ONTOUR • DE LUXE • EXCELLENT • PRESTIGE • PREMIUM • LANDHAUS Gebruiksaanwijzing Version 10 / 2014 NL
Hartelijk welkom Beste caravanner, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY caravan. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze caravans voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij u het optimale kader voor de mooiste dagen van het jaar bieden. Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. aandachtig door, ook als u al langere tijd een caravan hebt gehad.
1 Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................................01-1 1.1 Algemeen......................................................................................................................01-1 1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing..................................................................01-2 2 Veiligheid.......................................................................................
7 Elektrische installaties.........................................................................................................07-1 7.1 Veiligheidsinstructies.....................................................................................................07-1 7.2 Bedieningspaneel..........................................................................................................07-2 7.3 Stroomvoorziening...........................................................................................
1. Inleiding 1.1 Algemeen De ontwikkeling van onze caravans staat niet stil. We vragen uw begrip voor het feit dat wijzigingen in uitrusting, vorm en technische bijzonderheden voorbehouden zijn. In deze gebruiksaanwijzing zijn ook uitvoeringsvarianten beschreven die deels niet tot de standaarduitrusting behoren. Om deze reden kunnen geen rechten jegens HOBBY worden ontleend aan de inhoud van de gebruiksaanwijzing. U zult begrijpen dat het ondoenlijk is elke variant apart te beschrijven.
1.2 Gebruikte termen in de gebruiksaanwijzing 1 De informatie over de caravan in deze gebruiksaanwijzing is als volgt opgezet: Teksten en afbeeldingen Teksten die betrekking hebben op afbeeldingen staan direct naast de afbeeldingen. Details in afbeeldingen (hier: toegangsdeur) zijn met positienummers j aangeduid. Opsommingen - Opsommingen geschieden puntsgewijs en zijn te herkennen aan een daaraan voorafgaand koppelteken.
Speciale uitvoeringen U hebt gekozen voor een caravan met een individuele uitrusting. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alle modellen en uitvoeringen die binnen hetzelfde programma leverbaar zijn. Zodoende kunnen hier uitvoeringsvarianten worden genoemd die geen betrekking hebben op uw caravan. Alle onderlinge varianten en daarmee alle speciale accessoires zijn aangeduid met een sterretje „ “.
2. Veiligheid 2.1 Algemeen • Neem m.b.t. de inbouwapparatuur (koelkast, verwarming, kooktoestel enz.) de bij het betreffende apparaat behorende gebruiksaanwijzing beslist in acht. • Het aan- of inbouwen van accessoires kan van invloed zijn op de afmetingen, het gewicht en de rijeigenschappen van de caravan; ook bij speciale uitvoeringen kunnen deze specificaties afwijken. Voor sommige toegevoegde delen/elementen geldt een registratieplicht.
2.3 Nooduitrusting Om op noodgevallen voorbereid te zijn, dient u de volgende drie hulpmiddelen altijd bij zich te hebben en met het gebruik daarvan vertrouwd te zijn. Verbanddoos 100 m De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in het trekkende voertuig c.q. de caravan worden bewaard. Na gebruik van materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan onmiddellijk weer worden aangevuld.
2.4 Vóór de rit 2.4.1 Voordat u op weg gaat Toelating op de weg In Nederland wordt dit uitgevoerd door de rijksdienst voor het wegverkeer(R.D.W.) Indien een caravan is toegelaten is het mogelijk (door tussenkomst importeur en dealer) bij aanschaf van een nieuwe caravan, de volgende documenten te verkrijgen. Kentekenbewijs op creditcardformaat (kentekencard) Deze wordt naar uw adres opgestuurd binnen enkele dagen na het op naam zetten van uw caravan.
Geschiktheid voor snelheden tot 100 km/u 1. Uw Hobby-caravan is technisch berekend op een maximale snelheid van 100 km/h. Deze snelheid mag in geen geval worden overschreden! 2. Neem de ter plaatse geldende voorschriften m.b.t. de maximumsnelheid van caravancombinaties in acht! 3. Let beslist op de volgende punten, want u bent verantwoordelijk voor de naleving ervan.
2.4.2 Vóór iedere rit Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend garagebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft stilgestaan (ca. 10 maanden). • Buitenspiegels op het voertuig instellen. • In de winter moet het dak sneeuw- en ijsvrij zijn voordat u begint te rijden. • Controleer regelmatig de bandenspanning voordat u gaat rijden.
• Indien van toepassing: duw de tv-antenne zo ver mogelijk in resp. klap de SAT-schotel om. • Indien van toepassing: fietsen veilig vastmaken, beveiligen tegen schuiven en ervoor zorgen dat de remlichten en achterverlichting van het voertuig niet aan het zicht onttrokken worden. • Beveilig de reservewielhouder (Premium) zo nodig tegen losraken. • In de winter moet het dak vóór het begin van de rit sneeuw- en ijsvrij worden gemaakt.
Transporteer gasflessen uitsluitend stevig vastgesjord in de daarvoor bestemde gasfleskast. Zorg voor voldoende ventilatie. Dek ingebouwde ventilatieroosters (dakluiken met ventilatierooster of dakventilatoren in paddestoelvorm) nooit af. Houd ventilatieroosters vrij van sneeuw en bladeren i.v.m. verstikkingsgevaar.
2.5 Tijdens de rit Rijden Maak vóór de eerste grote rit een proefrit of volg een veiligheidstraining, om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de combinatie. Voor het rijden geldt • Onderschat de lengte en breedte van de combinatie niet. • Wees voorzichtig bij het inrijden van inritten en doorritten. • Bij zijwind, ijzel of nat wegdek kan de combinatie gaan slingeren. • Pas de rijsnelheid aan de wegcondities en de verkeerssituatie aan. • Lange, iets hellende weggedeelten kunnen gevaar opleveren.
Remmen Een voertuig met caravan heeft een ander remgedrag dan een voertuig zonder caravan. Om die reden is het zinvol, met name voor ongeoefende bestuurders, op een geschikt terrein een aantal voorzichtige remtests uit te voeren. De remafstand van de combinatie is langer dan die van een voertuig zonder caravan. Deze wordt bovendien in sterke mate beïnvloed door de beladingstoestand van de caravan. Voor het remmen geldt • Met langere remweg rekening houden, vooral bij nat weer.
Bij de volgende voorwaartse beweging van de caravan worden automatisch weer de normale remeigenschappen tot stand gebracht. Tijdens het achteruitrijden is de rem van de caravan gedeactiveerd. Voor achteruitrijden geldt • De caravan beweegt tegengesteld aan de richting waarin u de auto stuurt. • Bij achteruitrijden iemand laten assisteren. Rangeren Uw combinatie is veel langer en groter dan enkel een personenauto.
Caravan plaatsen Voor het plaatsen van de caravan geldt • Handrem aantrekken. • Draai de draaisteunen slechts zover uit dat het gewicht nog op de as blijft steunen. (De kruk bevindt zich in de gasfleskast.) • Plaats bij een zachte ondergrond onderleggers onder de uitdraaisteunen. • Zet de wielen stevig vast met onderlegwiggen. De onderlegwiggen bevinden zich in de gasfleskast.
Waterinstallatie Stilstaand water in de drinkwatertank of in de in de waterleidingen wordt na korte tijd ondrinkbaar. Zorg er absoluut voor dat het restwater volledig wordt afgetapt voordat de watertank wordt gevuld. Controleer daarom vóór elk gebruik of de waterleidingen en de drinkwatertank schoon zijn. Desinfecteer en spoel regelmatig uw drinkwaterinstallatie – beslist vóór elke reis.
3. Chassis 3.1 Algemeen Chassisdelen en assen zijn onderdeel van het onderstel. Er mogen geen technische wijzigingen in worden aangebracht, omdat in dat geval de goedkeuring van het voertuig vervalt! Technische veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant. Met het oog op de verkeersveiligheid dient het chassis van een caravan even zorgvuldig onderhouden te worden als het trekkend voertuig zelf. Laat het onderhoud uitvoeren door uw HOBBYdealer.
Premium, De Luxe, Excellent, Prestige, OnTour: Het fabrieksplaatje bevindt zich in de gasfleskast boven de fleshouder. Landhaus: Het fabrieksplaatje bevindt zich aan de voorkant onderaan tegen de rechter zijwand. Premium, De Luxe, Excellent, Prestige, OnTour Landhaus 3.3 Belading 3.3.1 Algemeen Verwijder of verander het fabrieksplaatje niet. Voor de belading geldt • Verdeel het gewicht van de lading evenwichtig over het linker en rechter gedeelte van de caravan.
Overbelading kan leiden tot uitval van een band of zelfs een klapband! Hierdoor bestaat het risico dat de controle over het voertuig wordt verloren. U brengt daardoor uzelf en ook andere weggebruikers in gevaar. Berg in de kofferruimte (Premium) geen lading zwaarder dan 30 kg op. Hoe lager het zwaartepunt van de caravan ligt, hoe beter het gedrag in bochten en het rijgedrag. Bagagecategorieën in de caravan - Lichte voorwerpen j als handdoeken en licht linnengoed.
• De voorgeschreven kogeldruk (zie gebruiksaanwijzing of typeplaatje) alsook het toegestane totaalgewicht van trekkend voertuig en caravan mogen niet worden overschreden! Zo wordt de kogeldruk juist bepaald: 1. Stel uzelf op de hoogte van de maximale kogeldruk van het trekkende voertuig (autopapieren, typeplaatje,trekhaakplaatje). 2. De maximaal toegestane kogeldruk van uw Hobby-caravan bedraagt 100 kg (tot een max. toelaatbaar gewicht van 2000 kg) resp. 150 kg (vanaf een max.
a) Vloeibaargas-voorziening Aantal ingebouwde gasregelaars: (kg) Gewicht van een aluminium gasfles: (kg) Gewicht gasvulling (gasfles voor 11 kg): (kg) In totaal: (kg) 390 SF 360 KB 495 470 KMF 1 1 1 5,5 5,5 11 11 16,5 16,5 540 - 720 WLU, WFU, 770 720 KFU, CFf, CL 545 KMF 1 1 1 5,5 5,5 5,5 5,5 11 11 11 11 16,5 16,5 16,5 16,5 b) Vloeistoffen 25 l vaste schoonwatertank: (kg) 50 l vaste schoonwatertank: (kg) spoeltank voor toilet C 500: (kg) spoeltank voor toilet C 402: (kg) spoel
3.4 Stabilisatiekoppeling WS 3000 De caravan is uitgerust met een veiligheidskoppeling inclusief spoorstabilisator, waarmee slinger- en knikbewegingen van de aanhanger worden onderdrukt. Dit systeem voldoet aan de norm ISO 11555-1 en is toegelaten voor gebruik tot een maximumsnelheid van 100 km/h. Raadpleeg tevens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies van de fabrikant. NB: Met een veiligheidskoppeling kunnen geen fysische wetten buiten werking worden gesteld.
Aankoppelen controleren • De trekkogelkoppeling is gesloten als de hendel zich in stand k of l bevindt en de groene pen van de koppelingsindicatie m zichtbaar is. 4 Wanneer de WS 3000 niet op de juiste manier op de trekhaak wordt bevestigd, kan de caravan van het voertuig losraken. Activeren van de stabilisatie-inrichting • Daartoe moet de bedieningshefboom vanuit de gesloten stand k omlaag, tot aan de aanslag, stand l gezet worden.
Controle van het stabilisatiesysteem Na het aankoppelen en activeren van het stabilisatiesysteem kan de toestand van de wrijvingselementen worden gecontroleerd: 5 - Bevindt de slijtage-indicatie n zich in de groene OK-zone, zijn de frictievoeringen geschikt om mee te rijden. Zodra de indicatie in de gele overgangszone staat, moeten de wrijvingselementen onmiddellijk worden vernieuwd. Als de indicatie zich in de rode STOP-zone bevindt, is er geen sprake meer van een stabilisatiefunctie.
3.6 Handrem De onderdelen van de reminrichting, met name oploopinrichting, overbrengingsinrichting en wielrem zijn gecontroleerd volgens de desbetreffende EG-richtlijnen en mogen uitsluitend worden gebruikt in de toegelaten combinatie. Wanneer u wijzigingen aan de reminrichtingcomponenten aanbrengt, vervalt deze goedkeuring. Wijzigingen zijn alleen toegestaan met goedkeuring van de fabrikant.
3.7 Oploopinrichting en wielremmen Het oploopremsysteem bestaat uit de oploopinrichting, een overbrengingsinrichting en de wielremmen. De oplooprem zorgt ervoor dat de caravan bij het oplopen op het trekkend voertuig automatisch wordt afgeremd. D.w.z. het oploopremsysteem werkt onafhankelijk van het remsysteem van het trekkende voertuig. De opgewekte remkracht is voornamelijk afhankelijk van de intensiteit van de afremming van het trekkende voertuig en de laadtoestand van de caravan.
Automatische remverstelling (Premium) Alle Premium-modellen beschikken over een automatische remverstelling, de slijtage van de remvoeringen wordt automatisch gecompenseerd. • Het regelmatig bijstellen van de remmen is overbodig. • Bij het achteruit rijden wordt de verstelling automatisch gedeactiveerd. Ondanks de remverstelling blijven remvoeringen over het algemeen onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage.
Neem in dit verband beslist ook goede nota van de afzonderlijk bijgevoegde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de assen en remmen (Knott). 3.8 Uitdraaisteunen De zeskant voor het aanbrengen van de draaihendel is bij deze series aan de voorzijde bereikbaar via de opening in de lampdrager. De uitdraaisteunen bevinden zich aan de voor- en achterzijde onder de caravan. De Luxe/Excellent/Prestige/Premium Uitdraaisteunen uitdraaien • Parkeer het voertuig het liefst waterpas.
4. Wielen, banden 4.1 Banden Gebruik uitsluitend banden die in de toelatingspapieren zijn gespecificeerd. Voor het gebruik van andere bandenmaten is goedkeuring van de fabrikant vereist. • Controleer de banden regelmatig op gelijkmatige profielslijtage, profieldiepte en uiterlijke beschadigingen. • Gebruik altijd banden van hetzelfde soort en type (zomer- of winterbanden). • Rijd nieuwe banden de eerste 100 km voorzichtig in, zodat ze hun volledige gripvermogen kunnen ontwikkelen.
Een te lage spanning leidt tot oververhitting van de band. Ernstige schade aan de band kan daarvan het gevolg zijn. De juiste bandenspanning staat aangegeven in de bandenspanningtabel in het hoofdstuk ‘Technische Gegevens’ of de tabel in de dissel bak. 4.3 Profieldiepte, leeftijd . van de banden Vernieuw uw banden uiterlijk wanneer de profieldiepte nog slechts 1,6 mm bedraagt.
4.4 Velgen Gebruik alleen velgen die op grond van de specificaties in de voertuigpapieren mogen worden gebruikt. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Voor gebruik van andere velgen geldt: - maat, uitvoering, inpersdiepte en draagvermogen moeten op het toegestane totaalgewicht berekend zijn. - de conus van de bevestigingsschroef moet passen bij de velguitvoering. Afwijkingen zijn alleen met goedkeuring van de fabrikant toegestaan.
4.5 Het verwisselen van een wiel Het verwisselen van een wiel voorbereiden 1 1 2 3 04-4 1 • Zorg in de eerste plaats voor uw eigen veiligheid! • Verwissel het wiel zo mogelijk bij een aangekoppeld trekkend voertuig. • Parkeer het voertuig op een zo vlak mogelijke en vaste ondergrond. • Bij bandenpech op de openbare weg: beveilig het weggedeelte met gevarendriehoek resp. knipperlicht.
Reservewiel De Luxe, Excellent, Prestige, Premium en Landhaus* Bij de bovengenoemde series bevindt het als optie beschikbare reservewiel zich in een houder onder het voertuig. Om het reservewiel te kunnen verwijderen moet het voertuig zijn afgekoppeld en op de trekhaak worden geplaatst, zodat de achterkant van het voertuig omhoog komt. 1 Reservewiel verwijderen • Koppel het voertuig los en zet hem neer. • Draai de schroefborging j los. • Haal de reservewielhouder uit de langsligger k.
De uitdraaisteunen dienen niet als krikken*! Na het verwisselen van het wiel moet na een afstand van 50 km worden gecontroleerd of de wielbouten stevig vastzitten en moeten deze zo nodig aangehaald worden. Het verwisselen van een wiel • Geschikte krik* op de asbuis naast de tuimel- armgroep of op de langsligger ter hoogte van de asbevestiging van het te verwisselen wiel plaatsen. • Bij caravans met dubbele as, krik altijd onder de achteras plaatsen.
Bandenreparatieset Gebruik de bandenreparatieset niet wanneer de band ten gevolge van rijden zonder lucht is beschadigd. Kleine sneden, in het bijzonder in het bandloopvlak, kunnen met de bandenreparatieset afgedicht worden. Verwijder geen voorwerpen (b.v. schroeven of spijkers) uit de band. De bandenreparatieset is te gebruiken bij buitentemperaturen tot ca. –30°C. De bandenreparatieset heeft een houdbaarheidsdatum. Let daarom op de vervaldatum.
D Houd de vulfles met de vulslang omlaag en knijp deze in. Pers de gehele flesinhoud in de band. Verwijder de vulslang j en schroef het ventielstuk k met de ventieluitdraaier l in het bandventiel vast. E Schroef de luchtvulslang n op het bandventiel vast.Steek de stekker o in de contactdoos van de sigarenaansteker. Pomp de band op p. Gebruik de elektrische luchtpomp maximaal 8 minuten lang! Oververhittinggevaar! Wordt de vereiste luchtdruk niet bereikt, rijd dan met het voertuig ca.
5. Opbouw buiten 5.1 Beluchting en ontluchting Voor dwang ventilatie geldt Een juiste beluchting en ontluchting is een absolute voorwaarde voor aangenaam wooncomfort. In uw caravan zijn een trekvrije beluchting in de vloer j en een ontluchting in de dakkappen k geïntegreerd, die niet in hun werking belemmerd mogen worden. 1 Wij adviseren dakluiken te openen bij gebruik van de caravan als woonverblijf. 2 Door koken, natte kleding enz. ontstaat waterdamp. Ieder mens staat per uur ca.
Bij extreem hoge buitentemperaturen wordt aanbevolen de ventilatieroosters te verwijderen. Daardoor wordt een hogere luchttoevoer naar de koelkast verkregen en de koeling verbeterd. Bij neerslag of tijdens het rijden moeten de ventilatieroosters vast gemonteerd zijn. Lees de aanwijzingen op de afdekkingen. De afdekkingen mogen ‘s winters alleen bij elektrisch ingeschakelde koelkast gebruikt worden. Ventilatieroosters verwijderen • Schuif de vergrendeling(en) l tot aan de aanslag naar boven.
5.2 Deuren en kleppen openen en sluiten Sleutels Bij de caravan worden twee sleutels geleverd. Beide sleutels passen op : - toegangsdeur - serviceluiken - toiletluik - deksel gasfleskast - sluiting drinkwatertank - kofferruimte (Premium) Toegangsdeur buiten Openen • Draai de sleutel naar links tot het slot hoorbaar openklikt. • Draai de sleutel in verticale stand terug en trek hem uit het sleutelgat. • Trek aan de deurgreep. • Open de deur. Sluiten • Sluit de deur.
Toegangsdeur binnen 2 Openen • Grijp in de greepuitsparing j, trek aan de ontgrendelhefboom, open de deur en laat de hendel los. 1 Sluiten • Trek de deur dicht. • Druk op de grendelknop k. Zo kan ook de van buiten vergrendelde deur van binnen uit geopend worden. 1 3 Gedeelde toegangsdeur Bovenste l en onderste helft k van de toegangsdeur kunnen afzonderlijk worden geopend en gesloten. Hiervoor moet de bovendeur l na het openen van de onderdeur worden ontgrendeld.
Verduisteringsrolgordijn k en vliegenhor j in de toegangsdeur worden in de gewenste stand gebracht door eraan te trekken. Beweeg voor het openen de rail voorzichtig in de uitgangspositie terug om de plissés correct op te vouwen. 1 2 Opstapje Bij het in- en uitstappen geldt • Zet het opstapje voor de ingang voor de caravan. • Let erop dat het opstapje op vaste bodem rust. Zo wordt voorkomen dat het opstapje kantelt.
Het serviceluik is pas stevig gesloten als alle sluitingen tijdens het sluiten vastklikken. Als de klep niet correct gesloten is, dan kan dit – vooral bij langdurige stilstand zonder gebruik van de caravan – leiden tot permanente vervorming van het serviceluik. Behandel de afdichtingen van de serviceklep regelmatig met siliconenspray om ervoor te zorgen dat de serviceklep goed en soepel afsluit. Klep van de gasfleskast OnTour Openen • Open het slot j met de sleutel.
Kofferruimte Premium Openen • Open het slot j met de sleutel. • Draai de greep een kwartslag naar beneden, zodat hij verticaal staat. • Klap de klep van de kofferruimte langzaam open. Sluiten 1 • Sluit de klep van de kofferruimte en draai de vergrendelgreep 90° in horizontale stand. • Sluit het slot af met de sleutel. Een te zware belading van de kofferruimte leidt tot een aanzienlijke verslechtering van de rijeigenschappen en brengt alle deelnemers aan het wegverkeer in gevaar.
5.3 Dak M.b.t. de dakbelasting geldt • Betreed het dak alleen via een genormeerde en goedgekeurde ladder die een stevig houvast biedt. • Het dak is niet ontworpen voor puntbelastingen. Leg vóór het betreden van het dak iets op de loopzone. Geschikt zijn materialen met een glad en zacht oppervlak, bijvoorbeeld een plaat van piepschuim. • Kom niet te dicht in de buurt van het dakluik of de dak-airconditioning (houd minstens 30 cm afstand). • Ga niet op de afgeronde delen aan voor- en achterzijde staan.
Onderaan de carrosserie van de caravan bevinden zich de tochtstrooklijsten. De tochtstroken moeten altijd vanuit het midden van het voertuig naar buiten toe worden bevestigd. De wielkastafdekking beschikt over een geïntegreerde lijst voor het bevestigen van een wielafscherming. (windhoes niet standaard meegeleverd) 5.5 Fietsendrager* Bij alle modellen wordt de fietsendrager op de dissel gemonteerd.
5.6 Dakluifel* Voor het achteraf monteren van dakluifels zijn passende adapters en aanbouwdelen beschikbaar. Laat u a.u.b. informeren bij uw Hobby-dealer. De dakluifel moet in principe door een erkend bedrijf worden gemonteerd. De maximaal toegestane breedte en hoogte mogen door de aanbouw van een zonneluifel niet worden overschreden. Door de aanbouw van een zonneluifel kan het naloop-/rijgedrag van de caravan negatief worden beïnvloed. Lees a.u.b.
6. Opbouw binnen 6.1 Deuren, kleppen en schuifladen openen en sluiten Keukenbovenkast Premium Openen 1 • Trek greep j aan de lange zijde naar voren en klap hem naar de korte kant toe in. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit. Alleen de kleppen van de keukenbovenkasten beschikken over een extra vergrendeling. De overige bovenkastkleppen sluiten door de veerkracht van de scharnieren.
Meubeldeuren met klink Deur wasruimte • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. Meubeldeuren met draaiknop Kledingkast • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten. Keukenladen/-kasten met drukslot 1 Elke afzonderlijke lade wordt beveiligd door een aparte Pushlock j. 2 Openen • Druk op de pushlock j (drukknop-sluiting) totdat de knop naar buiten springt. • Trek aan de greep k totdat de lade opengaat resp. de deur open is. Sluiten • Schuif de lade dicht k resp.
Meubeldeuren met sluitmechanisme Keukenbovenkasten OnTour, De Luxe, Excellent, Prestige, Landhaus Openen • Raak de toets aan en open de meubeldeur d.m.v. de greep. Sluiten • Sluit de meubeldeur d.m.v. de greep. Spiegelkasten wasruimte achterzijde Openen • Open de spiegelkastdeur door op de ontgrendeling aan de achterzijde van de onderrand te drukken. Sluiten • Beweeg de spiegelkastdeur in de uitgangspositie totdat deze automatisch en hoorbaar wordt vergrendeld.
Meubeldeuren met soft-close Bovenkasten, bergruimten, apothekersladen Openen • Open de meubeldeur bij de greep. Sluiten • Sluit de meubeldeur bij de greep. Draaikast hoekkeuken Ontgrendel de deur van de hoekonderkast door op het drukslot j te drukken. Open vervolgens de deur bij de k greep. 1 Draai de twee planchetten voorzichtig uit de kast door er licht aan te trekken. 2 Het sluiten van de hoekonderkast gebeurt in omgekeerde volgorde. Sluit vóór vertrek alle kleppen en schuifladen goed af.
6.2 TV-houder * Druk de metalen rail j in om deze te ontgrendelen en schuif tegelijkertijd de TV-houder uit. 230V-contactdozen en de antenne-aansluiting voor TV of ontvanger bevinden zich vlakbij. 1 TV-houder voor plat beeldscherm Trek de borgpen k naar boven om deze te ontgrendelen en beweeg de houder tot in de gewenste positie. Om de TV-houder weer vast te zetten moet de houder worden teruggeduwd totdat hij vastklikt.
Hangtafel 3 4 1 2 06-6 Laten zakken • Til het tafelblad aan de voorzijde ca. 30° op. • Trek het onderste deel van de tafelpoot j naar beneden, klap hem 90° om en leg hem er tegenaan. • Klap de steunvoeten k 90° uit. • Trek het tafelblad uit de bovenste wandhouder l. • Til het tafelblad aan de voorzijde een flink stuk op en haak het in de onderste m wandhouders. • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de steunvoeten.
Zwenktafel Laten zakken • Beweeg de beugelgreep j aan de rechterzijde naar boven. • Draai het tafelblad naar beneden naar het midden van het voertuig totdat de vergrendeling vastklikt. Draaien • De tafelpoten zijn voorzien van wieltjes in een hoek van 45°, waarmee de tafel desgewenst om zijn middelpunt kan worden gedraaid. De zwenktafel is niet aan de vloer bevestigd. Voordat u begint te rijden moet de tafel worden neergelaten en de wieltjes met de bijgeleverde transportbeveiligingen worden geborgd.
* Bedverbreding voor L-bedden 1 Door de bedverbreding kunnen de twee lengtebedden worden uitgebreid tot één groot litsjumeaux. • Til het nachtkastelement j op en verwijder hem. • Trek aan de greep k en trek de lattenbodem l er volledig horizontaal uit. • Leg het extra kussen m op de lattenbodem. 2 3 4 * Bedverbreding zitgroep (of afhankelijk van het model) In het smalle gedeelte van de zitgroep kan bij sommige modellen het ligoppervlak worden verbreed.
Scheidingswand voor slaapruimte Maak de clip j ter bevestiging van de scheidingswand los en sluit de scheidingswand langzaam en voorzichtig langs de railgeleider. De magnetische sluiting vergrendelt de scheidingswand automatisch. 1 Hoofdsteunen (Premium)* De hoofdsteunen kunnen handmatig in verschillende standen worden vergrendeld. Til de hoofdsteunen al naar behoefte op totdat ze in de gewenste stand worden vastgezet of duw ze met lichte druk omlaag.
6.6 Douchewand wasruimte achterzijde De douchewand in de doucheruimte aan de achterzijde moet tijdens het rijden stevig vergrendeld zijn. Douchewand uitklappen • Maak drukknop j los. • Klap de grepen k van de douchewand uit • Klap de douchewand uit en beweeg hem tot aan de tegenoverliggende kant. 1 Douchewand sluiten • Beweeg de douchewand weer terug en klap hem weer in. • Klap de grepen k in totdat deze nauw tegen de douchewand aan liggen. • Sluit drukknop j. 2 6.
6.8 Garage * Optioneel kan bij sommige kinderbedmodellen de garageuitrusting worden gekozen. Let er bij de ombouw tot garage op dat het onderste kinderbed altijd met de daarvoor bestemde bevestigingen j is beveiligd. 1 De gehele uitrusting die in de garage wordt vervoerd moet worden bevestigd met de sjorogen k en met geschikte bevestingsbanden. Niet-bevestigde voorwerpen kunnen bij een ongeval of krachtig remmen in gevaarlijke projectielen veranderen. 2 6.
Raamuitzetter traploos Openen 2 • Draai de grendel j 90°. • Duw het raam met één hand aan de grendel naar buiten totdat de gewenste openingshoek is bereikt. Draai vervolgens met de andere hand de draaiknop k aan totdat u weerstand voelt en het raam op zijn positie blijft. Sluiten • Draai de knop k los zodat het raam kan worden dichtgeklapt. • Draai alle grendels in de uitgangspositie terug, zodat ze achter de beugels klemmen en het raam naar de afdichting toe trekken.
Keukenraam Zonne- en insectenrolgordijnen zijn in het raamkozijn geïntegreerd en traploos verstelbaar. Sluiten • Breng de greep voor zonnerolgordijn of het lipje voor insectenhor langzaam en gelijkmatig in de gewenste positie. Openen • Schuif het rolgordijn langzaam en gelijkmatig omhoog. Combineren • Trek het zonnerolgordijn langzaam en gelijkmatig naar beneden en trek vervolgens de insectenhor tot aan het gewenste niveau omlaag.
Groot dakluik Luik openen Voordat u het luik opent, dient u zich ervan te vergewissen dat er boven de caravan voldoende ruimte is voor het luik in geopende toestand. Het luik kan tot maximaal 60° worden geopend. • Grijp in de opening van de uitsparing en klap de draaihendel in de gebruikspositie. Door met de wijzers van de klok aan de hendel te draaien kunt u nu het luik openen tot de gewenste positie. Bij het bereiken van de max. openingshoek voelt u weerstand.
Insectenhor en verduisteringsplissé Beide plissés kunnen traploos worden versteld door deze horizontaal te verschuiven. Dakluik (doucheruimte) Het dakluik kan aan één of twee kanten worden opengezet. Openen • Druk op de kliksluiting aan de binnenkant van het dakluik. Duw tegelijkertijd het dakluik aan de handgreep naar boven. Sluiten • Trek het dakluik aan beide handgrepen krachtig naar beneden totdat de beide sluitingen vastklikken.
06-16
7. Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies De elektrische installatie in HOBBY-caravans is uitgevoerd overeenkomstig de geldende voorschriften en normen. Let op het volgende De veiligheidsinstructies resp. risicowaarschuwingen op de elektrische onderdelen mogen niet worden verwijderd. Installatieruimten in de buurt van elektrische inbouwapparaten als zekeringverdeelkasten, stroomvoorzieningen enz. mogen niet worden gebruikt als extra bergruimte.
7.2 Bedieningspaneel Sfeerverlichting 2 Wandlamp 4 Plafondlamp 5 Keukenlamp 8 Voortentlamp 7 1 Elektrische boiler 9 Sfeerverlichting 1 Vloerverwarming 2 10 Sfeerverlichting 3 3 Waterniveau-indicatie Memory 14 6 Hoofdschakelaar 12 Standaard bedieningspaneel (OnTour/De Luxe/Excellent/Prestige) Het systeem bestaat uit besturingselektronica, een standaard- of LCD-paneel (modelspecifiek of optie) met toetsendisplay en verscheidene besturingspanelen met drie toetsen.
Sfeerverlichting 2 Wandlamp 4 Plafondlamp Keukenlamp 5 8 Voortentlamp 7 1 Elektrische boiler 9 Sfeerverlichting 1 Vloerverwarming 2 10 Sfeerverlichting 3 3 Memory 6 Draaiknop met toets Menu LCD Display 14 11 Hoofdschakelaar 12 LCD-bedieningspaneel (Premium/Landhuis of optie) 07-3
Functie hoofdschakelaar 12 • Nadat de caravan voor het eerst is aangesloten op het 230V-stroomnet moet de hoofdschakelaar of een willekeurige functietoets worden geactiveerd om alle 12V-apparaten en de via het systeem aangesloten 230V-apparaten (bijv. warmwaterboiler, vloerverwarming) aan te zetten. • Als de installatie in bedrijf is, wordt door het kort indrukken van de hoofdschakelaar de verlichting helemaal uitgeschakeld. Alle permanente 12V-voorzieningen (bijv.
Wandlampen 1 en plafondlamp 5 • Door deze toets kort in te drukken wordt de desbetreffende verlichting in- en uitgeschakeld. Door de toets langer ingedrukt te houden kan de lichtsterkte worden geregeld. De ingestelde lichtsterkte wordt opgeslagen, zodat deze na het uit- en weer inschakelen van de lamp bewaard blijft. Als de stroomvoorziening van het systeem onderbroken is geweest, dan brandt de wandlamp de eerstvolgende keer dat hij wordt ingeschakeld op maximaal vermogen.
Keukenlamp 8 • Door deze toets kort in te drukken wordt de keukenlamp in- en uitgeschakeld. Elektrische boiler met LED-display 9 • Door deze toets kort in te drukken wordt de elektrische boiler in- en uitgeschakeld. Als de elektrische boiler is ingeschakeld, wordt dit aangegeven door een oplichtende LED. • M.b.v. de hoofdschakelaar 12 kan ook de elektrische boiler worden uitgeschakeld. • Bij de optie elektrische boiler wordt deze i.p.v. de elektrische boiler in- en uitgeschakeld.
Niveau-indicator 14 Door deze toets kort in te drukken wordt het niveau van de drinkwatertank weergegeven m.b.v. een reeks LED’s. De inhoud van de drink- en vuilwatertank wordt weergegeven in vijf stappen.
Kinderschakelaar In alle voertuigen met een scheidingswand in de entree bevindt zich bij de toegangsdeur een speciale schakelaar, op een voor kinderen bereikbare hoogte. Met deze schakelaar kan de hoofdverlichting worden in- en uitgeschakeld. Afstandsbediening* • Met de handzender kunnen zes functies van het bedieningspaneel op afstand worden aan-/uitgeschakeld.
huidige tijd huidige datum Standaardfuncties LCD-scherm Basismenu • Als gedurende ca. 30 seconden geen navigatietoets wordt ingedrukt, verschijnt het basismenu. Dit menu is niet verlicht. Tijd • In dit veld wordt de huidige tijd weergegeven. Datum • In dit veld wordt de huidige datum weergegeven.
Niveauaanduiding drinkwatertank • Na eenmaal naar rechts of links draaien verschijnt het menu voor de weergave van het drinkwaterniveau in de tank. • In het voorbeeld is de tank voor een kwart gevuld. Aanduiding en meting vinden plaats in de volgende stappen: leeg, 1/4, 1/2, 3/4 en vol. Buitentemperatuur • Na nogmaals draaien naar rechts verschijnt het menu voor de weergave van de buitentemperatuur. De buitentemperatuursensor bevindt zich onder de vloer links of rechts van de buitendeur.
Airconditioning* De volgende functies van de klimaatinstallatie kunnen worden ingesteld via de bedieningseenheid: - On/Off – AAN/UIT - Cool Mode: koeling en ventilatie Cool Low / Cool / Cool High - Fan Mode: alleen ventilatie Fan Low / Fan High - Dry: verwarmingsfunctie Bovengenoemde functies zijn alleen beschikbaar bij CI-compatibele klimaatinstallaties. Bij enkele modellen met airconditioning kunnen de functies enigszins afwijken. Alde warmwaterverwarming* De Alde warmwaterverwarming kan behalve m.b.v.
Instellen van tijd, wektijd en datum • Nadat men gedurende enige tijd (ca. 2 seconden) de menuknop ingedrukt heeft gehouden, komt men in het menu voor het instellen van de huidige tijd, de huidige datum, de wektijd en voor het in- en uitschakelen van de wekfunctie. • Binnen dit menu kan men met de pijltoetsen “rechts” en “links” de verschillende instelwaarden selecteren.
Accu opladen Accu wordt ontladen: Stroomafname: Resterende looptijd tot aan de ontlading: Oplaadniveau: 5A 8 uur 50% Accu wordt opgeladen: Laadstroom: Verwachte laadtijd: Oplaadniveau: 7A 4,5 uur 60% Als de oplaadniveau-indicatie geen waarde aangeeft, moet de intelligente accusensor opnieuw worden gekalibreerd. Dit doet het systeem normaliter automatisch. Tijdens de kalibratie van de sensor mag de laad- resp. ontlaadstroom niet groter zijn dan 150mA.
WLAN-module * Het Hobby CI-BUS boardmanagement kan maximaal 15 apparaten met elkaar in een netwerk verbinden, zodat ze via een centraal bedieningspaneel kunnen worden bediend en de diverse functies op een display worden weergegeven (Standaard). Gekoppeld aan een WLAN-module kunnen alle functies van het LCD-bedieningspaneel draadloos via smartphone, tablet of notebook worden bediend.
Nadat het netwerk is geselecteerd, het wachtwoord is ingevoerd en de knop “Verbinden” is ingedrukt, kan in de webbrowser de pagina http://192.168.0.1 worden opgeroepen. Door verder aan de draaiknop op het bedieningspaneel te draaien en de menuopties te bevestigen komt men terecht bij de gegevens van de webserver, die nodig zijn om de gegevens in de webbrowser te openen.
Op dit moment wordt het gebruik van een surfstick nog niet ondersteund. Zorg er beslist voor dat de WLANfunctie via het WLAN-menu op het LCD-scherm wordt aan- en uitgeschakeld. Na het uitschakelen verschijnt op de het display gedurende ca. 60 seconden de indicatie “WLAN shutdown”. Nadat de indicatie “WLAN: Off” is verschenen kan de gehele stroomvoorziening van de caravan worden uitgeschakeld.
7.3 Stroomvoorziening De caravan kan op de volgende manieren van stroom worden voorzien: - via een 230V-aansluiting op het elektriciteitsnet (50 Hz.) - via het trekkende voertuig: door een verbinding met de 13-polige stekker (beperkt aantal functies). - via een ingebouwde hulpaccu *. Alle 12V-gebruikers als verlichting, watervoorziening enz. zijn beschikbaar. Stroomvoorziening via netaansluiting De caravan moet worden aangesloten via de 230V-toevoerstekker CEE in de zijwand van het voertuig.
5 4 Ontkoppelen • Schakel de zekeringsautomaat m uit door de wipschakelaar n naar beneden te drukken. • Duw de hendel l in de buitencontactdoos naar beneden. • Trek de CEE-stekker k eruit. • Duw de afdekklep j naar beneden totdat deze vastklikt. Het zekeren van de 230V-installatie gebeurt d.m.v. een tweepolige 13 A-zekeringsautomaat m, die zich in de kledingkast bevindt (460 HL OnTour in de zitgroep). (Met uitzondering van inbouwapparaten als Ultraheat, warmwaterverwarming enz.
Stroomvoorziening via trekkend voertuig Tijdens het rijden neemt de accu van de auto de stroomvoorziening van de 12V-apparatuur voor zijn rekening als contactpunt 9 van de 13-polige stekker op de contrastekker van de auto is aangesloten. Toewijzing van het 13-polige stekker (systeem Jäger) Contactpunt Schakel de 12V-voorziening tijdens het rijden, bij langere tussenstops en rustpauzes uit via de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel, omdat anders de voertuigaccu wordt ontladen.
Aardlekscakelaar 2 Uw voertuig is standaard uitgerust met een FIaardlekschakelaar voor de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele foutstroom. De schakelaar is bij elk voertuig in de garderobekast ingebouwd. Aan de aardlekschakelaarmogen geen reparaties worden uitgevoerd. Een FI-veiligheidsschakelaar biedt geen bescherming tegen het gevaar van een elektrische schok. 1 Na ingebruikneming van de elektrische installatie moet de werking van de aardlekschakelaar worden gecontroleerd.
Werking m.b.v. hulpaccu* (Autark-pakket) Laadregelaar in de garderobekast aan de wand • Er mogen uitsluitend accumulators met gebonden elektrolyten (Gel- of AGM-accu’s) ingebouwd worden op door de fabrikant aangeven plaatsen. • De geïnstalleerde gel-accu mag niet worden geopend. • Gebruik bij vervanging van de hulpaccu alleen een accu van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit.
Op de accupool is een intelligente accusensor (IBS) aangesloten, die uiterst nauwkeurig de actuele stroom en de actuele spanning bewaakt. Het is mogelijk om de bedrijfsduur van de accu bij het huidige verbruik van tevoren exact te bepalen. De IBS geeft tijdig aan wanneer de accu moet worden vervangen en brengt d.m.v. een actief energiemanagement de prestatie-eisen van de diverse apparaten en de lading van de accu met elkaar in evenwicht.
7.4 Boordnet • Controleer vóór iedere reis het laadniveau van de accu (zie pagina 07-13). Breng zo nodig een netaansluiting tot stand en activeer de hoofdschakelaar om de accu op te laden. • Laat de hoofdschakelaar tijdens het gebruik van de caravan ingeschakeld, opdat de accu regelmatig wordt opgeladen. • Vergeet niet de drukschakelaar op de batterijhouder te activeren. • Benut tijdens uw reis iedere gelegenheid om de accu op te laden.
Toewijzing zekeringen De zekeringen van de afzonderlijke interne stroomkringen bevinden zich in de lichtregelmodule. De zekeringen zijn als volgt gerangschikt (van links naar rechts): Bij sommige modellen kan er sprake zijn van geringe afwijkingen in de toewijzing. Stroomkring 1 (7,5 A): kinderbedlampen, klerenkastlamp (alleen WLU), voortentlamp, wandlampen, plafondlamp, bedlampen.
7.5 Contactschema lichtregelsysteem Elektrische boiler vloerverwarming toevoerleiding 1 2 34 35 S39 naar laadregelaar aansturing RE+(alleen selfsupporting 12V) 36 3 40 S40 10/11 van ontstekingsplus voertuig +- +- +1 S41 zekeringen 7,5A 15A ++ - - 7,5A 7,5A 7,5A S37 4 wandlamp dimmer brug van S37 naar 4 keuken 9 en 13 van voertuig of verbinding met laadregelaar aansluiting accu bij selfsupporting / 12V plus stroomvoorziening aardleiding 30 jumper 1 bij selfsupp. / 12 vg.
7.6 Speciale verlichting De hier beschreven verlichting wordt direct op het apparaat aan- en uitgeschakeld en is niet centraal regelbaar via het bedieningspaneel. Hoeklampen 1 Spot j en geïntegreerde verlichtingszuil k zijn afzonderlijk te bedienen. 2 3 De verlichting van de klerenkast l wordt bij opening van de kledingkastdeuren geactiveerd via een geïntegreerde contactschakelaar (niet te bedienen via het bedieningspaneel). De LEDlamp werkt op batterijen.
8. Water 8.1 Algemeen Aanbevolen wordt het getapte water vóór gebruik bijzonder kritisch te proeven. • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen. • Om een perfecte waterkwaliteit te kunnen waarborgen, dient het water zo mogelijk rechtstreeks uit het openbare drinkwaternet te worden getapt.
Voor de dompelpomp geldt • De dompelpomp is alleen voor water geschikt. • De dompelpomp verdraagt kortstondig temperaturen tot 60°C. • Drooglopen vermijden. • De pomp tegen vastvriezen beschermen. • Heftige stoten, slagen of sterk vervuild water kunnen de pomp vernielen. De dompelpomp is onderhoudsvrij. De dompelpomp wordt automatisch ingeschakeld zodra de waterkranen worden opengedraaid. 8.2 Watervoorziening Drinkwatertank 4 De tank j heeft afhankelijk van het model een inhoud van 25 resp.
Waterinstallatie vullen 5 • Zet de caravan horizontaal. • Sluit alle waterkranen. • Schakel de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel in. • Sluit de overloopventielen van de boiler. • Ontgrendel het tankdeksel n en open het door tegen de wijzers van de klok in te draaien. • Vul de verswatertank via de vulopening. • Zet alle waterkranen op ‘warm’ en draai ze open. De waterpomp wordt ingeschakeld. • Laat de waterkranen open staan totdat het water zonder luchtbelletjes uit de waterkranen stroomt.
Voor de boiler geldt • Schakel het apparaat op het bedieningspaneel uit als de caravan niet wordt gebruikt. • Bij vorstgevaar de boiler ledigen. Bevroren water kan de boiler doen barsten! • Bij aansluiting op een centrale watervoorziening of bij krachtiger pompen moet een reduceer-afsluiter geïnstalleerd worden. In de boiler mag slechts een druk heersen van maximaal 1,2 bar. Tevens moet een veiligheids-/aflaatventiel in de koudwatertoevoerleiding worden geplaatst.
Als de caravan bij bevriezingsgevaar niet wordt gebruikt, moet het gehele waterleidingsysteem beslist worden geleegd! Laat de waterkranen half open staan. Laat alle aftapkranen openstaan. Leeg uw vuilwatertank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! Vuilwaterinzamelpunten zijn doorgaans te vinden bij wegrestaurants, kampeerterreinen of tankstations.
Tap bij bevriezingsgevaar de vuilwatertank af. Laat nooit kokend water in de afvoer van de wasbak weglopen. Dit kan leiden tot vervormingen en lekkage in het afvalwatersysteem. City-wateraansluiting* 1 08-6 Met de City-wateraansluiting kan de caravan worden aangesloten op een vast watersysteem. • Sluit de waterslang (neem de drinkwaterverordening in acht!) met behulp van een Gardenakoppeling aan op de City-wateraansluiting j.
8.3 Toilet 1 2 3 Voorbereiding van de toilettank Voordat u het toilet kunt gebruiken, moet u eerst de toilettank volgens nevenstaande afbeeldingen 1 tot 11 voorbereiden. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Voeg nooit sanitaire (reinigings) middelen rechtstreeks toe via schuif of toiletpot, omdat dit de schuifpakking van de toilettank zou kunnen beschadigen. Voeg de vloeistoffen altijd toe via de aftappijp (afb. 6). Het is raadzaam op de ontluchtingsknop (afb.
Gebruik van het banktoilet Het toilet kan worden gebruikt met geopende of gesloten schuif. Om de schuif te openen, draait/ schuift u de bedieningsknop/hendel (afhankelijk van de uitvoering) tegen de wijzers van de klok in. Laat geen water in de toiletpot staan als het toilet niet wordt gebruikt. Het leidt tot vermindering van onaangename geurtjes. U spoelt het toilet door enkele seconden op de spoelknop te drukken. Sluit de schuif na elk gebruik.
21 24 22 25 23 Het legen van de toilettank 26 De toilettank beschikt over een capaciteit van ca. 19 l en moet worden geleegd zodra het lampje van de niveau-indicator brandt. De toilettank heeft dan nog slechts capaciteit voor maximaal twee toiletbezoeken. Zorg ervoor dat de schuif is gesloten, open de Porta-Potti-klep en volg de aanwijzingen van de nevenstaande afbeeldingen 21 – 31. 27 28 29 * 30 31 *Bij het draaitoilet ca. 2 liter.
08-10
9. Gasinstallatie 9.1 Algemene veiligheidsregels voor het gebruik .van vloeibaargasinstallaties De gaswerkdruk bedraagt 30 mbar. Het gebruik van de verwarming tijdens het rijden is verboden. Inspectie van de gasinstallatie • Laat de vloeibaargasinstallatie vóór de eerste ingebruikneming door een deskundige controleren. • Ook de gasdrukregelaar en afvoerleidingen moeten gecontroleerd worden. • Wij adviseren de gasdrukregelaar uiterlijk na 10 jaar te vervangen.
Inbouwwerkzaamheden en wijzigingen • Inbouwwerkzaamheden en wijzigingen aan de gasinstallatie mogen uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd. • Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van apparaten met een aansluitdruk van 30 mbar. • Bij elk verandering van of aan de gasinstallatie moet de installatie opnieuw gekeurd worden door een erkend installateur en is een schriftelijk keuringsrapport vereist. Regelaar en ventielen • Gebruik uitsluitend speciale drukregelaars met veiligheidsventiel.
Vóór de ingebruikneming • De gasafvoerbuis moet dicht en vast zijn aangesloten aan verwarming en schoorsteen. Hij mag geen beschadigingen vertonen. • Ventilatieopeningen vrijhouden. • Schoorsteen zo nodig van sneeuw ontdoen. • Aanzuigopeningen voor de verbrandingslucht onder de voertuigbodem van vuil en zo nodig sneeuwresten ontdoen. De verbrandingsgassen kunnen anders een ontoelaatbaar hoog CO-gehalte krijgen. • De veiligheidsontluchtingen mogen niet afgesloten worden.
9.2 Gasvoorziening 3 De caravan is voorzien van een propaangasinstallatie. Deze installatie voedt de volgende toestellen: - kooktoestel - koelkast - verwarming - evt. speciaal toebehoren - evt. oven Disselbak De disselbak is berekend op 2 x 11 kg propaangasflessen j. De gasflessen zijn via een veiligheidsregelaar k met een slang m op de toevoerleiding n aangesloten. Elke fles moet dubbel worden bevestigd. Ofwel door twee riemen l ofwel met één riem l en een borging op de bodem van de gasfleskast o.
Gasfles verwisselen Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt. Besproei de aansluitpunten daartoe met lekzoekspray. • Open de klep van de disselbak. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. • Schroef de gasdrukregelaar en de gasslang met de hand van de gasfles af (linkse schroefdraad). • Maak de bevestigingsriemen los en neem de gasfles eruit. • Zet de volle gasfles in de disselbak.
Zodra u een lekkage in de gasinstallatie vermoedt, moeten onmiddellijk de afsluitkranen in de caravan en de afsluitkranen van de gasflessen in de disselbak worden afgesloten. Door schokken kan in de loop der jaren geringe lekkage optreden. Wanneer u een lekkage vermoedt, schakel dan uw dealer of een gespecialiseerd gasinstallateur in voor het uitvoeren van een inspectie. Een dichtheidsinspectie mag nooit in de buurt van open vuur geschieden. 9.
10. Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbouwapparatuur van de caravan. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. In sommige gevallen behoren de beschreven apparaten niet tot de standaarduitrusting. Voor verdere informatie over de afzonderlijke inbouwapparaten verwijzen wij u naar de bijbehorende gebruikershandleidingen, die te vinden zijn in de blauwe servicemap in de caravan.
10.2 Heteluchtverwarming Het tijdens het rijden aan hebben staan van de kachel is ten strengste verboden. Inbouwpositie - In de kledingkast of in de schouw Vóór de ingebruikneming • In de caravan zijn diverse luchtafvoeropeningen ingebouwd. Via buizen wordt de warme lucht naar de luchtafvoeropeningen geleid. Draai de uitmondingen zo, dat de warme lucht daar terechtkomt, waar u deze wilt. • Controleer of de schoorsteen vrij is. Verwijder beslist eventuele afdekplaten.
• Dooft de vlam opnieuw, dan volgt tijdens de sluittijd van de ontstekingsbeveiliging (ca. 30 seconden) een onmiddellijke herontsteking. • Als er geen vlamvorming tot stand komt, blijft de ontstekingsautomaat werken totdat de bedieningsknop j op ‘0’ wordt geschakeld. 1 Als de verwarming voor het eerst in gebruik wordt genomen, is er sprake van lichte rookvorming en een aparte geur. Draai de verwarming direct d.m.v. de bedieningsknop j op stand “5” en zet het luchtcirculatiesysteem op de hoogste stand.
Luchtcirculatiesysteem 2 De verwarming van uw caravan is voorzien van een luchtcirculatie-installatie. Deze verdeelt de warme lucht via diverse luchtafvoeropeningen over de gehele binnenruimte. Elk van de luchtafvoeropeningen kan zo gedraaid en geopend worden dat de warme lucht met de gewenste sterkte naar de gewenste plaats wordt geblazen. De gewenste verwarmingscapaciteit kan worden ingesteld met de draaiknop. De draaiknop k bevindt zich in het verwarmingspaneel.
10.3 Elektrische extra verwarming* De elektrische bijverwarming (Ultraheat) werkt alleen als de caravan op de 230V-stroomtoevoer is aangesloten. De elektrische bijverwarming is geïntegreerd in de heteluchtverwarming. Daardoor zijn er drie verwarmingsmogelijkheden: - verwarming alleen op gas - gas- en elektrische verwarming gecombineerd - verwarming alleen op elektriciteit Met de elektrische bijverwarming wordt de caravan sneller warm.
Inschakelen 5 7 Ultraheat 3 1 9 230 V ~ 2000 500 1000 Standaard draaischakelaar Ultraheat aan/uit Binnentemperatuur Vermogensstand 500 - 1000 - 2000 W • Zet de draaiknop op de gewenste vermogensstand (het groene controlelampje is aan tijdens ‘bedrijf’). • Stel de gewenste binnentemperatuur in met behulp van de draaiknop. Uitschakelen • Schakel de verwarming uit m.b.v. de draaischakelaar.
10.5 Warmwaterverwarming* Tijdens het rijden mag de warmwaterverwarming niet ingeschakeld zijn. De verwarming op vloeibaar gas Compact 3020 is een warmwaterverwarming met aparte warmwaterboiler (inhoud: 8,5 l). Het verwarmingssysteem kan worden verwarmd zonder dat de warmwaterinstallatie met schoon water is gevuld. Installatieplaats • In de kledingkast. Belangrijke aanwijzingen • Lees a.u.b. vóór ingebruikneming van de verwarming de aparte gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Bedieningseenheid In ruststand wordt weergegeven welke functies van de verwarming geactiveerd zijn; de achtergrondverlichting op de display is uitgeschakeld. De bedieningseenheid gaat – als er geen knop wordt ingedrukt – vanuit de instelstand na twee minuten automatisch over in de ruststand; ook kan de rustfunctie met de pijltjestoetsen worden ingesteld.
G. *Fles met vloeibaar gas vol/leeg. Dit symbool verschijnt als de sensor is aangesloten op de gasregelaar van de fles en is geactiveerd. Als Eis Ex* is geïnstalleerd worden de symbolen voor de ingestelde modus samen met het flessymbool weergegeven. H. Automatisch nachtprogramma. Dit symbool verschijnt als deze functie actief is. I. 230 Volt. Dit symbool verschijnt als de verwarming is aangesloten op een spanning van 230 V. J. AAN-/UIT-toets. Hoofdschakelaar voor de verwarming. K. MENU-toets.
Warm water De verwarmingsketel kan ook worden gebruikt zonder dat er drinkwater in de boiler zit. 1. Geen warm water. Als er geen behoefte aan warm water is, druk dan op “-”. (Het symbool wordt leeg weergegeven.) Als het automatische dag- of nachtprogramma in werking is en het warm water is uitgeschakeld, dan kan er geen warmwaterinstelling meer worden uitgevoerd. De plus- en minsymbolen worden dan grijs weergegeven. 2. Normaal bedrijf.
Als er alleen maar warm water nodig is, zoals bijv. in de zomer als er geen grote verwarmingsbehoefte is, dan hoeven er geen instellingen te worden uitgevoerd; de verwarming regelt deze functie automatisch. Verwarmen op stroom Gebruik de volgende methode om verwarmen op stroom te activeren. Hoe hoger het gekozen vermogen is, hoe sneller is de verwarming. Als stroom en gas samen worden geselecteerd, kan er een prioriteit tussen gas en stroom worden ingesteld (zie menu Tools).
10.6 Boiler * De optionele boiler met een inhoud van ca. 14 liter verwarmt het water elektrisch m.b.v. een geïntegreerd verwarmingselement. Hij vervangt de standaard Truma elektrische geiser. Zet voor het begin van elke reis de schoorsteenkap op de uitgeschakelde boiler. Voordat u de boiler in gebruik neemt, dient u de schoorsteenkap er beslist af te halen. Maak de boiler leeg bij vorstgevaar. Zet de boiler nooit aan als er geen water in zit.
Werking op elektriciteit Boiler EL • Schakel de boiler in via het bedieningspaneel; het controlelampje gaat branden. De watertemperatuur kan bij werking op elektriciteit niet worden gekozen, maar staat automatisch ingesteld op ca. 70°C. Boiler uitschakelen 230 V ~ • Schakel de boiler uit m.b.v. de draaischakelaar. • Zet de schoorsteenkap erop en sluit de snelsluitklep De boiler werkt alleen als de caravan op de 230V-stroomtoevoer is aangesloten en werkt op elektriciteit.
10.7 Koelkast Er worden koelkasten ingebouwd van de fabrikant Dometic. Bij hoge buitentemperaturen kan het volledige koelvermogen alleen worden gegarandeerd door voldoende ventilatie. Verwijder zo nodig op staanplaatsen het ventilatierooster van de koelkast, om een betere ventilatie te verkrijgen. Neem a.u.b. vóór ingebruikneming goede nota van de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant. Vergrendeling koelkastdeur Tijdens het rijden moet de deur van de koelkast altijd gesloten en vergrendeld zijn.
Werking De koelkast werkt op drie manieren. De gewenste bedrijfsmodus wordt ingesteld met de energiekeuzeschakelaar. 4 2 3 1 5 6 - op 12 V: elektriciteitsvoorziening via de accu van de auto k (contactslot ingeschakeld). - op 230 V: elektriciteitsvoorziening van externe bron k. - op vloeibaar gas: gasfles van de caravan l. Werking op 12V Het 12V-bedrijf kan alleen tijdens de rit bij een draaiende motor worden gebruikt.
• Regel het koelvermogen met thermostaat o, de temperatuurniveaus zijn niet gerelateerd aan absolute temperatuurwaarden. • Uitschakelen: draai de energiekeuzeschakelaar in de 0-stand. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de koelkast. Het gebruik van het apparaat met gas is - op tankstations - op veerboten en - tijdens het transport van de caravan met een transport- of bergingsvoertuig niet toegestaan. Er bestaat brandgevaar.
Schakel de koelkast minstens 12 uur voordat u hem in gebruik neemt in, en bewaar er zoveel mogelijk alleen voorgekoelde waren in. Uitneembaar vriesvak (Slim Tower) Het vriesvak kan naar keuze worden verwijderd om meer ruimte te creëren. Vriesvak verwijderen • Klap de veiligheidsklemmen onder het vriesvak naar beneden. • Schuif beide klemmen naar het midden. • Trek het vriesvak enigszins naar voren. • Haak de deur los.
10.8 Kooktoestel Het keukenblok van de caravan is uitgerust met een 3-pits-kooktoestel. Vóór de ingebruikneming • Flesventiel en snelsluitventiel in de gastoevoerleiding openen. • Bij gebruik van het kooktoestel moet het dakluik of het raam geopend zijn. • Bedieningsknoppen van kooktoestellen die bij inschakelen voor ontsteking moeten worden ingedrukt, moeten automatisch terugveren. • De contactdozen boven het kooktoestel mogen niet worden gebruikt als het kooktoestel in gebruik is.
• Draai voor het uitschakelen van de gasvlam de draaiknop k terug in de stand “0”. • Sluit de gasafsluiter van het gastoestel. Gebruik voor het vastpakken van hete potten, pannen en soortgelijke voorwerpen kookhandschoenen of pannenlappen. Gevaar voor letsel! 2 Laat gas nooit onverbrand ontsnappen in verband met explosiegevaar. Laat de glasplaat j na het koken openstaan totdat de branders zijn afgekoeld. Anders zou de glasplaat kunnen barsten..
10.9 Afzuigkap* De kookinstallatie is optioneel verkrijgbaar met een afzuigkap. De ingebouwde ventilator leidt de kookdampen rechtstreeks naar buiten. Zet de afzuigkap aan door op de rechter toets te drukken. Door het vasthouden van de ventilatortoets kan de zuigkracht van de ventilator in 15 verschillende standen worden gezet. Behalve via het bedieningspaneel kan de keukenverlichting worden aan- en uitgeschakeld m.b.v. de linker toets.
1 Ontsteking 2 Oven 3 Bedieningsknop 4 Grill Neem a.u.b. goede nota van de bij het apparaat geleverde gebruiksaanwijzing. 1 2 3 4 Inschakelen • Schakel de 12V-stroomvoorziening in via de hoofdschakelaar van het bedieningspaneel. • Open de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de oven. • Open de ovendeur volledig. • Plaats de bakplaat resp. het rooster van de oven zodanig dat de vlammen er niet rechtstreeks mee in aanraking komen.
10.11 Magnetron* 1 2 De keuken van de caravan kan worden voorzien van een 230V magnetron, die in de keukenbovenkast achter de kastdeur is weggewerkt. Het apparaat is geschikt voor het ontdooien, opwarmen en gaar laten worden van levensmiddelen voor particulier gebruik. Laat de kastdeur bij gebruik van de magnetron geopend. Gevaar voor oververhitting! Bediening • Kies het gewenste vermogen door aan de bovenste knop j te draaien.
10.12 Dak-airconditioning * De klimaatinstallatie bevindt zich – in plaats van een dakraam – in het plafond van het woongedeelte. Voor de juiste bediening en om het vermogen van de klimaatinstallatie te optimaliseren moet u de volgende punten in acht nemen: • Let op warmte-isolatie, dicht kieren af en dek glazen opper-vlakken af. • Vermijd het onnodig openen van deuren en ramen. • Dek luchtinlaten en openingen niet af en zorg dat ze niet verstopt raken. • Spuit geen water in de klimaatinstallatie.
10-24
11. Accessoires Neem voor het gebruik van de accessoires a.u.b. de uitvoerige gebruiksaanwijzingen, inbouwvoorschriften en schakelschema’s van de betreffende fabrikant in acht. Deze bevinden zich in de servicemap. • Elke verandering aan de oorspronkelijke staat van de caravan kan het rijgedrag en de verkeersveiligheid in gevaar brengen. • Accessoires en onderdelen voor in- of aanbouw die niet door HOBBY zijn goedgekeurd, kunnen leiden tot schade aan het voertuig en kunnen de verkeersveiligheid beïnvloeden.
Voorwerp Gewicht [kg] Slapen 7-zone koudschuimmatras met verende lattenbodem Bedverbreding voor zitgroep Kinderstapelbed 3-hoog Lits-jumeaux i.p.v. eenpersoonsbedden met extra kinderstapelbed (UKF) Opklapbaar kinderbed boven middelste zitgroep Queensbed dwars voorin Uittrekbare bedverbreding voor eenpersoonsbedden t.b.v. ombouw in lits-jumeaux 2,90 1,00 15,00 15,00 25,00 8,00 Voorwerp Gewicht [kg] Radiografische afstandsbediening voor verlichtingssysteem 0,30 Selfsupporting-pakket incl.
12. Onderhoud en reiniging 12.1 Onderhoud Onderhoudsschema Voor de caravan en de geïnstalleerde onderdelen geld een vast onderhoudsschema. Voor het onderhoudsschema geldt • Laat het eerste onderhoud 12 maanden na datum eerste toelating door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Laat alle verdere onderhoudsbeurten één keer per jaar door een HOBBY-dealer uitvoeren. • Voer het onderhoud aan alle inbouwtoestellen overeenkomstig de in de bijbehorende gebruikshandleidingen aangegeven onderhoudsschema‘s uit.
Smeren en olien Controleer en smeer regelmatig de bewegende en gelagerde onderdelen van het chassis. Voor caravans waarmee weinig wordt gereden is een jaarlijkse onderhoudsbeurt vereist. 1 Voor smeren en olien geldt • Laat om de 5000 kilometer resp. minstens • 2 • • • eenmaal per jaar de balanslagers j van het aslichaam smeren. Smeer bewegende onderdelen als bouten en scharnierpunten van handremhendel en omkeerhendel van de oploopinrichting lichtjes in met olie.
een verhoogde slijtage van de frictievoeringen, een gesmeerde koppelingskogel stelt het stabiliserende effect buiten werking. Voor reiniging zijn b.v. een verdunningsmiddel of spiritus geschikt. Stabilisatiekoppeling Houd het inwendige van de trekkogelkoppeling ter hoogte van de frictievoeringen schoon en vetvrij. Bij vuile frictievoeringen kan het oppervlak met schuurpapier, korreling 200-240, gereinigd worden. Reinig vervolgens het oppervlak met wasbenzine of spiritus.
12.3 Remmen Eerste controle Bij de gebruikte wielremmen gaat het om nietzelfregelende trommelremmen. (Uitzondering: Premium) Om een perfect remvermogen te waarborgen moeten de wielremmen regelmatig worden bijgesteld. De eerste controle van de remmen moet na 500 km, alle verdere controles eens in de 10.000 km, uiterlijk na één jaar worden uitgevoerd. De controle moet in het KNOTT-servicehandboek door het uitvoerende garagebedrijf worden afgetekend.
OnTour gloeilampen achterlichten vervangen • Draai de twee schroeven j uit de defecte lamp. 1 1 1 • Verwijder de defecte lamp uit de lampdrager en trek de kabel eruit waarin de twee klemmen k worden samengedrukt. 2 • Draai het fittingelement van de gloeilamp uit de lamp door de borgpen l in de richting van de pijl te bewegen. 3 • Draai de gloeilamp m uit de fitting en vervang deze door een nieuwe. 4 5 • Terugplaatsen in omgekeerde volgorde.
Vervangen van de kentekenverlichting • Om de kentekenverlichting te vervangen, moet u als eerste stap de schroeven o losdraaien. 6 • Maak de twee kabels p los en steek ze op de nieuwe lamp (de aansluiting kan willekeurig worden gekozen). 7 8 9 • Let er bij het plaatsen van de nieuwe verlichting op dat de gesloten zijde q van de lamp naar het kunststof van de lampdrager r wijst. Anders bestaat het risico dat het kunststof van de lampdrager bij warmteontwikkeling smelt.
De volgende beschrijving voor het vervangen van achterlicht-gloeilampen heeft betrekking op de modelle De Luxe, Excellent und Prestige. • Verwijder de twee schroeven j. 1 • Neem de achterlichten van de lampdrager • Haal de gloeilamp met een draaibeweging uit de fitting. Vervang ze en monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
12.5 Ventileren Voldoende beluchting en ontluchting van het caravaninterieur is voor een behaaglijk binnenklimaat een absolute voorwaarde. Tevens wordt zo corrosieschade door condensvocht vermeden. Oppervlaktecondens ontstaat door - Gering ruimtevolume. - Adem en uitwaseming van de passagiers. - Naar binnen brengen van vochtige kleding. - Gebruik van het kooktoestel. - Werking van gastoestel en oven*. Zorg voor voldoende ventilatie om schade door condensvorming te voorkomen! 12.6 Reiniging M.b.t.
• aromatische koolwaterstoffen (bijv. alle brandstoffen voor motorvoertuigen) Het directe contact met kunststoffen als PVC, zacht-PVC en dergelijke (bijv. stickers) moet absoluut worden voorkomen. Door de oplosmiddelhoudende bestanddelen of hun contact met eerder beschreven kunststoffen is een overdracht van weekmakers en dus het bros worden van de onderdelen niet te voorkomen. Reiniging van de buitenkant De caravan dient niet vaker dan strikt noodzakelijk gewassen te worden.
De straal mag niet rechtstreeks worden gericht op deur- en raamkieren, plexiglas raam, elektrische aanbouwelementen, aansluitstekkers, afdichtingen, ventilatieroosters van de koelkast, servicekleppen, schoorstenen of dakluiken. Het voertuig zou beschadigd kunnen raken of water zou in het interieur kunnen binnendringen. Voor de wasbehandeling van de oppervlakken geldt • De lakoppervlakken zo nu en dan met was nabehandelen. Daarbij de gebruiksinstructies van de wasfabrikanten opvolgen.
Bodemplaat De bodemplaat van de caravan is voorzien van een speciale coating. Bij beschadiging moet deze beschermende laag direct worden hersteld. Behandel gecoate oppervlakken nooit met oliehoudende producten. De toevoeropening voor de verbrandingslucht bevindt zich onder de bodem van het voertuig en mag onder geen enkel beding worden aangetast door sproeinevel, undercoating e.d.. Chassis Zoutafzettingen brengen schade toe aan het gegalvaniseerde chassis en kunnen witte uitslag veroorzaken.
Binnenreiniging Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water, om vochtproblemen te reduceren. Voor stoelbekledingen, bankkussens en gordijnen geldt • Stoelbekledingen met een zachte borstel of een stofzuiger reinigen. • Sterk vervuilde zitkussens, bedspreien en gordijnen laten reinigen, niet zelf wassen! • Zo nodig voorzichtig met het schuim van een fijnwasmiddel reinigen. Reinigingsaanwijzingen voor stoffen die teflon bevatten • • • • Behandel vlekken altijd onmiddellijk.
Methode B: • Gebruik voor de droge reiniging uitsluitend milde, watervrije oplosmiddelen. • Bevochtig de doek en ga te werk als bij methode A. Deze methode is bijzonder geschikt voor het ver wijderen van: - was, kaarsen - potlood Chocolade of koffie moet alleen met lauwwarm water worden afgewassen. Voor tapijtvloeren geldt • Met stofzuiger of borstel reinigen. • Indien noodzakelijk met tapijtschuim behandelen of shamponeren.
Voor de toiletruimte geldt • Met neutrale vloeibare zeep en niet schurende doek reinigen. • Gebruik voor het schoonmaken van het toilet en de waterinstallatie alsook bij het ontkalken van de waterinstallatie geen azijnhoudend schoonmaakmiddel, omdat dit afdichtingen en delen van de installatie kan beschadigen. • De rubber afdichtingen van het toilet moeten regelmatig met water worden gereinigd en met een pakkingsmeermiddel (geen vaseline of andere plantaardige vetten) worden verzorgd.
Na beëindiging van de onderhoudswerkzaamheden alle spuitbussen met reinigings- of onderhoudsmiddelen uit het voertuig verwijderen! Bij temperaturen boven 50°C bestaat explosiegevaar! 12.7 Winterpauze voor de caravan Met dalende temperaturen eindigt voor veel kampeerders het seizoen. De caravan moet goed op de winterpauze worden voorbereid. In het algemeen geldt • Laat de caravan alleen overwinteren in een afgesloten ruimte als deze droog en goed geventileerd is.
Voor de reservoirs geldt • Waterleidingen en kranen schoonmaken, desinfecteren, ontkalken en helemaal aftappen. Laat de kranen open staan. • Maak de drinkwatertank schoon en leeg hem door de overloopbuis eruit te draaien. • Reinig en leeg de vuilwatertank. • Reinig en leeg de spoelwatertank en de toilettank. Reinig de toiletschuif, verzorg hem met een pakkingsmeermiddel en laat hem open staan. • Tap de elektrische boiler c.q. gasboiler volledig af.
• Bescherm de metalen onderdelen van de bodemplaat tegen roest met een beschermingsmiddel op basis van was. • Conserveer de gelakte vlakken aan de buitenzijde met een geschikt middel. Neem ook de aanwijzingen van de fabrikanten van de inbouwapparatuur over het gebruik tijdens de winter in acht. Voor de ventilatie geldt Bij gebruik tijdens de winter ontstaat door het bewonen van het voertuig bij lage temperaturen condenswater.
• Laat ook bij afwezigheid en ’s nachts de binnenruimte niet geheel afkoelen en laat de verwarming op een laag vermogen branden. Zorg er beslist voor het voertuig ook tijdens de nachtrust te verwarmen! • Het gasverbruik is in de winter aanmerkelijk hoger dan in de zomer. De voorraad van twee 11 kg flessen raakt na een kleine week op. • Bij een langduriger verblijf is het de moeite waard om een voortent op te zetten. Het dient als klimaat- en vuilsluis.
13. Afvalverwijdering en milieubescherming 13.1 Milieu en reizen met de caravan Milieuverantwoordelijk gebruik Caravaners hebben vanzelfsprekend een bijzondere verantwoording voor het milieu. Daarom dient bij het gebruik van de caravan het milieu altijd te worden ontzien. Voor een milieuverantwoordelijk gebruik geldt • Als u voor langere tijd in een bepaalde plaats verblijft, ga dan bij voorkeur naar een parkeerterrein speciaal voor caravancombinaties. Informeer a.u.b.
Voor fecaliën geldt • Gebruik voor de fecaliëntank alleen toegestane ontsmettingsmiddelen. Door installatie van een filtersysteem met actieve kool (accessoirehandel) kan het gebruik van ontsmettingsvloeistof mogelijk vermeden worden! Ontsmettingsvloeistof zeer zuinig doseren. Overdosering is geen garantie tegen eventuele geuroverlast! Legen • Fecaliëntank nooit te vol laten worden. Uiterlijk wanneer de vulstandindicatie brandt, de tank onmiddellijk legen.
14-1
14.
Velgen Bandenmaat Lucht Vloer Tot. Spoor- Span[bar] lengte breedte breedte wijdte Op- Lengte Tot. bouw- m. Gk Lengte lengte en Rl. Formaat Wielaansluiting Uitv.
• 650 UKFe R45H 660 WFU 660 WFU P50H N57L 720 UKFe G45M 720 KFU M46M 770 CL S44E 770 CFf T60E 14-4 • P50M 695 VIP Landhaus Premium Presige J40H Excellent 650 UFf De Luxe Techn. naam OnTour Handelsnaam • • • • • • • TTM [kg] Toel.
Velgen Bandenmaat Lucht Vloer Tot. Spoor- Span[bar] lengte breedte breedte wijdte Op- Lengte Tot. bouw- m. Gk Lengte lengte en Rl. Wielaansluiting Uitv.
14.2 Laadmogelijkheden 360 KB T18B 390 SF P28B 400 SFe S15K 440 SF F28K 455 UF N22? 460 LU J52K 460 UFe C43? 460 HL R63B 470 KMF U33B 490 SFf H48B 460 UFe X43H 490 KMF A33K Landhaus Premium Presige De Luxe Techn.
maximale gewichtsverhoging TTM [kg] Asbelasting [kg] As nieuw! Extra dwarsbalk achter Wielen nieuw! Rem nieuw! Oploopinrichting Trekstang nieuw! Gewicht 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1350 1350 geen geen geen geen geen geen 0,0 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.001 185 R 14 C LI 102 geen KFL 20 A geen 18,4 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.001 185 R 14 C LI 102 geen KFL 20 A geen 18,4 1500 1500 VGB 15 MV 201.340.
H49H 560 CFe T58? 560 CFe T58H 610 UL A24M • • • • • A24H 645 VIP N57L • E25? 650 KMFe B33K 650 KFU C46M B33K J40H 650 UKFe R45H 660 WFU 660 WFU P50H 695 VIP N57L 720 UKFe G45M 720 KFU M46M 770 CL S44E 770 CFf T60E 14-8 VGB 16 MV 185 R 14 C LI 102 1800 1800 VGB 18 MV 195 R 14 C LI 106 1600 1600 VGB 16 MV 185 R 14 C LI 102 1800 1800 VGB 18 MV DB 10 L 195 R 14 C LI 106 Trekstang 20-2425/1 KFL 20 A ZHL 15 A 25-2025 KFL 20 A ZHL 15 A 20-2425/1 KFL 20 A ZHL 15 A
maximale gewichtsverhoging TTM [kg] Asbelasting [kg] As nieuw! Extra dwarsbalk achter Wielen nieuw! Rem nieuw! Oploopinrichting Trekstang nieuw! Gewicht 1750 1750 VGB 18 MV geen 195/70 R 15 C LI 104 25-2025 geen geen 28,3 2000 2000 DB 20 MV geen 225/70 R 15 C LI 112 geen geen ZHL 20 A 7,1 1750 1750 VGB 18 MV geen 195/70 R 15 C LI 104 25-2025 geen geen 28,3 2000 2000 DB 20 MV geen 225/70 R 15 C LI 112 geen geen ZHL 20 A 7,1 2000 1100/1100 DB 11 M geen 165 R 13
14.3 Voertuiggewicht Type Leeggewicht [kg] Basisuitvoering [kg] Massa in rijklare [kg] T.t.tot. gew.
Type Leeggewicht [kg] Basisuitvoering [kg] Massa in rijklare [kg] T.t.tot. gew.
14.4 Banden en velgen Landhaus Premium Presige De Luxe OnTour Handel- Techn.
max.
560 WLU H49H 560 CFe T58? 560 CFe T58H 610 UL A24M 610 UL A24H 645 VIP N57L 650 UMFe E25? 650 KMFe B33K Landhaus Premium Presige De Luxe Ontour Handels- Techn.
max.
14.5 Bandenspanningtabel Als vuistregel kan worden aangehouden, dat een volledig gevulde band elke twee maanden 0,1 bar druk verliest. Om schade of een klapband te voorkomen moet de bandenspanning regelmatig worden gecontroleerd.
14.6 Bijlage Massaberekening voor Hobby caravans Hier kunt u een massabalans van uw persoonlijke caravan opstellen op basis van de gewichten van deze gebruiksaanwijzing. Deze berekening moet in principe een positief restlaadvermogen opleveren om te voldoen aan de actuele wettelijke eisen.
14-18
Index A Aankoppelen /afkoppelen 03-6 Accessoires 11-1 Achteruit rijden 02-9 Afsluitkranen installatieplaats 09-5 Afstandsbediening 07-8 Afzuigkap 10-20 Apparaten omschakelen 02-11 B Banden 04-1 Bandenreparatieset 04-7 Bandenspanning 04-1, 14-16 Basisuitrusting 03-5 Bedieningspaneel 07-2 Bedombouw 06-7 Belading 03-2 Beluchting en ontluchting 05-1 Binnenreiniging 12-12 Bodemplaat 12-11 Boiler 10-12 Boordnet 07-23 Brandbestrijding 02-1 Buitenreiniging 12-9 C CEE-stekker 07-18 Chassis 12-11 D Dak 05-8 Daklast 0
N Nevenpaneel 07-7 Nooduitrusting 02-2 Toiletluik 05-7 Trekinrichtingen 12-2 TV-houder 06-5 O Oliën 03-1, 12-2 Onderhoud 12-1 Onderhoud 12-8 Oplooprem 03-10 Opstapje 05-5 Oven 10-20 U Ultraheat 10-5 P Periodieke keuring 02-3 Plissés 06-15 Profieldiepte 04-2 R Ramen uitzetraam 06-11 onderhoud 12-11 Rangeren 02-10 Regelaar 09-1 Remmen 02-9, 12-4 Rijden 02-8 Rijden door bochten 02-8 Rijgeluiden 12-3 S Schortrichel 05-8 Schuifladen 06-2 Selfsupporting-pakket 07-21 Serviceklep 05-5 Smeren 12-2 Steunlast 03-3
Hobby-Wohnwagenwerk Ing. Harald Striewski GmbH Harald-Striewski-Straße 15 D-24787 Fockbek/Rendsburg www.hobby-caravan.