Gebruiksaanwijzing Camper VAN, VAN Exclusive, Siesta, Siesta Exclusive NL Version 03/2011
Inleiding Beste camperbezitter, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY camper. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze campers voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij optimale voorwaarden creëren om te kunnen genieten van de mooiste dagen van het jaar. Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b.
00-1 Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Algemeen................................................................ 01-1 1.2 Vóór het begin van de eerste rit.............................. 01-1 1.3 In deze handleiding gebruikte aanduidingen.......... 01-2 Hoofdstuk 2: Veiligheid 2.1 Algemeen................................................................ 02-1 2.2 Brandveiligheid....................................................... 02-1 2.3 Verkeersveiligheid................................................
Inleiding 6.12 6.13 6.14 Veiligheidsgordels in het woongedeelte................ 06-28 Overzicht van de zitplaatsen................................. 06-29 Overzicht van de indeling overdag en ‘s nachts... 06-32 Hoofdstuk 7: Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies............................................... 07-1 7.2 Elementen van de elektrische installatie................. 07-1 7.3 Stroomvoorziening.................................................. 07-6 7.4 Werking van de voedingseenheid....
01-1 Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding De ontwikkeling van onze campers staat niet stil. We vragen uw begrip voor het feit dat wijzigingen in uitrusting, vorm en technische bijzonderheden zijn voorbehouden. In deze gebruiksaanwijzing zijn ook uitvoeringsvarianten beschreven die niet tot de standaarduitrusting behoren. Om deze reden kunnen geen rechten worden ontleend aan de inhoud van de handleiding.
Inleiding Neem de volgende aanwijzingen in acht alvorens het voertuig in gebruik te nemen: • Controleer de bandenspanning. Zie hoofdstuk Bandenspanning • Belaad het voertuig op de juiste wijze. Houd daarbij rekening met het technisch toelaatbaar totaalgewicht. Zie hoofdstuk Belading • Laad de accu’s vóór iedere reis volledig op. Zie hoofdstuk startaccu en huisaccu. • Verwarm het voertuig bij buitentemperaturen onder 0ºC alvorens de waterinstallatie te vullen.
01-3 Inleiding Handelingsinstructies Handelingsinstructies worden eveneens puntsgewijs weergegeven, waarbij elke alinea wordt voorafgegaan door het teken (“•”). Aanwijzingen Aanwijzingen wijzen op belangrijke details die garanderen dat de camper en alle onderdelen naar behoren werken. Bedenk a.u.b. dat er op grond van verschillende uitvoeringen afwijkende beschrijvingen kunnen voorkomen.
Inleiding 01-4
02-1 Veiligheid Hoofdstuk 2: Veiligheid 2.1 Algemeen • Zorg voor voldoende ventilatie. Dek ingebouwde ventilatieroosters (dakluiken met ventilatierooster of dakventilatoren in paddestoelvorm) nooit af. Houd ventilatieroosters vrij van sneeuw en bladeren – verstikkingsgevaar! • Neem m.b.t. de inbouwapparatuur (koelkast, verwarming, kooktoestel enz.) alsook m.b.t. het basisvoertuig de van toepassing zijnde gebruiksaanwijzingen beslist in acht.
Veiligheid 2.3 Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers, de stuurinrichting en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend garagebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft stilgestaan (ca. 10 maanden). • Verduisteringen van de voorruit en de zijramen volledig openen en vastzetten. • Het is verboden zich tijdens het rijden in de alkoof te bevinden.
02-3 Veiligheid • Sluit de afvoerkraan van de vuilwatertank. • Sluit alle kranen en snelsluitkleppen van de gasapparaten. Een uitzondering vormen gaskranen voor verwarmingsapparaten die tijdens de rit moeten worden gebruikt. • Zo nodig SAT-schotel inklappen. • Indien van toepassing: schuif de tv-antenne zo ver mogelijk in. • Indien van toepassing: maak de bagage op het dak goed vast en borg deze tegen schuiven. • Indien van toepassing: zet de fietsen op de drager goed vast en beveilig ze tegen schuiven.
Veiligheid Cabine Vergeet niet de volgende dingen: • Stel de binnen- en buitenspiegel en de zitpositie in. • Controleer de verlichting. Bovendien: • Controleer de bandenspanning. • Controleer vloeistoffen als olie, koelwater, remvloeistof en ruitenwisservloeistof, en vul deze zo nodig bij. • Schakel alle gasapparaten uit (verwarming, koelkast etc.) alvorens brandstof te tanken.
02-5 Veiligheid • Zet deuren en kleppen vast. • Controleer na belading het totaalgewicht en de asbelasting op een openbare weeginstallatie. Daklast (max. 50 kg) De hoogte van de camper kan per rit variëren vanwege verschillen in de hoeveelheid bagage op het dak. M.b.t. de dakbelasting geldt: • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van het voertuig. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen.
Veiligheid Rijden Maak vóór de eerste grote rit een proefrit om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de camper. Oefen ook het achteruit rijden. M.b.t. het rijden geldt: • Onderschat de lengte van de camper niet. • Wees voorzichtig bij het oprijden van binnenplaatsen en het passeren van poorten en doorritten. • Bij zijwind, ijzel of natheid kunnen in de camper slingerbewegingen optreden. • Pas de rijsnelheid aan de toestand van de wegen en de verkeersomstandigheden aan.
02-7 Veiligheid 2.6 Nooduitrusting Om goed op noodsituaties te zijn voorbereid, dient u de drie reddingsmiddelen steeds bij u te hebben en ermee vertrouwd te zijn. Verbanddoos De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in de camper worden bewaard. Na gebruik van materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan onmiddellijk weer worden aangevuld. De uiterste gebruiksdatum van bepaalde middelen moet regelmatig worden gecontroleerd.
Veiligheid 2.7 Na de rit Apparaten omschakelen Keuze staplaats Voor het omschakelen van de apparaten geldt: Voor de keuze van de staplaats geldt: • Kies een zo horizontaal mogelijke staanplaats. • Zoek de staanplaats zo mogelijk bij daglicht. Veilige plaatsing van de camper Voor de veilige plaatsing van de camper geldt: • Zet de motor in een versnelling. • Trek de handrem aan. • Klap zo nodig extra parkeersteunen uit. • Gebruik zo nodig onderlegkeggen (niet standaard meegeleverd).
02-9 Veiligheid Energie besparen in de winter Op eenvoudige wijze kunt u in het woongedeelte energie besparen. Dit geldt vooral bij het verwarmen in de winter. M.b.t. energiebesparing geldt: • Doseer nauwkeurig de luchttoevoer en ontluchting in het voertuig resp. de verwarmingsklep. • Breng in de cabine wintermatten aan voor voor- en zijruiten (niet standaard meegeleverd). • Breng een gordijn tussen cabine en woongedeelte aan (niet standaard meegeleverd) resp.
Veiligheid 02-10
03-1 Chassis Hoofdstuk 3: Chassis 3.1 Chassis Chassisdelen en assen maken deel uit van het chassis. Er mogen geen technische veranderingen worden uitgevoerd, omdat anders de algemene gebruiksvergunning vervalt! Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant. Meer informatie is te vinden in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. 3.
Chassis Siesta, Siesta Exclusive, Van Exclusive en Van Gewichtsverlaging T 650 ESC LE naar 3500 kg a) Vloeibaargasinstallatie Aantal ingebouwde gasregelaars: Gewicht van een 11 kg aluminium gasfles: Gewicht gasvulling voor 11 kg gasfles (90%): Totaal: 1 5,5 9,9 1 5,5 9,9 15,4 15,4 90 - 9 4 4 109,4 kg 28,4 kg b) Vloeistoffen 200 l drinkwatertank (90%) 100 l drinkwatertank (90%) 10 l drinkwatertank (90%) c) Stroomtoevoer Kabelhaspel: Basisuitrusting totaal: 03-2
03-3 Chassis 4. Laadvermogen Onder laadvermogen wordt verstaan het verschil tussen de “technisch toelaatbare maximummassa” en “rijklaar gewicht”. Dit cijfer weerspiegelt het gewicht van de passagiers (conventionele belasting: 75 kg vermenigvuldigd met het aantal zitplaatsen – de bestuurder niet meegerekend), extra uitrusting (bijv. aanvullende pakketten, fietsendrager, trekhaak, airconditioning, zonnescherm etc.
Chassis 1 2 2 3.3 Uitdraaisteunen De optionele uitdraaisteunen bevinden zich aan de achterkant op de onderstelverlenging van uw camper. Uitdraaisteunen uitklappen • Plaats de kruk op de buitenzeskant . • De steun wordt door draaien van de kruk in verticale stand gebracht. • Beveilig zo nodig de poot tegen wegzakken en plaats deze op een ondergrond. • Zodra de uitdraaisteun zich in verticale stand bevindt, wordt de steun telescopisch uitgeschoven.
03-5 Chassis 2 1 3.4 Opstapje Zorg er beslist voor dat het opstapje vóór het begin van elke rit wordt ingeschoven! Uw camper bezit een elektrisch opstapje Dit wordt bediend m.b.v. schakelaar toegangsdeur. j. k binnen naast de Ga pas op het opstapje staan wanneer deze volledig is uitgeschoven! Let op de verschillende treehoogtes en zorg bij het uitstappen voor een vaste en egale ondergrond.
Chassis 1 2 3 3.5 Voertuigidentificatienummer (VIN) 3.6 Extra luchtvering Het 17-cijferige voertuigidentificatienummer is vóór op de rechter dwarsbalk van het chassis. Voor een betere leesbaarheid is het VIN bij Ford ook van buiten leesbaar op een plaatje links op het instrumentenpaneel aangebracht. Tevens is het VIN zowel aangegeven op het typeplaatje van het basisvoertuig als op het Hobby-typeplaatje (in de motorruimte vóór op de steunbalk van de radiateur.
03-7 Chassis De optimale luchtdruk is bereikt als het voertuig horizontaal staat. De minimumluchtdruk moet zo groot zijn dat de luchtbalg niet kan doorslaan. Bij een leeg voertuig bedraagt deze waarde ca. 0,5 bar (a.u.b. afzonderlijk bepalen), bij een beladen voertuig al naargelang de belading duidelijk hoger. De maximaal toelaatbare werkdruk van de installatie bedraagt 4,0 bar.
Chassis 3.8 Aanbouwelementen Registratie van accessoires in de kentekenpapieren • Laat aanbouwelementen monteren door uw HOBBY-dealer. • Rijd met uw camper naar een keuringsinstantie of technische service (bijv. TÜV / DEKRA) voor een keuring. • De keuringsinstantie keurt de aanbouwelementen en maakt een keuringsrapport op. • Ga met het keuringsrapport en het kentekenbewijs deel I en II naar het plaatselijke bureau voor de afgifte van kentekenbewijzen.
04-1 Wielen, banden, remmen Hoofdstuk 4: Wielen, banden, remmen Ontzie uw banden tijdens het rijden • Voorkom hard remmen en het starten met plankgas. • Vermijd lange ritten op slechte wegen. • Rijd nooit met een overladen voertuig. 4.1 Wielen Controleer tijdens de eerste rit met de camper na 50 km of de wielmoeren nog stevig vastzitten en draai ze zo nodig aan met een aanhaalmoment van 180 Nm voor 16”-velgen (staal + LM). Controleer daarna regelmatig of de wielmoeren nog stevig vastzitten. 4.
Wielen, banden, remmen Een te lage druk leidt tot oververhitting van de band. Dit kan leiden tot zware beschadiging van de band. De juiste bandenspanning kunt u vinden in de tabel in het hoofdstuk “Technische gegevens” resp. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. 4.4 Profieldiepte 1 2 3 4.3 Bandenspanning Controleer de spanning van alle banden en van het reservewiel ongeveer om de 4 weken en vóór lange ritten.
04-3 Wielen, banden, remmen 4.5 Velgen Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Voor het gebruik van andere velgen geldt: - formaat, - uitvoering, - inpersdiepte en - draagvermogen moeten voldoende zijn voor het max. toelaatbaar gewicht. - De conus van de bevestigingsschroef moet overeenkomen met de uitvoering van de velg Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant.
Wielen, banden, remmen 4.7 Pechset A Schud de fles. Schroef de vulslang j op de fles (hierdoor wordt de folieafsluiting doorbroken). Maak geen gebruik van de bandenreparatieset als de band is beschadigd door het rijden zonder lucht. Kleine scheurtjes, vooral in het loopvlak van de band, kunnen met de bandenreparatieset worden afgedicht. Verwijder geen vreemde elementen (bijv. schroefje of spijker) uit de band. De bandenreparatieset is bruikbaar bij buitentemperaturen tot ca. –30°C.
04-5 Wielen, banden, remmen B Draai het ventieldopje van het bandventiel af. k k Draai het binnenventiel eruit met een ventieluitdraaier . Leg het binnenventiel niet in zand of vuil. l C Verwijder de afsluitplug m van de vulslang j. Schuif de vulslang op het bandventiel. D Houd de vulfles met de vulslang naar beneden en knijp erin. Spuit de gehele flesinhoud in de band. Verwijder de vulslang en draai het binnenventiel met de ventieluitdraaier goed vast in het bandventiel.
Wielen, banden, remmen Controleer na 10 minuten rijden de luchtdruk van de band. Als de luchtdruk onder deze minimumwaarde is gezakt, mag niet meer worden doorgereden. Als de minimumwaarde nog wordt aangegeven , stel dan de bandenspanning bij volgens de bandenspanningstabel in de gasfleskast. Rijd voorzichtig naar de dichtst bijzijnde garage en laat de band vervangen. q q E Draai de luchtslang n op het bandventiel. Steek de o stekker in het contactpunt van de sigarrettenaansteker. Pomp de band op .
04-7 Wielen, banden, remmen 4.8 Wiel verwisseln Plaats de krik alleen op de hiervoor bestemde krikpunten! Als de krik op andere plekken wordt geplaatst, kan dit leiden tot beschadigingen aan het voertuig of zelfs tot ongevallen door het wegglijden van het voertuig. De krik dient alleen voor het verwisselen van een wiel. Hij mag niet worden gebruikt tijdens werkzaamheden onder het voertuig! Levensgevaar! F Plak de bijgeleverde sticker in het zicht van de chauffeur op het combi-instrument.
Wielen, banden, remmen 04-8 • Til het voertuig op totdat het wiel zich 2 tot 3 cm boven de grond bevindt. • Verwijder de wielbouten en vervolgens het wiel. • Breng het wiel in de juiste stand over de wielnaaf aan. • Zet de wielbouten erop en draai ze kruislings licht aan. • Laat de krik zakken en verwijder hem. • Draai de wielbouten gelijkmatig aan met de wielsleutel. De instelwaarde van het aanhaalmoment van de wielbouten kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
05-1 Opbouw buitenzijde Hoofdstuk 5: Opbouw buitenzijde 5.
Opbouw buitenzijde T600AK FC Siesta Exclusive T650 FLC Siesta Exclusive T650 ESC Siesta Exclusive Bagageluik j Toiletluik k Klep gasfleskast l 05-2
05-3 Opbouw buitenzijde 5.2 Luchttoevoer en ontluchting Voor de ventilatie geldt: Een goede luchttoevoer en ontluchting van de camper is een voorwaarde voor een aangenaam wooncomfort. In uw camper is een tochtvrije ventilatie geïntegreerd. De ontluchting vindt plaats via de dakluiken en mag niet worden belemmerd in zijn functioneren. De luchttoevoer en ontluchting van de koelkast kan met de bijbehorende afdekplaten worden afgesloten als deze niet op gas werkt.
Opbouw buitenzijde 1 3 4 Bij zeer hoge buitentemperaturen is het raadzaam de ventilatieroosters te verwijderen. Daardoor wordt een hogere luchtdoorvoer bij de koelkast bereikt en de koeling versterkt. Tijdens het rijden en bij neerslag moeten de ventilatieroosters vast gemonteerd zijn. Ventilatieroosters verwijderen • Schuif de vergrendeling tot aan de aanslag naar boven. (Draai de vergrendelingen naar rechts.) • Klap het ventilatierooster voorzichtig open, te beginnen aan de linkerkant.
05-5 Opbouw buitenzijde 5.3 Deuren en kleppen openen en sluiten Voertuigsleutel Met de camper worden de volgende sleutels geleverd: - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: - chauffeurs- en passagiersdeur en motorkapontgrendeling. Raadpleeg hiervoor a.u.b. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. Toegangsdeur - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: - toegangsdeur - servicekleppen - toiletluik.
Opbouw buitenzijde Toegangsdeur Openen • Draai de grendel naar beneden. Zo kan de deur ook van binnen worden geopend als die van buiten is afgesloten. Sluiten • Trek de deur dicht totdat het slot vastklikt. Vergrendelen • Draai de grendel naar boven. De toegangsdeur is uw vluchtweg in noodgevallen. Blokkeer de deur daarom nooit aan de buitenkant! Om beschadigingen aan slot en deurkozijn te voorkomen, moet de binnenste deurkruk horizontaal en niet schuin naar boven staan.
05-7 Opbouw buitenzijde 1 2 Klep van de bergruimte Toiletluik Openen • Open het slot met de sleutel. • Duw het luik ter hoogte van het slot krachtig met de hand naar binnen. • Draai de klep naar boven en zet deze vast met de vanghaak. Openen • Open het slot met de sleutel. • Druk op beide knoppen en Sluiten • Til de vanghaak op en ontgrendel de klep. • Draai de klep naar beneden. • Sluit het slot met de sleutel af. j j k en open het luik. Sluiten • Duw het luik dicht totdat hij vastklikt.
Opbouw buitenzijde 1 2 Buitenaansluiting voor gas Optioneel kan de camper beschikken over een buitenaansluiting voor gas . Via deze aansluiting kunnen gasapparaten als gasbarbecue of gaslamp aan de buitenkant van de camper worden aangesloten op de gasvoorziening. k Openen • Pak de klep bij het lipje Sluiten • Pak de klep bij het lipje vastklikt. j en trek hem naar buiten open.
05-9 Opbouw buitenzijde 2 1 1 Watervuldop Tankdop Openen • Open het slot met de sleutel. • Draai het deksel krachtig open en verwijder hem. De tankdop bevindt zich achter de bestuurdersdeur in het onderste gedeelte van de B-zuil achter een klep. j k Sluiten • Doe het deksel erop en draai hem weer dicht. • Sluit het slot met de sleutel af. k j Openen • Klep openen: steek een vinger in de uitsparing de klep naar buiten open. j en trek Sluiten • Duw het luik dicht totdat hij vastklikt.
Opbouw buitenzijde • Houd bij belading rekening met de maximaal toelaatbare asbelasting. • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van de camper. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen. Dakbagage mag uitsluitend op een speciale, daarvoor geschikte imperiaal worden getransporteerd. 5.4 Dakreling Voor de belading van de dakreling geldt: • Plaats alleen lichte bagage op het dak.
05-11 Opbouw buitenzijde 5.5 Fietsendrager Het rijgedrag van de voertuigcombinatie verandert aanzienlijk met een beladen fietsendrager. Pas de rijsnelheid aan deze omstandigheden aan: • Ook bij optimale belading daalt de kritische snelheid dramatisch. • De bestuurder van het voertuig is verantwoordelijk voor een veilige bevestiging van de fietsen. Ook in onbeladen toestand moet het omhooggeklapte laadsysteem met de aanwezige clips worden beveiligd.
Opbouw buitenzijde • Het maximale draagvermogen bedraagt 130 kg. • De toelaatbare achterasbelasting mag in geen geval worden overschreden. • door het bagagerek wordt de achterste hellinghoek van het voertuig kleiner. Bij het rijden op een oneffen ondergrond kan het voorkomen dat het rek de grond raakt. • Met een volledig beladen bagagerek wordt de achteras be- en de vooras ontlast. Hierdoor kan het rij-, stuur- en remgedrag van de camper aanzienlijk worden veranderd.
05-13 Opbouw buitenzijde Uitdraaien • Steek de haak van de draaihendel in het oog van de aandrijfinrichting. • Houd de draaihendel met één hand aan de bovenste en met de andere hand aan de onderste draaigreep vast. Trek tijdens het uitdraaien de draaihendel enigszins naar u toe en houd hem zo mogelijk verticaal ten opzichte van het oog van de aandrijfinrichting. • Draai de draaihendel met de wijzers van de klok mee totdat de zonneluifel de gewenste positie heeft bereikt. • Verwijder de draaihendel.
Opbouw buitenzijde 05-14
06-1 Opbouw binnenzijde Hoofdstuk 6: Opbouw binnenzijde 6.1 Deuren en kleppen openen en sluiten 1 Bergruimten en keukenbovenkasten Openen • Druk op toets voor het ontgrendelen van de klep. zum Entriegeln der Klappe drücken. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. j Sluiten • Pak de klep bij de greep en duw hem dicht totdat de sluiting hoorbaar vastklikt.
Opbouw binnenzijde Bergruimten aan voorzijde Meubeldeuren met klink Openen • Trek aan de greep en draai de klep naar boven open. Deur wasruimte • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit. Berg in de bovenste bergruimten uitsluitend lichte voorwerpen op.
06-3 Opbouw binnenzijde 1 Meubeldeuren met draaiknop Keukenlade Kledingkast Openen • Druk op knop om de lade te ontgrendelen. • Trek aan de greep totdat de lade is geopend. • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten. j Sluiten • Pak de lade bij de greep en duw hem dicht totdat de lade hoorbaar sluit en vastklikt.
Opbouw binnenzijde Deuren met drukvergrendeling Deuren met pushlock Openen • Druk kort op de deurgreep totdat de deur openspringt. • Trek de deur open. Afvalkast, keukenonderkast Sluiten • Druk de deur bij de greep dicht totdat hij weer vastklikt. Openen • Druk op de pushlock totdat de knop naar buiten springt. • Trek voorzichtig aan de knop en open de deur. Sluiten • Duw de deur bij de knop dicht. • Druk op de pushlock totdat de knop vastklikt en de deur is vastgezet.
06-5 Opbouw binnenzijde Bar bij toegangsdeur (afhankelijk van het model) Roldeuren Openen • Trek aan de greep en draai de deur open. Kast onder bed, deur wasruimte Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit. Openen • Pak roldeuren bij het tussenstuk vast en schuif ze naar buiten. Sluiten • Pak deuren vast bij het tussenstuk en schuif ze dicht totdat ze in het midden goed aansluiten.
Opbouw binnenzijde 1 6.2 TV-houder voor plat beeldscherm j Druk de metalen rail in om deze te ontgrendelen. Schuif vervolgens de TV-houder uit. 230V-contactdozen en de antenne-aansluiting voor TV of ontvanger bevinden zich vlakbij. Zet de TV-houder vóór elke rit vast.
06-7 Opbouw binnenzijde Tafel neerlaten 2 1 3 1 2 Trek het tafelblad er naar boven toe af 4 Draai het tafelblad los 6.3 Tafels 3 Zuiltafel De zuiltafel kan in neergelaten toestand tevens als bedonderbouw worden gebruikt. Laten zakken • Zet het draaimechanisme van het tafelblad vast door de gekartelde knop stevig vast te draaien. • Trek het tafelblad er verticaal naar boven uit. • Trek het middenstuk van de zuil uit de poot en leg hem terzijde. • Plaats het tafelblad op de poot .
Opbouw binnenzijde 5 1 1 3 2 Aanwijzingen • Voor een betere doorgang naar de cabine kan een lange zijde van de tafel met behulp van een aan de onderkant bevestigde grendel naar beneden worden geklapt. • Bij de tafelzuil van model T 600 FC is het mogelijk om – door aan de onderkant aan beugel trekken – het tafelblad enigszins te verschuiven en zo een doorgang naar de cabine te creëren. j k 4 Hangtafel De hangtafel kan in neergelaten toestand als bedonderbouw worden gebruikt.
06-9 Opbouw binnenzijde 2 7 1 6 • Zet het tafelblad aan de voorkant op de grond met de ingekorte steunvoet . p Uitklappen • Trek aan de borgpen . • Draai het onderste tafelblad k Tafelverlenging j j in de gewenste positie. • Draai aan de draaiknop onder de tafel totdat de tafel los zit. • Til de tafel enigszins op en trek hem zover uit dat het verlengstuk volledig zichtbaar is. • Klap het verlengstuk in de richting van de zijwand omhoog.
Opbouw binnenzijde 1 2 • Schuif de tafel in de richting van het verlengstuk en steek hem in de daarvoor bestemde openingen. Keukenverlenging j • Klap het sluitmechanisme omhoog en trek hem terug. • Klap de verlengsteun uit. • Klap de keukenverlenging omlaag.
06-11 Opbouw binnenzijde 06-12 3 3 1 1 2 Verlaging tafel middelste zitgroep j • Schuif de schakelaar op de tafelpoot naar boven. • Klap de onderste tafelpoot in totdat hij hoorbaar vastklikt. • Maak de tafel los en klik hem weer vast aan de onderste bevestiging. 2 6.4 Bedombouw De zitgroepen kunnen worden omgebouwd tot comfortabele bedden. Ombouw • Verwijder zit- en rugkussens. • Laat de tafel zakken. • Draai de vergrendeling van de bedverbreding los.
Opbouw binnenzijde 1 Dwarse zitbank ombouwen Om de extra slaapgelegenheid aan de voorzijde te kunnen gebruiken moet de dwarse zitbank worden omgebouwd. Ombouw • Verwijder zit- en rugkussens. • Laat de hangtafel zakken. • Klap de plaat 180° naar voren om en leg hem op de hangtafel.
Opbouw binnenzijde 6.
Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie T 600AK KM Siesta Rugkussen 1000x450x125 Zitkussen 1095x640x125 Zitkussen 1055x640x125 Extra kussen 1000x70x125 Zitkussen 581x590x125 Extra kussen 1945x220x125 Extra kussen 1060x60x125 Kussenconfiguratie T555AK GFSC Siesta Classic Zitkussen 1095x640x125 Extra kussen 140x215x125 Rugkussen 481x360x125 Rugkussen 1040x450x125/90 06-14
Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie T 650AK GFM Siesta Zitkussen 1095x640x125 Kussenconfiguratie T 600 FCr Siesta Exclusive Rugkussen 640x450x125/90 Rugkussen 300x450x 125/90 Extra kussen 940x130x125 Extra kussen 1945x220x125 06-15 Zitkussen 1095x640x125 Zitkussen 640x560x125 Zitkussen 640x380 x125 Zitkussen 645x590x125 Extra kussen 140x215x125 Rugkussen 1040x450x125/90 Rugkussen 545x360x125
Opbouw binnenzijde Zitkussen 1040x450x125/90 Extra kussen 1040x80x125 Zitkussen 1095x640x125 Zitkussen 1082x590x125 Rugkussen 982x360x125 Kussenconfiguratie T 650 ESCr (H) Siesta Exclusive Extra kussen 1170x248x125 Extra kussen 1170x248x125 Kussenconfiguratie T 650 FLCr (F) Siesta Exclusive Zitkussen 1040x450x125/90 Extra kussen 1040x80x125 Zitkussen 1095x640x125 Zitkussen 765x590x125 Rugkussen 675x360x125/90 06-16
06-17 Opbouw binnenzijde 2 1 Bedverbreding Inschuifbaar bed Bij het model Van Exclusive L kunnen de twee eenpersoonsbedden boven de garageruimte achterin met behulp van een uitklapbare extra plank worden verbreed resp. met elkaar worden verbonden. • Haal het matras uit de lattenbodem. Trek de lattenbodem er uit en leg het matras c.q. de matrassen neer. j • Open de klep onder de extra plank en pak het trapje.
Opbouw binnenzijde 6.6 Alkoof /F-bed achter, dwars Ouders dienen erop toe te zien dat kleine kinderen niet uit de bovenste bedden vallen. Als kleine kinderen zich in de alkoof, het bovenste kinderbed of in het verhoogde achterbed bevinden, moeten de aanwezige veiligheidsnetten worden opgetrokken en in de houders worden gehangen om te voorkomen dat er kinderen naar buiten vallen. De alkoofbodem kan voor een aangenamere zitpositie hydraulisch omhoog worden geklapt.
06-19 Opbouw binnenzijde Trapje garagebed/alkoof Bedladder inklapbaar • Haak het trapje vast aan de daarvoor bestemde greep. • Let erop dat het trapje niet kan gaan schuiven. • Open de deur met pushlock. • Schuif de bedladder uit over de railgeleider, traptreden klappen tegelijkertijd uit in de juiste positie.
Opbouw binnenzijde 6.7 Ramen Zonne- en insectenrolgordijn Uitzetraam met raamuitzetters Zonne- en insectenrolgordijnen zijn in het raamkozijn geïntegreerd en kunnen afzonderlijk van elkaar worden bediend. Openen • Draai de grendel in verticale stand door de knop ingedrukt te houden. • Duw het raam naar buiten totdat er een klik hoorbaar is. Het raam blijft automatisch in deze stand staan. Er zijn meerdere standen instelbaar. Sluiten • Til het raam licht op zodat de uitzetter losspringt.
06-21 Opbouw binnenzijde Zonnerolgordijn Sluiten • Zet het zonnerolgordijn langzaam en gelijkmatig in de gewenste stand. Openen • Schuif het rolgordijn langzaam en gelijkmatig omhoog. Dakraam Het dakraam kan niet worden geopend. Het beschikt over een geïntegreerd verduisteringsrolgordijn dat desgewenst kan worden gesloten door eraan te trekken.
Opbouw binnenzijde 1 2 3 6.8 Verduisteringssysteem voor cabine Het verduisteringsgordijn mag uitsluitend worden uitgetrokken als het voertuig stilstaat en de motor is uitgeschakeld. Vóór het begin van een rit moet het systeem volledig worden samengevouwen en vergrendeld. Als de camper niet wordt gebruikt moet het verduisteringssysteem worden ingeklapt, omdat dit anders door warmte-inwerking en UV-straling permanent beschadigd raakt.
06-23 Opbouw binnenzijde 6.9 Dakluik opbouw Veiligheidsaanwijzingen - Open het dakluik niet als het hard waait, regent, hagelt enz., of bij buitentemperaturen onder 20°C! - Verwijder sneeuw, ijs of vuil voordat u het dakluik opent. Houd rekening met de ruimte die het geopende dakluik inneemt als u het onder een boom of in een garage opent. - Ga niet op het dakluik staan. - Sluit en vergrendel het dakluik vóór het begin van iedere rit. Open insectenrolgordijn en plooigordijn (ruststand).
Opbouw binnenzijde Verduisteringsrolgordijn Trek het rolgordijn aan de onderste greeplijst omlaag tot in de gewenste positie of tot de sluiting inklikt in de greeplijst van het insectenrolgordijn. Insectenhor Schuif de greeplijst van de insectenhor en tegen de greeplijst van het verduisteringsrolgordijn totdat ze vastklikken. Groot dakluik Openen • Klap de draaihendel in de gebruikspositie. Door met de wijzers van de klok aan de hendel te draaien kunt u nu het luik openen tot de gewenste positie.
06-25 Opbouw binnenzijde 1 Dakluik rond 6.10 Zittingen in de cabine Openen • Trek alle drie de vergrendelingen aan de onderkant in de richting van het midden van het raam en draai ze los. • Duw het dakluik tot aan de aanslag over het gehele oppervlak naar boven. j Sluiten • Trek het dakluik dicht. • Duw de vergrendelingen klikken. j krachtig dicht totdat ze vast- Aanwijzingen m.b.t. de bediening kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
Opbouw binnenzijde Stoelen draaien • Zet de armleuningen omhoog. • Schuif de stoel in de middenstand. • Beweeg de hendel om de stoel te verdraaien. De stoel wordt uit de vergrendeling losgemaakt. • Druk de gordelsluiting naar beneden om deze niet te beschadigen. • Draai de stoel in de gewenste positie.
06-27 Opbouw binnenzijde 1 1 1 6.11 Zitplaatsen in het woongedeelte Bevestiging zitkussens De zit- en rugkussens worden door een anti-slip mat op hun plaats gehouden. Zorg ervoor dat de zit- en rugkussens goed vast zitten. Hoogteverstelling van de hoofdsteunen • Pak het kussen van de hoofdsteun met de hand vast en schuif het in de gewenste stand. 2 Ombouw van de L-zitgroep/afzonderlijke zitplaats Om gebruik te kunnen maken van de buitenste zitplaats bij modellen met een L-zitgroep resp.
Opbouw binnenzijde • Leg het onderste deel van de gordel over de heupen heen. Gordel losmaken • Druk op de knop in het gordelslot voor het ontgrendelen van de slottong. 6.12 Veiligheidsgordels in het woongedeelte De middelste zitgroepen zijn voorzien van veiligheidsgordels en optioneel met extra veiligheidsgordels. Neem goede nota van het desbetreffende zitplaatsenoverzicht van uw voertuig.
06-29 Opbouw binnenzijde 6.
Opbouw binnenzijde T 650 FLC Siesta Exclusive 3 4 T 555 AK GFSC Siesta 7 3 4 5 6 1 5 2 Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Sitzplätze 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 7: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaats T 650 ESC Siesta Exclusive T 600 AK KM Siesta 3 4 6 5 1 2 Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 6: het gebruik ervan is tijdens het ri
06-31 Opbouw binnenzijde T650 AK GFM Siesta 3 4 5* 6* 1 2 Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan *Zitplaatsen 5 - 6: Alleen bij optie extra gordelsysteem tijdens het rijden toegestaan. Bij versie zonder extra gordelsysteem is het gebruik van deze zitplaatsen tijdens het rijden niet toegestaan.
Opbouw binnenzijde 6.
06-33 Opbouw binnenzijde TL 500 GESC Van Exclusive T 555 AK GFSC Siesta Indeling overdag Indeling ’s nachts
Opbouw binnenzijde T 600 AK KM Siesta T 650 AK GFM Siesta Indeling overdag Indeling ’s nachts 06-34
06-35 Opbouw binnenzijde T 600 FC Siesta Exclusive T 650 FLC Siesta Exclusive Indeling overdag Indeling ’s nachts
Opbouw binnenzijde 06-36
07-1 Elektrische installaties Hoofdstuk 7: Elektrische installaties 7.2 Elementen van de elektrische installatie 7.1 Veiligheidsinstructies Hoofdelementen van de elektrische installatie • CONTROLEPANEEL – aansturing van de apparaten en toestandsaanduidingen. • 12V VERDEELMODULE hoofdrelais, accu-parallelrelais (12V, 70A), koelkastrelais, pomprelais, laadinrichting, zekeringen, onderspanningsbeveiliging • ACCULADER – Laadt de accu op met bufferfunctie.
Elektrische installaties Adviezen en controle Belangrijk • Eventuele veranderingen aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. • Open de accuhoofdschakelaar en schakel de 230V stroomvoorziening uit voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren. Accu’s • Neem de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van de accu in acht. • Het zuur in de voertuigaccu is giftig en bijtend. Vermijd contact met de huid en de ogen.
07-3 Elektrische installaties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 q Geeft aan dat voertuig- en huisaccu door de dynamo r s 11 12 13 Controlepaneel Verklaring van de symbolen Toets voor de bewaking van de drinkwatertank. Toets voor de bewaking van de huisaccu (B2). Toets voor de bewaking van de voertuigaccu (B1). LED geeft aan dat de drinkwatertank wordt getest, knipperen geeft lege tank aan. LED’s geven het niveau van de drinkwatertank aan.
Elektrische installaties k Stroomindicatie l m n 3 2 1 5 4 Intelligente accusensor (IBS) Uw voertuig is optioneel uitgerust met een accusensor. De IBScontrol meet de nog beschikbare capaciteit van de accu en geeft eveneens de veroudering ervan weer. Verklaring van de symbolen Indicatie resterende looptijd Geeft de resterende looptijd bij het huidige verbruik weer. j rood = ontlading groen = oplading Stroom als getalswaarde Voorbeeld: stroomafname 0,1 A.
Elektrische installaties l 2 10 10 4 6 20 20 8 10 3 m n o AUX B A 10 1 3 20 30 5 7 25 3 9 p 2 1 16 5 11 3 7 8 9 1 4 2 5 3 6 B 1 2 q 15 4 14 13 6 A r s 19A 16 1 12 1 17 18 19B 2 8 9 1 2 3 4 11 12 13 7 8 11 10 9 12 1 2 5 3 4 20 6 07-5 -B2 +B2 +B1 21 22 23 Verdeelmodule Zekeringen j 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de voortentverlichting k 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de waterpomp 14 15 16 17 18 19 19 20 21 22
Elektrische installaties 7.3 Stroomvoorziening De camper wordt via de volgende aansluitingen voorzien van elektriciteit: - netaansluiting (wisselspanning 230V). - huisaccu (gelijkspanning 12V). Stroomvoorziening via netaansluiting De 230V-installatie is beveiligd d.m.v. een 2-polige schakelautomaat met FI-veiligheidsschakelaar en 2 x 13 A. De schakelautomaat bevindt zich ofwel in de zitgroep achter de chauffeursstoel of in de kledingkast (afhankelijk van het model).
07-7 Elektrische installaties 7.4 Werking van de voedingseenheid 1 Installatieplaats van de acculader De acculader bevindt zich onder de bijrijdersstoel. 2 Werking op netaansluiting 230V Na het aankoppelen van de netaansluiting worden huis- en voertuigaccu automatisch door de acculader in de camper opgeladen (ook als het controlepaneel niet is ingeschakeld). Acculader Buitencontactdoos Openen • Pak de afdekklep toe.
Elektrische installaties De acculader werkt alleen bij accu’s waarvan de polen juist zijn aangesloten. Werking van de acculader Apparaatbeveiliging Bij ingeschakelde 12V-apparaten duurt de minimale laadtijd van 12 uur navenant langer. Ontladingsbeveiliging Mocht de acculader door te hoge omgevingstemperaturen of hoge laadstromen heet worden, dan schakelt een ingebouwde thermische schakelaar de acculader uit totdat de temperatuur in de acculader weer is gedaald.
Elektrische installaties 07-9 Werking bij draaiende motor Zodra de motor loopt, schakelt een relais de startaccu en de huisaccu parallel. Het signaal D+ is aangesloten op de dynamo. De dynamo laadt dus beide accu’s op. Zodra het signaal D+ niet meer brandt, worden beide accu’s weer van elkaar gescheiden. De startaccu kan dus niet worden ontladen door apparaten in het woongedeelte. De 12V-voorziening van de koelkast is alleen mogelijk tijdens het rijden.
Elektrische installaties 7.5 Huisaccu Installatieplaats - Onder de bijrijdersstoel of in een apart opbergvak, van buiten toegankelijk (bij SW extra accu). Eigenschappen - De accu is onderhoudsvrij. Er hoeft geen water te worden bijgevuld. De accu is goed afgesloten en kan niet leeglopen. De accu is cyclusvast en daarmee bijzonder geschikt voor de stroomvoorziening van het boordnet. Daarbij zijn verscheidene ontlaad-/laadprocessen mogelijk.
07-11 Elektrische installaties 1 1 Hoofdschakelaar Ter beveiliging van de huisaccu tegen diepontlading – als het voertuig niet wordt gebruikt – is deze voorzien van een hoofd¬schakelaar , die zich onder aan de achterzijde van de bijrijdersstoel bevindt. Bij het openen van de schakelaar wordt de huisaccu volledig van het 12V-net losgekoppeld. j Voor het opladen van de huisaccu moet de accuhoofdschakelaar gesloten zijn. Het elektrische opstapje klapt bij een geopende hoofdschakelaar niet automatisch in.
Elektrische installaties 1 1 2 3 Acculader met verdeelmodule l k Acculader en verdeelmodule met geïntegreerde zekeringen bevinden zich voor de huisaccu onder de bijrijdersstoel. 7.7 Mobiele navigatie Uw camper beschikt optioneel over een mobiel navigatiesysteem met geïntegreerde achteruitrijcamera, die aan een speciale houder op het dashboard kan worden bevestigd en onmiddellijk gereed is voor gebruik. j • Druk de schakelaar rechts naar voren.
07-13 Elektrische installaties • De houder is uitsluitend geschikt voor de bevestiging van het Blaupunkt navigatiesysteem TravelPilot 500. • Verwijder het apparaat uit de houder zodra u uw camper ergens laat staan, omdat het anders stroom blijft verbruiken en de startaccu anders zou kunnen leeglopen. • Lees de desbetreffende gebruiksaanwijzing van het apparaat vóór de eerste ingebruikneming aandachtig door.
Elektrische installaties 07-14
08-1 Water Hoofdstuk 8: Water 8.1 Algemene informatie • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen. • Om een perfecte waterkwaliteit te kunnen waarborgen, dient het water zo mogelijk rechtstreeks uit het openbare drinkwaternet te worden getapt.
Water 2 1 1 • • • • • j Ontgrendel en open de afsluitdop . Vul de tank met drinkwater. Schakel de 12V-hoofdschakelaar in. Schakel zo nodig via het controlepaneel de waterpomp in Zet alle waterkranen op ‘warm’, draai ze open en wacht zolang totdat het water zonder luchtbelletjes uit de kranen stroomt. Alleen zo kan men zeker zijn dat de boiler eveneens met water is gevuld.
08-3 Water Vuilwatertank De vuilwatertank is optioneel voorzien van een verwarmingselement (ca. 40 W) dat voorkomt dat het afvalwater bij lichte vorst bevriest. Nadat het afvalwater-verwarmingselement op het controlepaneel is ingeschakeld wordt deze geactiveerd zodra de afvalwatertemperatuur onder ca. 8°C daalt. Het afvalwater-verwarmingselement kan alleen worden ingeschakeld bij een 230V stroomvoorziening.
Water • Schakel de 12V-stroomvoorziening via het controlepaneel uit. • Zet alle aftapkranen open. • Open zo mogelijk de afsluitdop van de drinkwatertank. • Draai alle kranen half open. • Hang de handdouche naar boven in de douchestand. • Controleer de waterafvoer. • Reinig de tanks en spoel ze grondig door. • Laat waterinstallatie zo lang mogelijk uitdrogen. • Vergeet niet de toiletcassette te legen.
08-5 Water 8.3 Warmwaterbereiding De verwarming van water vindt plaats m.b.v. een in het verwarmingsapparaat geïntegreerde boiler met een inhoud van 10 l. Bij gebruik tijdens de zomer kan het water onafhankelijk van de werking van de verwarming worden verwarmd. Aanwijzingen over de bediening van de boiler vindt u in hoofdstuk 9.3 “Verwarming”. Bij temperaturen onder ca. 3°C bij het spanningsvrije veiligheidsventiel resp.
Water Doseer de toiletvloeistof zeer zuinig. Een overdosis is geen waarborg voor het voorkomen van geurvorming! • Doe de aangegeven hoeveelheid toiletvloeistof in de toilettank. • Voeg daarna zo veel water toe totdat de bodem van de toilettank volledig bedekt is. • Draai de aftappijp weer terug. Doe nooit rechtstreeks toiletvloeistof in de toiletpot. • Schuif de toilettank weer op zijn plaats terug. • Let erop dat de toilettank d.m.v. de klembeugel is geborgd. • Sluit de serviceklep weer.
08-7 Water Bediening Toilettank leegmaken • Draai de toiletpot in de gewenste positie. • Laat wat water in de toiletpot lopen door op de spoelknop te drukken, of open de schuif door de schuifgreep onder de toiletpot naar u toe te trekken. • Maak gebruik van het toilet. • Open na gebruik de schuif (als die dan nog gesloten is) en activeer de spoeling. Sluit de schuif na het spoelen. De toilettank moet geleegd worden uiterlijk als de LED gaat branden.
Water 1 2 Leeg de toilettank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! • Breng de toilettank naar een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt. Richt daarbij de aftappijp naar boven. • Verwijder de sluiting van de aftappijp. • Richt de aftappijp op de toilettank naar beneden. • Druk met de duim op de ontluchtingsknop en houd deze ingedrukt. De toilettank loopt leeg. • Schuif de toilettank weer op zijn plaats terug.
09-1 Gas Hoofdstuk 9: Gas 9.1 Algemene veiligheidsinstructies voor het gebruik van vloeibaar-gasinstallaties Keuring van de gasinstallatie • Laat vloeibaar-gasinstallaties keuren door een deskundige alvorens ze in gebruik te nemen. • Ook regelaars en verbrandingsgasgeleidingen moeten worden gekeurd. • Wij adviseren de veiligheidsregelaar na uiterlijk 6 jaar te vervangen. • Ook de aansluitslang moet regelmatig op beschadigingen worden gecontroleerd. Zodra er in de slang scheurtjes, poreuze plekken e.d.
Gas Regelaars en ventielen Vóór ingebruikname • Drukregelinstallaties moeten een vaste druk van 30 mbar hebben. Hiervoor gelden de eisen van EN 12864, bijlage D. Het debiet van de drukregelinstallatie bedraagt 1,2 kg/h. • Sluit de hogedrukslang zorgvuldig met de hand aan op de fles (NB: linkse schroefdraad). Gebruik daarbij geen sleutels, tangen of vergelijkbaar gereedschap. • Gebruik bij temperaturen onder de 5ºC een ontdooi-installatie (Eis-Ex) voor regelaars.
09-3 Gas 9.2 Gasvoorziening De camper is uitgerust met een propaangasinstallatie (gasfles niet standaard meegeleverd). Deze installatie levert gas aan de volgende apparaten: - kooktoestel - koelkast - Verwarming - boiler - oven - in voorkomende gevallen: accessoires Gasfleskast De toegang tot de gasfleskast bevindt zich afhankelijk van de uitvoering in de garageruimte achterin of apart in de zijwand. De gasfleskast biedt plaats aan 2 x 11 kg propaangasflessen.
Gas Voor de gasfleskast geldt: • Controleer de bevestiging van de gasflessen vóór iedere rit. De gasflessen moeten rechtop staan en ventielen moeten worden gesloten (behalve bij gebruik van de verwarming tijdens het rijden). • Trek losse riemen vast. • Steeds als een gasfles verwisseld is, moet met een lekzoekmiddel worden gecontroleerd of de hogedrukslang op de fles helemaal dicht is. • De gasfleskast is niet geschikt voor het transporteren van goederen.
Gas bb a DuoComfo rt min. 50 cm 09-5 1 Verwarming (Oven) Gasfornuis Koelkast Voor afsluitkranen en ventielen geldt: • Tijdens het rijden moeten alle kranen van gasapparaten dicht zijn. Een uitzondering vormen gaskranen voor verwarmingsapparaten die tijdens het rijden in gebruik zijn. Door schokken kan in de loop der jaren geringe lekkage optreden. Wanneer u lekkage vermoedt, laat uw gasinstallaties dan controleren door uw dealer of een gasinstallatiebedrijf.
Gas Werking • Sluit de gasflessen aan en open de kranen van beide gasflessen. Draai de draaiknop tot aan de aanslag naar links resp. rechts. Bij een flesdruk onder de 0,5 bar wisselt het ventiel automatisch van hoofdfles. DuoC f d e c b a Tijdens het verwisselen van gasflessen niet roken en geen open vuur ontsteken! Afstandsindicatie voor omschakelklep Uw voertuig is optioneel voorzien van een afstandsindicatie voor de omschakelklep van de gasinstallatie met twee flessen. a Gebruik tijdens de zomer.
10-1 Inbouwapparatuur Hoofdstuk 10: Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbouwapparatuur van de camper. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. In sommige gevallen behoren de beschreven apparaten niet tot de standaarduitrusting. Voor verdere informatie over de afzonderlijke inbouwapparaten verwijzen wij u naar de bijbehorende gebruikershandleidingen, die te vinden zijn in de blauwe servicemap in de camper.
Inbouwapparatuur 10.2 Heteluchtverwarming De Combi verwarming op vloeibaar gas is een heteluchtverwarming met geïntegreerde boiler (inhoud: 10 l). Het gebruik van de verwarming is zowel met als ook zonder waterinhoud onbeperkt mogelijk. Ingebruikneming • Stel de luchtafvoer-jets in de camper zo in dat de warme lucht daar terechtkomt waar u haar hebben wilt. • Controleer of de schoorsteen vrij is. Verwijder beslist eventuele afdekplaten. • Zet gasfles en gasafsluiters open.
10-3 Inbouwapparatuur Activeren • Druk de knop licht in stand (m) en draai tegelijkertijd de schakelaar 90° in stand (k). • Zolang de schakelaar in stand (k) staat, blijft de knop in stand (m) k n m o FrostControl FrostControl is een spanningsvrij veiligheidsventiel resp. aftapkraan. Het tapt bij bevriezingsgevaar automatisch de inhoud van de boiler af via een aftappijp. Bij overdruk in het systeem volgt automatisch een stootsgewijze drukcompensatie via het veiligheidsventiel.
Inbouwapparatuur Combi Combi 3 1 1 40° c 60° f d e a g, h b 7 3 25 7 3 25 5 9 4 a g, h b 60° 5 9 4 60° 3 1 1 40° c 60° f d e Gebruik tijdens de zomer Gebruik tijdens de winter • Zet de draaischakelaar op het bedieningspaneel in stand (c – gebruik tijdens de zomer) 40°C of 60°C. Verwarmen met gecontroleerde watertemperatuur • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (e). Zet de draaiknop (a) op de gewenste thermostaatstand (1-5). De groene (b) en gele (g) LED branden.
10-5 Inbouwapparatuur Verwarmen zonder gecontroleerde watertemperatuur • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (d). • Zet de draaiknop (a) op de gewenste thermostaatstand (1-5). De groene LED (b) voor ‘in bedrijf’ brandt en toont gelijktijdig de stand van de gekozen kamertemperatuur. De gele LED (g – opwarmfase van het water) brandt alleen bij watertemperaturen onder 5°C. Het apparaat kiest automatisch de benodigde vermogensstand.
Inbouwapparatuur 10-6 Uitschakelen • Schakel de verwarming uit met de draaischakelaar (stand f). De groene LED (b) dooft. Als de groene LED (b) na het uitschakelen knippert, is er een naloop voor de temperatuurvermindering van het apparaat actief. Deze eindigt na enkele minuten en de groene LED (b) dooft. Bij een storing brandt de rode LED (h). Mogelijke foutoorzaken kunt u vinden in de aparte aanwijzingen m.b.t. de storingsdiagnose in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
10-7 Inbouwapparatuur Combi E a g 230 V~ b c d e f 10.3 Elektrische verwarming (accessoire) Voor de werking op elektriciteit beschikt de elektrische verwarming aanvullend over verwarmingselementen die handmatig kunnen worden ingeschakeld resp. gecombineerd.
Inbouwapparatuur 2 1 10.4 Standverwarming cabine (accessoire) Met optionele uitrusting beschikt uw voertuig over een standverwarming voor cabine en motor. De verwarming is in de waterkringloop geïntegreerd, de stroomvoorziening vindt plaats via de 12V-huisaccu. Werking M.b.v. de schakelaar in de cabine wordt de verwarmingsfunctie handmatig bediend. Schakelaar in stand : alleen de cabine wordt verwarmd.
10-9 Inbouwapparatuur 10.5 Koelkast Bedrijfsmodi De koelkast werkt op drie manieren. - op 12V: elektriciteitsvoorziening via de accu van de camper - op 230V: elektriciteitsvoorziening van externe bron. - op vloeibaar gas: gasvoorziening uit de gasflessen van de camper. 2 j k l 1 3 Neem a.u.b. vóór ingebruikneming goede nota van de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant. Werking op 12V Het 12V-bedrijf kan alleen tijdens de rit bij een draaiende motor worden gebruikt.
Inbouwapparatuur Werking op 230V k • Zet de energiekeuzeschakelaar op netvoeding. • Regel de temperatuur met de thermostaat. • Uitschakelen: draai de energiekeuzeschakelaar in de 0-stand. Werking op gas l • Zet de energiekeuzeschakelaar op ‘werking op gas’. • Open de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter voor de koelkast. • Draai de thermostaat volledig open en houd deze ingedrukt.
10-11 Inbouwapparatuur Zet de koelkastdeur – als de koelkast niet in gebruik is – altijd vast in de ventilatiestand, om de vorming van schimmel en onaangename geurtjes te voorkomen. 2 1 Vriesvak Bij hoge buitentemperaturen en een hoge luchtvochtigheid kunnen zich waterdruppels vormen op de metalen rand van het vriesvak. Daarom is deze rand voorzien van verwarming (alleen Dometic). Schakel bij hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid de randverwarming in via toets nr. . Zo voorkomt u corrosie.
Inbouwapparatuur 10-12 Kooktoestellen of andere toestellen die bij de verbranding lucht aan de binnenruimte onttrekken, mogen nooit voor verwarming van het voertuig gebruikt worden. Bij veronachtzaming bestaat acuut levensgevaar door zuurstofgebrek en de mogelijke vorming van het reukloze koolmonoxide. Het kooktoestel mag niet worden gebruikt wanneer het glazen deksel is gesloten. 10.6 Gastoestel Het keukenblok van de camper is uitgerust met een 3-pitsgastoestel.
10-13 Inbouwapparatuur • Sluit de gasafsluiter van het gaskomfoor. 1 Gebruik voor het vastpakken van hete potten, pannen en vergelijkbare voorwerpen kookhandschoenen of pannenlappen. Gevaar voor verbranding! 2 Laat de glasplaat na het koken nog zo lang openstaan als de branders hitte afgeven. De glasplaat zou anders kunnen barsten. Werking Bewaar licht ontvlambare voorwerpen als theedoeken, servetten etc. niet in de buurt van het kooktoestel. Brandgevaar! j • Open de rookglazen afdekking .
Inbouwapparatuur 10-14 • Als de brandervlam per ongeluk wordt gedoofd, zet dan de draaiknop in de nulstand en laat de brander minstens een minuut uitgeschakeld. Probeer pas daarna opnieuw de oven te ontsteken. • Gebruik de oven nooit zonder inhoud (te verwarmen gerechten). • Gebruik de grill (accessoire) nooit langer dan 25 minuten en uitsluitend bij een geopende ovendeur. • De oven mag nooit worden gebruikt om de caravan te verwarmen. 10.
10-15 Inbouwapparatuur • Houd de draaiknop enkele seconden ingedrukt totdat het veiligheidsventiel van de ontsteking de gastoevoer open houdt. • Laat de draaiknop los en zet hem op de gewenste vermogensstand (alleen oven). • Sluit de ovendeur voorzichtig zodat de vlam niet uitgaat. Uitschakelen • Zet de draaiknop in de nulstand. De vlam dooft. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de oven. 1 2 3 10.
Inbouwapparatuur 10.9 Dak-airconditioning (accessoire) Optioneel beschikt uw voertuig over een klimaatinstallatie in het woongedeelte i.p.v. een dakraam. Voor de juiste bediening en om het vermogen van de klimaatinstallatie te optimaliseren moet u de volgende punten in acht nemen: • Let op warmte-isolatie, dicht kieren af en dek glazen oppervlakken af. • Vermijd het onnodig openen van deuren en ramen. • Dek luchtinlaten en openingen niet af en zorg dat ze niet verstopt raken.
11-1 Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 11: Onderhoud en verzorging 11.1 Onderhoud Onderhoudsintervallen Voor de camper en de daarin aanwezige installaties bestaan voorgeschreven onderhoudsintervallen. Houd ook rekening met de onderhoudsintervallen van het basisvoertuig Ford. M.b.t. de onderhoudsintervallen geldt: • Laat de eerste onderhoudsbeurt 12 maanden na de eerste toelating uitvoeren bij een HOBBY-dealer. • Laat alle verdere onderhoudsbeurten eens per jaar uitvoeren bij een HOBBY-dealer.
Onderhoud en verzorging 11.3 Verzorging Droog schijnwerpers en lamphouders grondig af, omdat zich daar water kan ophopen. Buitenreiniging Was het voertuig niet vaker dan nodig. Was het voertuig alleen op speciaal hiervoor bestemde wasplaatsen. Maak zo spaarzaam mogelijk gebruik van reinigingsmiddelen. Agressieve middelen als velgenreiniger belasten ons milieu. Was de camper slechts op wasplaatsen die speciaal zijn bestemd voor het wassen van voertuigen.
11-3 Onderhoud en verzorging Voor het in de was zetten van de oppervlakken geldt: • De gelakte oppervlakken dienen af en toe te worden nabehandeld met was. Neem daarbij de door de fabrikant aanbevolen aanwijzingen voor het gebruik van de was in Bij beschadigingen geldt: • Repareer beschadigingen onmiddellijk om verdere schade door corrosie te voorkomen. Maak hiervoor a.u.b. gebruik van de hulp van uw HOBBY-dealer. acht.
Onderhoud en verzorging • Laat sterk vervuilde bekleding, bedspreien en gordijnen reinigen en was ze niet zelf! • Voer de reiniging zo nodig voorzichtig uit met het schuim van een fijnwasmiddel. M.b.t. het tapijt geldt: • reinigen met een stofzuiger of een borstel. • zo nodig met tapijtschuim behandelen of shampooën. Voor de PVC-vloerbedekking geldt: Zand en stof op een PVC-vloerbedekking die regelmatig wordt betreden, kunnen het oppervlak beschadigen.
11-5 Onderhoud en verzorging Accessoires 11.4 Winterpauze voor de camper M.b.t. de verzorging geldt: • Reinig kunststof onderdelen (bijv. bumpers, ommantelingen) met water van maximaal 60°C en een mild huishoudelijk schoonmaakmiddel. • Reinig vettige of olieachtige oppervlakken met spiritus. • Vet deurscharnieren en uitdraaisteunen zo nodig in. • Reinig drinkwaterleidingen, drinkwatertank en vuilwatertank eens per jaar. Met het invallen van de winter eindigt vaak ook het campingseizoen.
Onderhoud en verzorging 11-6 Voor de reservoirs geldt: • Leeg en reinig de drinkwatertank. • Leeg en reinig de vuilwatertank. • Leeg en reinig de toilettank. • Maak de boiler volledig leeg. Schakel daartoe de stroomvoorziening m.b.v. het controlepaneel uit en zet alle waterkranen open. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles en alle afzonderlijke gasafsluiters. Verwijder gasflessen altijd uit de gasfleskast, ook als ze leeg zijn.
11-7 Onderhoud en verzorging 11. 5 Gebruik tijdens de winter Voorbereidingen Door het algehele voertuigontwerp is uw camper tot op zekere hoogte bestand tegen de winter. Om echt te kunnen kamperen tijdens de winter adviseren wij uw camper naar uw persoonlijke voorkeur te optimaliseren. De dealer in uw rayon adviseert u graag. M.b.t. de voorbereidingen geldt: • Controleer het voertuig op lak- en roestschade en herstel deze zo nodig.
Onderhoud en verzorging 11-7 • Laat ook bij afwezigheid en ’s nachts de binnenruimte niet geheel afkoelen en laat de verwarming op een laag vermogen branden. Verwarm het voertuig beslist ook ’s nachts bij bevriezingsgevaar en bij overnachting in de camper! Let bij gebruik tijdens de winter op de gasvoorziening, er wordt dan tot wel driemaal zoveel gas verbruikt als gewoonlijk..
12-1 Afvalverwerking en milieubescherming Hoofdstuk 12: Afvalverwerking en milieubescherming 12.1 Milieu en mobiel reizen Milieuvriendelijk gebruik Gebruikers van een camper of caravan dragen vanzelfsprekend een bijzondere verantwoordelijkheid voor het milieu. Daarom dient het voertuig altijd op milieuvriendelijke wijze te worden gebruikt. M.b.t. een milieuvriendelijk gebruik geldt: • Verstoor de rust en schoonheid van de natuur niet. • Verwijder afvalwater, fecaliën en afval volgens de voorschriften.
Afvalverwerking en milieubescherming 12-2 M.b.t. afvalwater geldt: • Verzamel afvalwater aan boord alleen in ingebouwde vuilwatertanks of desnoods in hiervoor geschikte reservoirs! • Laat afvalwater nooit weglopen in de vrije natuur of in rioolputten! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiveringsinstallaties. • Maak de vuilwatertank zo vaak mogelijk leeg, ook als hij niet helemaal gevuld is (hygiëne). Spoel de vuilwatertank zo mogelijk bij elke lediging met schoon water uit.
12-3 Afvalverwerking en milieubescherming Afvalverwerking • Laat de toilettank nooit te vol worden. Maak uiterlijk wanneer niveau-indicator gaat branden, de tank onmiddellijk leeg. • Laat fecaliën nooit in rioolputten weglopen! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiveringsinstallaties. Leeg uw vuilwatertank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! M.b.t.
Afvalverwerking en milieubescherming 12.2 Terugneming van het voertuig Mocht het werkelijk ooit zover komen dat u definitief afscheid moet nemen van uw camper en dat deze als afval moet worden verwerkt, dan is (op het moment van ter perse gaan) de fabrikant van het basisvoertuig verantwoordelijk voor de terugneming ervan. Uw HOBBY-camper moet dus gratis via het complete netwerk van Ford-dealers teruggenomen en vakkundig verwerkt worden.
13-1 Technische gegevens Hoofdstuk 13: Technische gegevens 13.1 Gewichten volgens 92/21/EG Model Bouwserie Gewicht Chaufbasisvoerfeur tuig Diesel [kg] Basisuitrusting Rijklaargewicht TTM T 500 GFSC Van (A) 2420 T 500 FSC Van (A) T 500 FSC LE Van (A) TL 500 GESC T 600 FC LaadverZitConvenmogen plaatsen tionele belasting Overbel. massa Voertuig- Persoonlijke lengte uitrusting Restlaadverm.
Technische gegevens 13-2 13.2 Bandenspanning Band Spanning (bar) Basis Michelin XC Camping 215/75 R 16 C vo: 3,5 hi: 5,5 FORD Overige bandenfabrikanten* 185/75 R 16 C vo: 4,7 hi: 3,5 FORD 215/75 R 16 C vo: 3,5 hi: 4,75 FORD * Deze bandenspanningswaarden zijn alleen geldig voor standaardbanden van alternatieve merken (bijv. Continental, Goodyear etc.).
13-3 Technische gegevens 13.3 Technische gegevens Hobby model Bouwserie Type Motor5) standaard Basisvoertuig Chassis Onderstelverlenging Trekhaak Trekbok Kogelkop FORD Transit V347 (voorwielaandrijving) T 500 GFSC Van H2 FORD Transit FT 350 M 2.2 TDCi (85 kW) Platte bodem 205914 verlaagd SAWIKO 30LF70003P Typ 05 (3009000500) T 500 FSC Van H2 FORD Transit FT 350 M 2.
Technische gegevens 13-4 Aanhang- AanhangToel. Toel. ZitTTM gew. gew. plaatsen [kg] asbelasting asbelasting ger.3) onger.3) vóór achter Gordelsysteem Spoor- SpoorMax. toel. Opbouw Tot. Hoogte Breedte Wielbreedte breedte OV OA1) 1) 2) totaalgew.
13-5 Technische gegevens Gewichtsverlaging en -verhoging campers Hobby model Bouwserie Type Motor5) standaard Basisvoertuig Chassis Onderstelverlenging Trekhaak Trekbok Kogelkop FORD Transit V347 (voorwielaandrijving) T 500 GFSC Van H2 FORD Transit FT 350 M 2.2 TDCi (85 kW) Platte bodem 205914 verlaagd SAWIKO 30LF70003P Typ 05 (3009000500) T 500 FSC Van H2 FORD Transit FT 350 M 2.
Technische gegevens Gordelsysteem ZitTTM plaatsen [kg] Toel. Toel. asbelasting asbelasting vóór achter Aanhang- AanhangSpoor- SpoorMax. toel. Opbouw Tot. Hoogte Breedte Wielgew. gew. breedte breedte OV 1) 2) totaalgew. lengte4) lengte1) basis 3) 3) ger. onger.
13-7 Technische gegevens 13.4 Banden en velgen voor basismodel campers Basisuitvoering met stalen velgen Basisuitvoering met LM-velgen (SW) Hobby model Bouwserie TTM [kg] Toel. asbelasting vóór Toel.
Technische gegevens 13-8 Banden en velgen voor verzwaarde campers Basisuitvoering met stalen velgen Basisuitvoering met LM-velgen (SW) Toel. Toel.
13-9 Technische gegevens 13.5 Gewicht accessoires Voorwerp Gewicht [kg] FORD Comfort-pakket Hobby starterpakket Hobby All-Inclusive pakket Accusensor Achterladder Achtersteunen Achteruitrijdvideosysteem Afzuigkap Beddensprei Buitendouche Chauffeurs- en bijrijdersstoel bekleed in stof woongedeelte Comfortbedsysteem incl.
Technische gegevens 13-10
Ix-1 Index Index A Aanbouwelementen 03-8 Accuhoofdschakelaar 07-2 Acculader installatieplaats 07-12 Achteruit rijden 02-6 Achteruitrijcamera 07-12 Afvoer verbrandingsgassen 09-2 Afzuigkap 10-15 Alkoof 06-18 Apparaten omschakelen 02-9 B Banden 04-1 Bandenspanning (waarden) 13-2 Bandenspanning 04-2 Bar 06-5 Basisuitrusting 03-1 Buitendouche wateraansluiting 08-8 Bedladder inklapbaar 06-19 Bedombouw 06-12 Bedverbreding 06-17 Belading 02-5 dakreling 05-10 Belading 03-3 Brandveiligheid 02-1 Buitencontactdoos 0
Index afvalwater 12-2 afvalverwerking 12-3 fecaliën 12-2 parkeerterreinen 12-3 Milieubescherming 12-1 N Navigatie 07-12 Netaansluiting 07-6 Nooduitrusting 02-8 verbanddoos 02-8 gevarendriehoek 02-9 O Omschakelklep 09-5 Onderdelen verzorging 11-5 Onderhoud reminrichting 04-8 Onderhoudsintervallen 11-1 Onderlegwiggen 02-9 Ontladingsbeveiliging 07-7 Opstapje 03-5 Overloopventiel drinkwatertank 03-3 P Periodieke keuring 02-2 Plattegronden kussenconfiguratie 06-13 Profieldiepte 04-2 Pushlock 06-4 R Ramen 06-20
B-1 Bijlage Massaberekening voor Hobby campers Hier kunt u een massabalans van uw persoonlijke camper opstellen op basis van de gewichten van deze gebruiksaanwijzing. Deze berekening moet in principe een positief restlaadvermogen opleveren om te voldoen aan de actuele wettelijke eisen.
Bijlage B-2 Model: Technisch toelaatbare maximummassa: Rijklaar gewicht (incl. gas, water, elektrische installatie, chauffeur en brandstof): - Conventionele belasting (aantal zitplaatsen [behalve chauffeur] x 75 kg: - Extra uitrusting: 1.) - 2.) - 3.) - 4.) - 5.) - 6.) - 7.) - 8.) - 9.) - 10.) - 11.) - 12.) - 13.) - 14.) - 15.