Operation Manual

Elektrische installaties
07-8
Werking van de acculader
Apparaatbeveiliging
Mocht de acculader door te hoge omgevingstemperaturen of
hoge laadstromen heet worden, dan schakelt een ingebouwde
thermische schakelaar de acculader uit totdat de temperatuur
in de acculader weer is gedaald.
Checklist voor controle
Schakel de motor uit.
Schakel netschakelaar acculader uit.
Breng netaansluiting tot stand.
Schakel de 12V-hoofdschakelaar in.
Schakel alle 12V-apparaten (ook koelkast) uit.
De spanning van de huisaccu moet toenemen tot de maximale
spanning van 14,4V.
Als de dynamo niet voor voldoende spanning zorgt, moet het
volgende worden gecontroleerd:
Is de acculader correct op het net aangesloten?
Is de netzekering van de acculader in orde?
Ligt de accuspanning van de acculader boven de 1V?
Is de huisaccu met de juiste poling aangesloten?
De acculader werkt alleen bij accu’s waarvan de polen
juist zijn aangesloten.
Bij ingeschakelde 12V-apparaten duurt de minimale laad-
tijd van 12 uur navenant langer.
Ontladingsbeveiliging
Als de accuspanning van de huisaccu tot onder de 10,5V daalt,
worden alle 12V-apparaten door een relais uitgeschakeld.
Schakel de 12V-hoofdschakelaar bij het in werking treden
van de ontladingsbeveiliging uit om extra ontlading van de
huisaccu te voorkomen.