderd wordt. Bij frequent poetsen treedt daarom slijtage op. Voor teer- en harsvervuiling geldt • Teer- en harsafzetting en andere organische vervuiling verwijderen met wasbenzine of spiritus. Geen agressieve oplosmiddelen, zoals ether- of ketonhoudende producten gebruiken.
12. Onderhoud en reiniging Binnenreiniging Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water, om vochtproblemen te reduceren. Voor stoelbekledingen, bankkussens en gordijnen geldt • Stoelbekledingen met een zachte borstel of een stofzuiger reinigen. • Sterk vervuilde zitkussens, bedspreien en gordijnen laten reinigen, niet zelf wassen! • Zo nodig voorzichtig met het schuim van een fijnwasmiddel reinigen. Reinigingsaanwijzingen voor stoffen die teflon bevatten • • • • Behandel vlekken altijd onmiddellijk.
12. Onderhoud en reiniging Voor tapijtvloeren geldt • Met stofzuiger of borstel reinigen. • Indien noodzakelijk met tapijtschuim behandelen of shamponeren. Voor de PVC-vloerbedekking geldt Zand en stof op een PVC-vloerbedekking die regelmatig wordt betreden, kunnen het oppervlak beschadigen. Reinig de vloer bij gebruik dagelijks met een stofzuiger of bezem. • Maak de vloerbedekking schoon met schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor PVC. Leg geen tapijt bovenop de natte PVCvloerbedekking.
12. Onderhoud en reiniging Voor inbouwapparatuur geldt • Verwarming: verwijder minimaal eenmaal per jaar vóór het begin van het seizoen het stof dat zich heeft opgehoopt op warmtewisselaar, bodemplaat en ventilatorrotor van de warmeluchtinstallatie. Reinig de ventilatorrotor voorzichtig met een kwastje of borsteltje. • Het glycolmengsel van de warmwaterverwarming* moet eens in de twee jaar worden vervangen, omdat sommige eigenschappen (bijv. corrosiebescherming) achteruitgaan.
12. Onderhoud en reiniging Voor de reservoirs geldt • Waterleidingen en kranen schoonmaken, desinfecteren, ontkalken en helemaal aftappen. Laat de kranen open staan. • Maak de drinkwatertank schoon en leeg hem door de overloopbuis eruit te draaien. • Reinig en leeg de vuilwatertank. • Reinig en leeg de spoelwatertank en de toilettank. Reinig de toiletschuif, verzorg hem met een pakkingsmeermiddel en laat hem open staan. • Tap de elektrische boiler c.q. gasboiler volledig af.
12. Onderhoud en reiniging Neem ook de aanwijzingen van de fabrikanten van de inbouwapparatuur over het gebruik tijdens de winter in acht. Voor de ventilatie geldt Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van het voertuig bij lage temperaturen condenswater. Om een goede binnenluchtkwaliteit te garanderen en schade aan de caravan door condenswater te voorkomen, is een voldoende ventilatie zeer belangrijk. • Sluit de ventilatieroosters niet af.
12. Onderhoud en reiniging Voor reservoirs geldt • Als de binnenruimte voldoende wordt verwarmd bestaat er geen gevaar voor het bevriezen van de drinkwatertank, de waterleidingen en de elektrische boiler c.q. gasboiler. Vul alle watervoorraden pas nadat de binnenruimte volledig is opgewarmd. • Omdat het afvalwater buiten het voertuig wordt opgevangen, moet er antivriesmiddel of keukenzout aan worden toegevoegd. De uitloop van de afvoerbuis moet wordt vrijgehouden.
13. Afvalverwijdering en milieubescherming 13.1 Milieu en reizen met de caravan Milieuverantwoordelijk gebruik Caravaners hebben vanzelfsprekend een bijzondere verantwoording voor het milieu. Daarom dient bij het gebruik van de caravan het milieu altijd te worden ontzien. Voor een milieuverantwoordelijk gebruik geldt • Als u voor langere tijd in een bepaalde plaats verblijft, ga dan bij voorkeur naar een parkeerterrein speciaal voor caravancombinaties. Informeer a.u.b.
13. Afvalverwijdering en milieubescherming Voor alle afval geldt • Afval scheiden en recycleerbare stoffen in de kringloop terugbrengen. • Afvalbakken liefst in de daarvoor bestemde tonnen of containers ledigen. Zo worden onaangename geurvorming en problematische vuilnisophoping aan boord vermeden. Voor parkeerterreinen geldt • Rustplaatsen altijd in schone toestand achtterlaten, ook wanneer het afval van anderen afkomstig is. • Huisvuil mag niet in de afvalbakken worden gedeponeerd.
14.
14. Technische gegevens Techn. naam 360 KB T18B • 390 SF P28B • 400 SFe S15K • 440 SF F28? • • 455 UF N22? Presige Premium Excellent De Luxe ONTOUR De Luxe Edition Handelsnaam Landhaus 14.1 Chassisgegevens • • TTM [kg] Toel.
14. Technische gegevens Velgen Bandenmaat Vloer Tot. Spoor- SpanOp- Lengte Tot. lengte breedte breedte wijdte bouw- m. Gk Lengte lengte en Rl. Wielaansluiting Uitv.
14. Technische gegevens 14.
14. Technische gegevens maximale gewichtsverhoging TTM [kg] Asbelas-ting [kg] As nieuw! Extra dwarsbalk achter Wielen nieuw! Rem nieuw! Oploopinrichting Trekstang nieuw! Gewicht 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.001 185 R 14 C LI 102 geen KFL 20 A geen 11,7 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.001 185 R 14 C LI 102 geen KFL 20 A geen 11,7 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.
14.
14.
14. Technische gegevens 14.3 Voertuiggewicht Type Leeggewicht [kg] Basisuitvoering [kg] Massa in rijklare [kg] T.t.tot. gew.
14. Technische gegevens Type Leeggewicht [kg] Basisuitvoering [kg] Massa in rijklare [kg] T.t.tot. gew.
14. Technische gegevens 14.4 Banden en velgen Landhaus Presige Premium Excellent De Luxe ONTOUR Handel- Techn.
14. Technische gegevens max.
14. Technische gegevens 650 KMFe B33K Landhaus Presige Premium Excellent De Luxe ONTOUR Handel- Techn.
14. Technische gegevens max.
14. Technische gegevens 14.5 Bandenspanningtabel Als vuistregel kan worden aangehouden, dat een volledig gevulde band elke twee maanden 0,1 bar druk verliest. Om schade of een klapband te voorkomen moet de bandenspanning regelmatig worden gecontroleerd.
Index A Aankoppelen/afkoppelen 18 Aardlekschakelaar 71 Accessoires 108 Achteruit rijden 11 Afsluitkranen installatieplaats 88 Afstandsbediening 58 Afzuigkap 104 Apparaten omschakelen 13 Autark-pakket 73 B Banden 24 Bandenreparatieset 29 Bandenspanning 24 Basisuitrusting 17 Bedieningspaneel 54 Bedombouw 45 Belading 15 Beluchting en ontluchting 31 Binnenreiniging 120 Bodemplaat 119 Boiler 99 Boordnet 74 Brandbestrijding 4 Buitenreiniging 118 C CEE-stekker 70 Chassis 119 D Dak 37 Daklast 37 Dakluik 51 Dakventi
Nooduitrusting 6 TV-houder 43 O Oliën 111 Onderhoud 110 Onderhoud 117 Oplooprem 21 Opstapje 35 Oven 104 U Ultraheat 62 P Periodieke keuring 7 Plissés 52 Profieldiepte 25 R Ramen uitzetraam 49 onderhoud 119 Rangeren 12 Regelaar 86 Remmen 11 Rijden 10 Rijden door bochten 11 Rijgeluiden 112 S Schortrichel 37 Schuifladen 40 Serviceklep 35 Sleutel 33 Smeren 111 Steunlast 16 Stroomvoorziening 69 T Tafels 43 Tanks 79 Technisch toelaatbaar totaalgewicht 15 Technische gegevens 128 TFT-scherm 69 Toegangsdeur 33 b
Hobby-Wohnwagenwerk Ing. Harald Striewski GmbH Harald-Striewski-Straße 15 D-24787 Fockbek/Rendsburg www.hobby-caravan.