Gebruiksaanwijzing Camper Van Exclusive, Toskana Exclusive en Sphinx NL Version 08/2011
Inleiding Beste camperbezitter, Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe HOBBY camper. Het in ons gestelde vertrouwen is voor ons aanleiding ernaar te streven onze campers voortdurend te verbeteren, met nieuwe ideeën, technische innovaties en subtiele details. Met compleet uitgeruste en geperfectioneerde modellen willen wij optimale voorwaarden creëren om te kunnen genieten van de mooiste dagen van het jaar. Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b.
00-1 Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Algemeen................................................................ 01-1 1.2 Vóór het begin van de eerste rit.............................. 01-1 1.3 In deze handleiding gebruikte aanduidingen.......... 01-2 Hoofdstuk 2: Veiligheid 2.1 Algemeen................................................................ 02-1 2.2 Brandveiligheid....................................................... 02-1 2.3 Verkeersveiligheid................................................
Inleiding 6.12 6.13 6.14 6.15 Zitplaatsen in het woongedeelte........................... 06-30 Veiligheidsgordels in het woongedeelte................ 06-32 Overzicht van de zitplaatsen................................. 06-33 Overzicht van de indeling overdag en ‘s nachts... 06-37 Hoofdstuk 7: Elektrische installaties 7.1 Veiligheidsinstructies............................................... 07-1 7.2 Control Panel.......................................................... 07-1 7.3 Stroomvoorziening..........
01-1 Inleiding Hoofdstuk 1: Inleiding De ontwikkeling van onze campers staat niet stil. We vragen uw begrip voor het feit dat wijzigingen in uitrusting, vorm en technische bijzonderheden zijn voorbehouden. In deze gebruiksaanwijzing zijn ook uitvoeringsvarianten beschreven die niet tot de standaarduitrusting behoren. Om deze reden kunnen geen rechten worden ontleend aan de inhoud van de handleiding.
Inleiding Neem de volgende aanwijzingen in acht alvorens het voertuig in gebruik te nemen: • Controleer de bandenspanning. Zie hoofdstuk Bandenspanning • Belaad het voertuig op de juiste wijze. Houd daarbij rekening met het technisch toelaatbaar totaalgewicht. Zie hoofdstuk Belading • Laad de accu’s vóór iedere reis volledig op. Zie hoofdstuk startaccu en huisaccu. • Verwarm het voertuig bij buitentemperaturen onder 0ºC alvorens de waterinstallatie te vullen.
01-3 Inleiding Handelingsinstructies Handelingsinstructies worden eveneens puntsgewijs weergegeven, waarbij elke alinea wordt voorafgegaan door het teken (“•”). Aanwijzingen Aanwijzingen wijzen op belangrijke details die garanderen dat de camper en alle onderdelen naar behoren werken. Bedenk a.u.b. dat er op grond van verschillende uitvoeringen afwijkende beschrijvingen kunnen voorkomen.
Inleiding
02-1 Veiligheid Hoofdstuk 2: Veiligheid 2.1 Algemeen • Zorg voor voldoende ventilatie. Dek ingebouwde ventilatieroosters (dakluiken met ventilatierooster of dakventilatoren in paddestoelvorm) nooit af. Houd ventilatieroosters vrij van sneeuw en bladeren – verstikkingsgevaar! • Neem m.b.t. de inbouwapparatuur (koelkast, verwarming, kooktoestel enz.) alsook m.b.t. het basisvoertuig de van toepassing zijnde gebruiksaanwijzingen beslist in acht.
Veiligheid 2.3 Verkeersveiligheid • Controleer voor het begin van de reis of de verlichting, de richtingaanwijzers, de stuurinrichting en de remmen goed functioneren. • Laat de remmen en de gasinstallatie door een erkend garagebedrijf controleren als het voertuig langere tijd heeft stilgestaan (ca. 10 maanden). • Verduisteringen van de voorruit en de zijramen volledig openen en vastzetten. • Het is verboden zich tijdens het rijden in de alkoof te bevinden.
02-3 Veiligheid 2.4 Voor en tijdens de rit Als eigenaar c.q. bestuurder van het voertuig bent u verantwoordelijk voor de staat waarin uw voertuig zich bevindt. Daarom moet u de volgende punten in acht nemen: Buitenkant Loop om de camper heen en maak hem als volgt klaar voor de reis: Voertuig reisklaar maken • Draai zo nodig de uitgeschoven uitdraaisteunen omhoog. • Sluit alle ramen van de camperopbouw en de dakluiken. • Sluit en beveilig de toegangsdeuren en servicekleppen van de opbouw.
Veiligheid • Sluit de afvoerkraan van de vuilwatertank. • Sluit alle gasafsluiters van gasapparaten – met uitzondering van de afsluiter voor de verwarming – als het voertuig is voorzien van een gasdrukregelaar voor tijdens het rijden • Bevestig de gasflessen. • Klem de tafelbeveiliging vast. • Zet het hefbed (indien aanwezig) in de bovenste stand en zet hem vast. (bijv. Control CS, SecuMotion) Zo nodig SAT-schotel inklappen. Indien van toepassing: schuif de tv-antenne zo ver mogelijk in.
02-5 Veiligheid Cabine Vergeet niet de volgende dingen: • Stel de binnen- en buitenspiegel en de zitpositie in. • Controleer de verlichting. Bovendien: • Controleer de bandenspanning. • Controleer vloeistoffen als olie, koelwater, remvloeistof en ruitenwisservloeistof, en vul deze zo nodig bij.
Veiligheid 02-6 • Zet deuren en kleppen vast. • Controleer na belading het totaalgewicht en de asbelasting op een openbare weeginstallatie. Daklast (max. 50 kg) De hoogte van de camper kan per rit variëren vanwege verschillen in de hoeveelheid bagage op het dak. M.b.t. de dakbelasting geldt: • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van het voertuig. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen.
02-7 Veiligheid Rijden Achteruit rijden Maak vóór de eerste grote rit een proefrit om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de camper. Oefen ook het achteruit rijden. M.b.t. achteruit rijden geldt: • Laat u bij het achteruit rijden assisteren door iemand die visuele signalen kan geven. Rijden door bochten Een camper raakt door zijn opbouwhoogte sneller aan het slingeren dan een personenauto. M.b.t.
Veiligheid 7 5 6 5 6 10 8 1 2 3 4 2.
02-9 Veiligheid 2.7 Nooduitrusting Om goed op noodsituaties te zijn voorbereid, dient u de drie reddingsmiddelen steeds bij u te hebben en ermee vertrouwd te zijn. Verbanddoos (standaarduitvoering) De verbanddoos moet te allen tijde onder handbereik zijn en op een vaste plaats in de camper worden bewaard. Na gebruik van materialen uit de verbanddoos moet de inhoud ervan onmiddellijk weer worden aangevuld. De uiterste gebruiksdatum van bepaalde middelen moet regelmatig worden gecontroleerd.
Veiligheid 2.8 Na de rit Apparaten omschakelen Keuze staplaats Voor het omschakelen van de apparaten geldt: • schakel de koelkast om van 12V op gas of 230V, omdat de 12V-voorziening bij staande motor na korte tijd automatisch wordt uitgeschakeld. Voor de keuze van de staplaats geldt: • Kies een zo horizontaal mogelijke staanplaats. • Zoek de staanplaats zo mogelijk bij daglicht.
02-11 Veiligheid Energie besparen in de winter Op eenvoudige wijze kunt u in het woongedeelte energie besparen. Dit geldt vooral bij het verwarmen in de winter. M.b.t. energiebesparing geldt: • Doseer nauwkeurig de luchttoevoer en ontluchting in het voertuig resp. de verwarmingsklep. • Breng in de cabine wintermatten aan voor voor- en zijruiten (niet standaard meegeleverd). • Breng een gordijn tussen cabine en woongedeelte aan (niet standaard meegeleverd) resp.
Veiligheid 02-12
03-1 Chassis Hoofdstuk 3: Chassis 3.1 Chassis Chassisdelen en assen maken deel uit van het chassis. Er mogen geen technische veranderingen worden uitgevoerd, omdat anders de algemene gebruiksvergunning vervalt! Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant. Meer informatie is te vinden in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. 3.
Chassis 03-2 FIAT Toskana Exclusive, Van Exclusive, Toskana (LE) IVECO Sphinx 1 5,5 9,9 1 5,5 9,9 15,4 15,4 90 - 180 - 4 4 109,4 kg 199,4 kg a) Vloeibaargasinstallatie Aantal ingebouwde gasregelaars: Gewicht van een 11 kg aluminium gasfles: Gewicht gasvulling voor 11 kg gasfles (90%): Totaal: b) Vloeistoffen 200 l drinkwatertank (90%) 100 l drinkwatertank (90%) 10 l drinkwatertank (90%) c) Stroomtoevoer Kabelhaspel: Basisuitrusting totaal:
03-3 Chassis 4. Laadvermogen Onder laadvermogen wordt verstaan het verschil tussen de “technisch toelaatbare maximummassa” en “rijklaar gewicht”. Dit cijfer weerspiegelt het gewicht van de passagiers (conventionele belasting: 75 kg vermenigvuldigd met het aantal zitplaatsen – de bestuurder niet meegerekend), extra uitrusting en persoonlijke bagage. Let er beslist op dat er rekening is gehouden met de massa van alles wat er in de camper wordt meegevoerd, bijv.
Chassis 1 2 2 3.3 Uitdraaisteunen (accessoire) De uitdraaisteunen bevinden zich aan de achterkant op de onderstelverlenging van uw camper. Uitdraaisteunen uitklappen • Plaats de kruk op de buitenzeskant . • De steun wordt door draaien van de kruk in verticale stand gebracht. • Beveilig zo nodig de poot tegen wegzakken en plaats deze op een ondergrond. • Zodra de uitdraaisteun zich in verticale stand bevindt, wordt de poot telescopisch uitgeschoven.
03-5 Chassis 3 2 1 3.4 Opstapje j De camper bezit een elektrisch uitschuifbaar opstapje , dat voor voertuigen op Fiat-basis is uitgevoerd met één trede (zie foto), en voor voertuigen op Iveco-basis – ter overbrugging van de instaphoogte – met twee treden. Ga pas op het opstapje staan wanneer deze volledig is uitgeschoven! Let op de verschillende treehoogtes en zorg bij het uitstappen voor een vaste en egale ondergrond.
Chassis 1 2 3 3.5 Voertuigidentificatienummer (VIN) 3.6 Extra luchtvering (alleen Fiat) Het 17-cijferige voertuigidentificatienummer is bij de Ivecomodellen vóór op de rechter dwarsbalk van het chassis, en bij de Fiat-modellen op de binnenkant van de wielkast aan passagierszijde te vinden. Voor een betere leesbaarheid is het VIN bij Fiat ook van buiten leesbaar op een plaatje links op het instrumentenpaneel aangebracht.
03-7 Chassis De optimale luchtdruk is bereikt als het voertuig horizontaal staat. De minimumluchtdruk moet zo groot zijn dat de luchtbalg niet kan doorslaan. Bij een leeg voertuig bedraagt deze waarde ca. 0,5 bar (a.u.b. afzonderlijk bepalen), bij een beladen voertuig al naargelang de belading duidelijk hoger. De maximaal toelaatbare werkdruk van de installatie bedraagt 4,0 bar.
Chassis De modellen D 75 beschikken over een afneembare trekhaak. Wij adviseren deze te demonteren als hij niet wordt gebruikt. In verband met richtlijnen van de fabrikant van het basisvoertuig en de vastlegging van de zogeheten D-waarde van de trekhaak zijn geen verdere gewichtsverhogingen van het aanhangergewicht mogelijk. 3.8 Aanbouwelementen Registratie van accessoires in de kentekenpapieren • Laat aanbouwelementen monteren door uw HOBBY-dealer.
03-9 Chassis Bij deze drie standen blijft de hendel niet in de gekozen positie staan, d.w.z. na activering keert de hendel in de middenstand terug. Handmatige modus Deze modus laat de chauffeur de keuze van de geschikte versnelling overeenkomstig de gebruiksomstandigheden van het voertuig. Schakelen gaat als volgt: • Beweeg de versnellingspook in de richting (+) om een hogere versnelling te kiezen of in de richting (-) om terug te schakelen.
Chassis Het gaspedaal mag niet worden gebruikt om het voertuig op één en dezelfde plaats te houden (bijv. op een helling). Gebruik in plaats daarvan het rempedaal en trap pas bij het wegrijden het gaspedaal in. Bij een ingeschakelde achteruitversnelling (R) mag uitsluitend in de eerste versnelling wordt geschakeld – of omgekeerd – als het voertuig helemaal stilstaat en het rempedaal is ingetrapt. Meer informatie is te vinden in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
04-1 Wielen, banden, remmen Hoofdstuk 4: Wielen, banden, remmen 4.1 Wielen Draai bij een nieuw voertuig en na elke (de-)montage van de wielen de wielbouten of wielmoeren na de eerste 50 km en de daaropvolgende 100 km aan. Gebruik voor uw eigen veiligheid uitsluitend de originele wielen en bevestigingsmaterialen. Controleer daarna regelmatig of de wielbouten resp. wielmoeren nog stevig vastzitten. Aandraaimomenten van de wielmoeren resp. wielbouten: 4.
Wielen, banden, remmen Een te lage druk leidt tot oververhitting van de band. Dit kan leiden tot zware beschadiging van de band. De juiste bandenspanning kunt u vinden in de tabel in het hoofdstuk “Technische gegevens” resp. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. 2 1 3 4.3 Bandenspanning Controleer de spanning van alle banden en van het reservewiel ongeveer om de 4 weken en vóór lange ritten.
04-3 Wielen, banden, remmen 4.5 Velgen Gebruik alleen de originele velgen. Als u andere velgen wilt gebruiken, moet u de volgende punten in acht nemen. Voor het gebruik van andere velgen geldt: - formaat, - uitvoering, - inpersdiepte en - draagvermogen moeten voldoende zijn voor het max. toelaatbaar gewicht. - De conus van de bevestigingsschroef moet overeenkomen met de uitvoering van de velg Veranderingen mogen alleen worden doorgevoerd met toestemming van de fabrikant.
Wielen, banden, remmen 4.7 Pechset A Schud de fles. Schroef de vulslang j op de fles (hierdoor wordt de folieafsluiting doorbroken). Maak geen gebruik van de bandenreparatieset als de band is beschadigd door het rijden zonder lucht. Kleine scheurtjes, vooral in het loopvlak van de band, kunnen met de bandenreparatieset worden afgedicht. Verwijder geen vreemde elementen (bijv. schroefje of spijker) uit de band. De bandenreparatieset is bruikbaar bij buitentemperaturen tot ca. –30°C.
04-5 Wielen, banden, remmen B Draai het ventieldopje van het bandventiel af. k k Draai het binnenventiel eruit met een ventieluitdraaier . Leg het binnenventiel niet in zand of vuil. l C Verwijder de afsluitplug m van de vulslang j. Schuif de vulslang op het bandventiel. D Houd de vulfles met de vulslang naar beneden en knijp erin. Spuit de gehele flesinhoud in de band. Verwijder de vulslang en draai het binnenventiel met de ventieluitdraaier goed vast in het bandventiel.
Wielen, banden, remmen Controleer na 10 minuten rijden de luchtdruk van de band. Als de luchtdruk onder deze minimumwaarde is gezakt, mag niet meer worden doorgereden. Als de minimumwaarde nog wordt aangegeven , stel dan de bandenspanning bij volgens de bandenspanningstabel in de gasfleskast. Rijd voorzichtig naar de dichtst bijzijnde garage en laat de band vervangen. q q E Draai de luchtslang n op het bandventiel. Steek de o stekker in het contactpunt van de sigarrettenaansteker. Pomp de band op .
04-7 Wielen, banden, remmen Waarschuwingsaanwijzingen m.b.t. het verwisselen van een wiel Plaats de krik alleen op de hiervoor bestemde krikpunten! Als de krik op andere plekken wordt geplaatst, kan dit leiden tot beschadigingen aan het voertuig of zelfs tot ongevallen door het wegglijden van het voertuig. De krik dient alleen voor het verwisselen van een wiel.
Wielen, banden, remmen • Til het voertuig op totdat het wiel zich 2 tot 3 cm boven de grond bevindt. • Verwijder de wielbouten en vervolgens het wiel. • Breng het wiel in de juiste stand over de wielnaaf aan. • Zet de wielbouten erop en draai ze kruislings licht aan. • Laat de krik zakken en verwijder hem. • Draai de wielbouten gelijkmatig aan met de wielsleutel. De instelwaarde van het aanhaalmoment van de wielbouten kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig.
05-1 Opbouw buitenzijde Hoofdstuk 5: Opbouw buitenzijde 5.
Opbouw buitenzijde 69 QS Toskana Exclusive j 75 TL Toskana Exclusive k j l j j j k j j H69 GL Toskana Exclusive 75 FL Toskana Exclusive k l j l j j j j k Bagageluik j Toiletluik k Klep gasfleskast l 05-2
05-3 Opbouw buitenzijde H75 FL Toskana Exclusive k A77 GM Sphinx j l j j H75 UC Toskana Exclusive j l j j j k j j j Bagageluik j Toiletluik k Klep gasfleskast l A77 EM Spinx j k lj j j j lj k j j j
Opbouw buitenzijde 05-4
05-5 Opbouw buitenzijde 5.2 Luchttoevoer en ontluchting Voor de ventilatie geldt: Een goede luchttoevoer en ontluchting van de camper is een voorwaarde voor een aangenaam wooncomfort. In uw camper is een tochtvrije ventilatie geïntegreerd. De ontluchting vindt plaats via de dakluiken en mag niet worden belemmerd in zijn functioneren. De luchttoevoer en ontluchting van de koelkast kan met de bijbehorende afdekplaten worden afgesloten als deze niet op gas werkt.
Opbouw buitenzijde 1 3 4 Bij zeer hoge buitentemperaturen is het raadzaam de ventilatieroosters te verwijderen. Daardoor wordt een hogere luchtdoorvoer bij de koelkast bereikt en de koeling versterkt. Tijdens het rijden en bij neerslag moeten de ventilatieroosters vast gemonteerd zijn. Ventilatieroosters verwijderen • Schuif de vergrendeling(en) tot aan de aanslag naar boven resp. draai de vergrendelingen naar rechts. (bij Thetford: beide vergrendelingen centraal naar het midden schuiven).
05-7 Opbouw buitenzijde 5.3 Deuren en kleppen openen en sluiten Voertuigsleutel Voertuigsleutel Met de camper worden de volgende sleutels geleverd: - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: - chauffeurs- en passagiersdeur - een codekaart. Toegangsdeur Raadpleeg hiervoor a.u.b. de gebruiksaanwijzing van het basisvoertuig. - twee sleutels, voor het openen van de volgende sloten van het basisvoertuig: toegangsdeur servicekleppen toiletluik.
Opbouw buitenzijde Om beschadigingen aan slot en deurkozijn te voorkomen, moet de binnenste deurkruk horizontaal en niet schuin na boven staan. De toegangsdeur is uw vluchtweg in noodgevallen. Versper de deur daarom nooit van buiten! Toegangsdeur Openen • Draai de grendel naar beneden. Zo kan de deur ook van binnen worden geopend als die van buiten is afgesloten.
05-9 Opbouw buitenzijde Sluiten • Trek de deur dicht totdat het slot vastklikt. Vergrendelen • Draai de grendel naar boven. De toegangsdeur is uw vluchtweg in noodgevallen. Blokkeer de deur daarom nooit aan de buitenkant! Klep van de bergruimte Openen • Open het slot met de sleutel. • Duw het luik ter hoogte van het slot krachtig met de hand naar binnen. • Draai de klep naar boven of evt. naar de zijkant open (afhankelijk van het model). Sluiten • Draai de klep naar beneden resp. naar de zijkant dicht.
Opbouw buitenzijde 1 2 Garageluik Toiletluik Openen • Open het slot met de sleutel. • Duw het luik ter hoogte van het slot krachtig met de hand naar binnen. • Draai de klep naar de zijkant open. Openen • Open het slot met de sleutel. • Druk op beide knoppen en Sluiten • Draai de klep dicht. • Sluit het slot met de sleutel af. j j k en open het luik. Sluiten • Duw het luik dicht totdat hij vastklikt. • Sluit het slot af met de sleutel.
05-11 Opbouw buitenzijde 2 1 2 1 Buitenaansluiting voor gas Watervuldop Optioneel kan de camper beschikken over een buitenaansluiting voor gas . Via deze aansluiting kunnen gasapparaten als gasbarbecue of gaslamp aan de buitenkant van de camper worden aangesloten op de gasvoorziening. Openen • Open het slot met de sleutel. • Draai het deksel krachtig open en verwijder hem. k Openen • Pak de klep bij het lipje Sluiten • Pak de klep bij het lipje vastklikt. j en trek hem naar buiten open.
Opbouw buitenzijde 1 Tankdop 5.4 Dakreling De tankdop van alle Van Exclusive en Toskana (Exclusive) modellen bevindt zich achter de bestuurdersdeur in het onderste gedeelte van de B-zuil achter een klep. Voor de belading van de dakreling geldt: • Plaats alleen lichte bagage op het dak. • Sjor de bagage op het dak goed vast en beveilig deze tegen schuiven en naar beneden vallen. • Laad niet te veel bagage op het dak! Hoe groter de daklast, hoe onvoorspelbaarder het rijgedrag.
05-13 Opbouw buitenzijde • Houd bij belading rekening met de maximaal toelaatbare asbelasting. • Tel de hoogte van de daklast op bij de hoogte van de camper. • Breng in de cabine een aantekening met de totale hoogte goed zichtbaar aan. Dan hoeft u bij bruggen en viaducten niet meer te rekenen. Dakbagage mag uitsluitend op een speciale, daarvoor geschikte imperiaal worden getransporteerd. 5.
Opbouw buitenzijde De maximaal toelaatbare belasting van de fietsendrager bedraagt 50 kg. In verband met de constructie van de achterzijde van de camper zijn de Sphinx modellen niet standaard uitgerust met een fietsendrager. 5.6 Lastdrager (accessoire) Uw camper kan achteraf worden uitgerust met een bagagerek uit de onderdelenhandel, dat bijv. is voorzien van een montageset voor de bevestiging van een motorfiets of scooter.
05-15 Opbouw buitenzijde 5.7 Zonneluifel (accessoire) Uw camper beschikt afhankelijk van het model over een in de dakrail geïntegreerde of tegen de zijwand aangebrachte zonneluifel. • Een zonneluifel is bedoeld als bescherming tegen de zon en niet voor permanent gebruik • In het uit- en inklapgebied van de zonneluifel mogen zich geen personen of obstakels bevinden. • Het aandrijfmechanisme van de zonneluifel beschikt over een blokkeerinrichting ter begrenzing van de uitdraai.
Opbouw buitenzijde 05-16
06-1 Opbouw binnenzijde Hoofdstuk 6. Opbouw binnen 6.1 Deuren en kleppen openen en sluiten sulkeminen 1 Voorafgaand aan het wegrijden kastdeurtjes goed sluiten. Het per ongeluk opengaan van de deurtjes en het naar buiten vallen van voorwerpen wordt zo voorkomen. Bergruimten Openen • Druk op de toets aan de meubelgreep voor het ontgrendelen van de klep. • Trek aan de greep totdat de klep is geopend. j Sluiten • Pak de klep bij de greep en duw hem dicht totdat de sluiting hoorbaar vastklikt.
Opbouw binnenzijde 1 Keukenkastdeuren Afhankelijk van het model worden verborgen sluitgrepen gebruikt. Openen • Draai de greep (bevindt zich direct achter de klep) naar beneden. • Trek aan de klep totdat deze is geopend. j Sluiten • Duw de klep dicht totdat de sluiting hoorbaar vastklikt. Bergruimten aan voorzijde Openen • Trek aan de greep en draai de klep naar boven open. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit.
06-3 Opbouw binnenzijde Meubeldeuren met klink Meubeldeuren met draaiknop • Druk de klink naar beneden om de deur te openen en sluiten. • Draai aan de knop om de deur te openen of te sluiten.
Opbouw binnenzijde 1 Deuren met drukvergrendeling Laden met druksluiting Openen • Druk kort op de deurgreep totdat de deur openspringt. • Trek de deur open. Openen • Druk op knop om de lade te ontgrendelen. • Trek aan de greep totdat de lade is geopend. Sluiten • Druk de deur bij de greep dicht totdat hij weer vastklikt. Sluiten • Pak de lade bij de greep en duw hem dicht totdat de lade hoorbaar sluit en vastklikt.
06-5 Opbouw binnenzijde Deuren met pushlock Bar bij toegangsdeur (afhankelijk van het model) Openen • Druk op de pushlock totdat de knop naar buiten springt. • Trek voorzichtig aan de knop en open de deur. Openen • Trek aan de greep en draai de deur open. Sluiten • Duw de deur bij de knop dicht. • Druk op de pushlock totdat de knop vastklikt en de deur is vastgezet. Sluiten • Duw de klep bij de greep dicht totdat de hij hoorbaar sluit.
Opbouw binnenzijde 1 Roldeuren 6.2 TV-houder voor plat beeldscherm Openen • Pak roldeuren bij het tussenstuk vast en schuif ze naar buiten. Druk de metalen rail in om deze te ontgrendelen. Schuif vervolgens de TV-houder uit. 230V-contactdozen en de antenne-aansluiting voor TV of ontvanger bevinden zich vlakbij. Sluiten • Pak deuren vast bij het tussenstuk en schuif ze dicht totdat ze in het midden goed aansluiten. j Zet de TV-houder vóór elke rit vast. De gemonteerde TV mag niet meer dan 8 kg wegen.
06-7 Opbouw binnenzijde 1 2 1 3 TV-houder voor plat beeldscherm drievoudig geleed 6.3 Tafels Verlaging tafel middelste zitgroep Beweeg de uittrekbare arm handmatig bij de gemarkeerde scharnieren , en om de TV-houder in en uit te klappen. jk l j • Schuif de schakelaar op de tafelpoot naar boven. • Klap de onderste tafelpoot in totdat hij hoorbaar vastklikt. • Maak de tafel los en klik hem weer vast aan de onderste bevestiging. Deze tafel is niet aan de vloer bevestigd.
Opbouw binnenzijde 1 • Schuif de tafel in de richting van het verlengstuk en steek hem in de daarvoor bestemde openingen. Tafelverlenging j • Draai aan de draaiknop onder de tafel totdat de tafel los zit. • Til de tafel enigszins op en trek hem zover uit dat het verlengstuk volledig zichtbaar is. • Klap het verlengstuk in de richting van de zijwand omhoog.
06-9 Opbouw binnenzijde Tafel neerlaten 1 3 2 2 Trek het tafelblad er naar boven toe af 4 Draai het tafelblad los Zuiltafel De zuiltafel kan in neergelaten toestand tevens als bedonderbouw worden gebruikt. Laten zakken • Zet het draaimechanisme van het tafelblad vast door de gekartelde knop stevig vast te draaien. • Trek het tafelblad er verticaal naar boven uit. • Trek het middenstuk van de zuil uit de poot en leg hem terzijde. • Plaats het tafelblad op de poot .
Opbouw binnenzijde 1 Draaifunctie zuiltafel • Maak het draaimechanisme van het tafelblad los door de gekartelde knop losser te draaien. • Draai het tafelblad in de gewenste positie. • Zet het draaimechanisme van het tafelblad vast. k Tafelpaneel inklappen De tafel in de zitgroep beschikt (modelspecifiek) over een inklappend zijpaneel om meer bewegingsvrijheid in het voertuig te creëren. Werking • Schuif de ondersteunende rails onder het hoofdgedeelte van de tafel.
06-11 Opbouw binnenzijde 5 2 7 1 3 6 4 Hangtafel De hangtafel kan in neergelaten toestand als bedonderbouw worden gebruikt. Laten zakken • Klap het uitdraaibare onderste tafelblad volledig in en zet hem vast met de borgpen . • Til het tafelblad aan de voorzijde ca. 30° op. • Trek het onderste deel van de tafelpoot er naar beneden uit en leg hem terzijde. • Trek het tafelblad uit de bovenste wandhouder .
Opbouw binnenzijde 1 6.4 Bedombouw De zitgroepen kunnen om te slapen worden omgebouwd tot comfortabele bedden. Ombouw • Verwijder zit- en rugkussens. • Laat de tafel zakken (zie 6.3 Tafels). j • Trek de bedverbreding eruit en leg de extra kussens tegen de buitenwand. • Leg de zitkussens in het midden van de tafel tegen elkaar. • Vul de lege ruimten op met de rugkussens. Draai hiervoor de rugkussens om en leg ze met de brede kant tegen voorpaneel of tussenschot aan.
06-13 Opbouw binnenzijde 2 1 1 Dwarse zitbank ombouwen Bedverbreding (accessoire) Om de extra slaapgelegenheid aan de voorzijde te kunnen gebruiken moet de dwarse zitbank worden omgebouwd. Bij modellen met eenpersoonsbedden boven de garageruimte achterin kunnen de twee bedden met behulp van een uitklapbare extra plank worden verbreed resp. met elkaar worden verbonden. Ombouw • Verwijder zit- en rugkussens. • Laat de hangtafel zakken. • Klap de plaat 180° naar voren om en leg hem op de hangtafel.
Opbouw binnenzijde Bij veelvuldige verandering van richting binnen korte tijd kan er een functiestoring van het hefbed optreden, zodat het niet meer kan worden bediend. In dat geval moeten de twee pijltjestoetsen van de afstandsbediening tegelijkertijd gedurende ca. 2 seconden worden ingedrukt. Het hefbed voert aansluitend een referentiebeweging naar boven uit. Daarna kan het hefbed weer normaal worden bediend. Neem in dit verband ook de aanwijzingen in de aparte gebruiksaanwijzing voor het hefbed in acht.
06-15 Opbouw binnenzijde 2 2 • Voor de veiligheid kan de hefbedfunctie worden uitgeschakeld (0). • Draai de sleutel van (1) naar (0) en trek hem eruit, het hefbed kan niet meer worden geactiveerd. • De maximale belasting bedraagt 200 kg. • Gebruik het hefbed nooit zonder dat de veiligheidsspijlen zijn opgesteld. • Laat kinderen nooit zonder toezicht in het hefbed. • Het hefbed moet vóór elke rit omhoog worden gezet. • Let erop dat de verlichting aan de onderkant van het hefbed uit staat.
Opbouw binnenzijde 1 • Het bed wordt langzaam handmatig naar beneden gelaten, daaarbij ondersteund door een gasdrukveer. De zuiltafel beweegt tegelijkertijd automatisch omlaag. • Om het bed weer in te klappen: beweeg het bed eerst omhoog en klap hem vervolgens d.m.v. de schakelaar verder in. • Laat het opklapbed langzaam zakken en laat hem niet plotseling naar beneden vallen. • Het opklapbed moet vóór elke rit omhoog worden gezet. • Let erop dat alle voorwerpen van tafel en zitbanken zijn weggeruimd.
06-17 Opbouw binnenzijde 6.5 Verhoogde slaapplaatsen Ouders dienen erop toe te zien dat kleine kinderen niet uit de bovenste bedden vallen. Als kleine kinderen zich in de alkoof, het bovenste kinderbed of in het verhoogde achterbed bevinden, moeten de aanwezige veiligheidsnetten worden opgetrokken en in de houders worden gehangen om te voorkomen dat er kinderen naar buiten vallen. Denk bij gebruik van het bovenste bed door kleine kinderen aan het risico van vallen.
Opbouw binnenzijde 06-18 1 6.6 Wasruimte met verschuifbare wastafel Bij het model Siesta 65 FL kan de wand van de doucheruimte worden verschoven, waarna de douche kan worden gebruikt. j • Duw hendel onder de wasbak naar boven en schuif de wasbak samen met de achterwand langs de geleiding naar het toilet. Draai de handdouche vóór de verplaatsing 90°! De verschuifbare wand van de wasruimte moet tijdens het rijden in de basispositie vergrendeld zijn. • Schuif resp.
06-19 Opbouw binnenzijde 6.7 Plattegronden kussenconfiguratie (Rugkussens accessoire) Kussenconfiguratie 60 ES Van Exclusive De standaard meegeleverde rugkussens hebben een ergonomische vorm en kunnen daarom niet worden gebruikt voor de bedombouw. Extra kussen 1040x480x125 De rugkussens zijn optioneel beschikbaar als accessoire.
Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie 69 EL Toskana Exclusive Kussenconfiguratie 69 QS Toskana Exclusive Extra kussen 1560x410x125 Extra kussen 640x525x125 Extra kussen 945x625x125 Extra kussen 524x455x125 06-20
06-21 Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie 69 GL Toskana Exclusive Kussenconfiguratie 75 TL Toskana Exclusive Extra kussen 1120x930x125 Extra kussen 550x440x125 Extra kussen 1120x930x125
Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie 75 FL Toskana Exclusive Kussenconfiguratie 600 FS Extra kussen 1550x580x125 Extra kussen 1210x940x125 Extra kussen 545x455x125 Extra kussen 540x300x125 06-22
06-23 Opbouw binnenzijde Kussenconfiguratie A77 GM Toskana Exclusive Kussenconfiguratie A77 EM Toskana Exclusive Extra kussen 1095x580x125 Extra kussen 1095x580x125
Opbouw binnenzijde 6.8 Ramen Gecombineerd zonne- en insectenrolgordijn Uitzetraam met raamuitzetters Zonne- en insectenrolgordijnen zijn in het raamkozijn geïntegreerd en met elkaar gecombineerd. Het gecombineerde rolgordijn kan in verschillende standen worden vastgezet. Openen • Draai de grendel in verticale stand door de knop ingedrukt te houden. • Duw het raam naar buiten totdat er een klik hoorbaar is. Het raam blijft automatisch in deze stand staan. Er zijn meerdere standen instelbaar.
06-25 Opbouw binnenzijde 1 2 Dakraam Het dakraam kan niet worden geopend. Het beschikt over een geïntegreerd verduisteringsrolgordijn dat desgewenst kan worden gesloten door eraan te trekken. 6.9 Verduisteringssysteem voor cabine (accessoire) Het verduisteringsgordijn mag uitsluitend worden uitgetrokken als het voertuig stilstaat en de motor is uitgeschakeld. Vóór het begin van een rit moet het systeem volledig worden samengevouwen en vergrendeld.
Opbouw binnenzijde 06-26 6.10 Dakluik opbouw Veiligheidsaanwijzingen 4 3 Frontsysteem k j • Schuif de vergrendelingen naar buiten om het sluitmechanisme te openen. (Druk de vergrendeling samen.) • Breng de beide greeplijsten in het midden samen. Magneetsluiting vergrendelt automatisch. Zijsysteem l m • Trek de greeplijst tot aan de aanslaglijst. Magneetsluiting vergrendelt automatisch. - Open het dakluik niet als het hard waait, regent, hagelt enz.
06-27 Opbouw binnenzijde Klein dakluik Groot dakluik Openen Openen • Klap de draaihendel in de gebruikspositie. Door met de wijzers van de klok aan de hendel te draaien kunt u nu het luik openen tot de gewenste positie. Bij het bereiken van de max. openingshoek van 60° voelt u weerstand. Voordat u het luik opent, dient u zich ervan te vergewissen dat er boven de caravan voldoende ruimte is voor het luik in geopende toestand. • Het dakluik kan tegen de rijrichting in worden opengezet in drie standen.
Opbouw binnenzijde Verduisteringsrolgordijn Trek het rolgordijn aan de onderste greeplijst omlaag tot in de gewenste positie of tot de sluiting inklikt in de greeplijst van het insectenrolgordijn. Insectenhor Schuif de greeplijst van de insectenhor en tegen de greeplijst van het verduisteringsrolgordijn totdat ze vastklikken. 1 Dakluik rond Openen • Trek alle drie de vergrendelingen aan de onderkant in de richting van het midden van het raam en draai ze los.
06-29 Opbouw binnenzijde Stoelen draaien • Zet de armleuningen omhoog. • Schuif de stoel in de middenstand. • Beweeg de hendel om de stoel te verdraaien. De stoel wordt uit de vergrendeling losgemaakt. • Druk de gordelsluiting naar beneden om deze niet te beschadigen. • Draai de stoel in de gewenste positie. 6.11 Draaibare zittingen in de cabine Alle campers op Fiat-basis beschikken over draaibare chauffeurs- en bijrijdersstoelen waarmee het woongedeelte met extra zitplaatsen kan worden uitgebreid.
Opbouw binnenzijde 1 6.12 Zitplaatsen in het woongedeelte Armleuning in de zitgroep (modelspecifiek) Bevestiging zitkussens Uitdraaien • Trek de armleuning met de hand naar boven totdat hij hoorbaar wordt vergrendeld. De zit- en rugkussens worden door een anti-slip mat op hun plaats gehouden. Zorg ervoor dat de zit- en rugkussens goed vast zitten. Indraaien • Trek de veiligheidsbeugel j omhoog totdat de armleuning wordt ontkoppeld. • Laat de armleuning langzaam zakken.
06-31 Opbouw binnenzijde 2 2 1 1 Ombouwen van de L-zitgroep Extra gordelsysteem Om gebruik te kunnen maken van de buitenste zitplaats bij modellen met een L-zitgroep en bij zittingen van het model H75 UC moeten deze vóór elke rit worden omgebouwd. Optioneel zijn de Sphinx-modellen voorzien van een zogeheten gordelsysteem tegen de rijrichting in, waardoor de aantal tijdens het rijden bruikbare zitplaatsen toeneemt van vier tot zes. • Verwijder zitkussens en rugleuningen.
Opbouw binnenzijde • Leg het onderste deel van de gordel over de heupen heen. Gordel losmaken • Druk op de knop in het gordelslot voor het ontgrendelen van de slottong. 6.13 Veiligheidsgordels in het woongedeelte De middelste zitgroepen zijn voorzien van veiligheidsgordels en optioneel met extra veiligheidsgordels. Neem goede nota van het desbetreffende zitplaatsenoverzicht van uw voertuig.
06-33 Opbouw binnenzijde 6.14 Overzicht van de zitplaatsen 60 ES Van Exclusive 69 EL Toskana Exclusive Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 5 : het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaatsen 1 - 3: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan wanneer het max.
Opbouw binnenzijde 69 QS Toskana Exclusive 75 TL Toskana Exclusive Zitplaatsen 1 - 3: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaats 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan wanneer het max. toelaatbaar gewicht = 4000 kg/4250kg Zitplaats 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan wanneer het max.
06-35 Opbouw binnenzijde H75 FL Toskana Exclusive A77 GM Sphinx Zitplaatsen 1 - 4: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan Zitplaatsen 5 - 8: het gebruik ervan is tijdens het rijden niet toegestaan Zitplaatsen 1 - 3: het gebruik ervan is tijdens het rijden toegestaan *Zitplaatsen 5 - 6: Alleen bij optie extra gordelsysteem tijdens het rijden toegestaan. Bij versie zonder extra gordelsysteem is het gebruik van deze zitplaatsen tijdens het rijden niet toegestaan.
Opbouw binnenzijde 06-36
06-37 Opbouw binnenzijde 6.
Opbouw binnenzijde 69 EL Toskana Exclusive 69 GL Toskana Exclusive Indeling overdag Indeling ’s nachts 06-38
06-39 Opbouw binnenzijde 69 QS Toskana Exclusive 75 FL Toskana Exclusive Indeling overdag Indeling ’s nachts
Opbouw binnenzijde 75 TL Toskana Exclusive H69 GL Toskana Exclusive Indeling overdag Indeling ’s nachts 06-40
06-41 Opbouw binnenzijde H75 FL Toskana Exclusive H75 UC Toskana Exclusive Indeling overdag Indeling ’s nachts
Opbouw binnenzijde A77 GM Sphinx A77 EM Sphinx Indeling overdag Indeling ’s nachts 06-42
07-1 Elektrische installaties Hoofdstuk 7: Elektrische instal laties 7.2 Control Panel 7.1 Veiligheidsinstructies Hoofdelementen van de elektrische installatie • Controlepaneel ‘PC-100HB en PC-100HB T’ – aansturing van de apparaten, • 12V-verdeelmodule ‘DS-300HB’ – hoofdrelais, accu-parallelrelais (12V – 70A), koelkastrelais, pomprelais, laadinrichting B1, zekeringen. • ACCULADER – Laadt de accu op met bufferfunctie. • SONDE MET STAVEN – meet de inhoud van de drinkwatertank, zichtbaar in 4 standen.
Elektrische installaties Adviezen en controle Belangrijk • Eventuele veranderingen aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. • Koppel de accu los en schakel de 230V stroomvoorziening uit voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren. Accu’s • Neem de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van de accu in acht. • Het zuur in de voertuigaccu is giftig en bijtend. Vermijd contact met de huid en de ogen.
07-3 Elektrische installaties n Toets voor het in- en uitschakelen van de verlichting en van de verwarming. Toets voor het in- en uitschakelen van de drinkwatero pomp. p Toets voor het in- en uitschakelen van de voortentlamp (bij het inschakelen van de motor gaat de voortentlamp automatisch uit). 1 2 3 4 5 6 7 Controlepanel Verklaring van de symbolen j Toets voor de bewaking van de spanning van huis- en voertuigaccu.
Elektrische installaties 1 2 15 Diepontladingsbeveiliging aan 16 Huisaccu in reservemodus 17 Voertuigaccu in reservemodus 4 3 5 6 7 11 8 13 14 Functies 12 9 10 15 Hoofddisplay j 230V-boordnet k Voertuigaccu oplading l Parallelschakeling van huis- en voertuigaccu m Voertuigmotor n Buitentemperatuur o Binnentemperatuur p Digitale klok q Programma r Geluidssignalen gedeactiveerd s Aanduiding wekker AAN 11 Verbruiksaanduiding drinkwatertank 12 Verbruiksaanduiding accu 13 Drinkwatertank leeg 14 Vuil
07-5 Elektrische installaties k Stroomindicatie l m n 3 2 1 5 4 Intelligente accusensor (IBS) (accessoire) Uw voertuig is optioneel uitgerust met een accusensor. De IBScontrol meet de nog beschikbare capaciteit van de accu en geeft eveneens de veroudering ervan weer. Verklaring van de symbolen Indicatie resterende looptijd Geeft de resterende looptijd bij het huidige verbruik weer. j rood = ontlading groen = oplading Stroom als getalswaarde Voorbeeld: stroomafname 0,1 A.
Elektrische installaties l 10 2 10 4 6 20 20 8 10 3 m n o AUX B A 1 10 3 20 30 5 7 25 3 9 p 2 5 1 16 3 7 8 11 9 1 4 2 5 3 6 B 1 2 q 15 4 14 13 6 A r s 19A 16 1 12 1 17 18 19B 9 1 2 3 4 1 4 7 2 5 8 11 10 3 9 12 20 6 11 12 2 8 -B2 +B2 +B1 21 22 23 Verdeelmodul Zekeringen j 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de voortentverlichting k 10A-zekering voor de stroomvoorziening van de waterpomp 13 14 15 16 17 18 19 19 20 21 22 23
07-7 Elektrische installaties 7.3 Stroomvoorziening De camper wordt via de volgende aansluitingen voorzien van elektriciteit: - netaansluiting (wisselspanning 230V). - huisaccu (gelijkspanning 12V). Stroomvoorziening via netaansluiting De 230V-installatie is beveiligd d.m.v. een 2-polige schakelautomaat met FI-veiligheidsschakelaar en 2 x 13 A. De schakelautomaat bevindt zich ofwel in de zitgroep achter de chauffeursstoel of in de kledingkast (afhankelijk van het model).
Elektrische installaties 1 2 Buitencontactdoos 7.4 Werking van de voedingseenheid Openen • Pak de afdekklep toe. Installatieplaats van de acculader j onderaan vast en draai hem naar boven Sluiten • Trek de CEE-stekker • Duw de afdekklep k eruit. j naar beneden totdat deze vastklikt. De acculader bevindt zich onder de bijrijdersstoel (Van Exclusive / Toskana Exclusive) of in de zitbank aan de zijkant achter de bijrijdersstoel (Sphinx).
07-9 Elektrische installaties Voor het opladen van de accu’s hoeft de hoofdschakelaar op het Board Control Panel niet te zijn ingeschakeld. De accu’s worden bij een ingeschakelde acculader opgeladen zodra via de voedingsstekker de 230V-stroomtoevoer tot stand is gebracht. Acculader De acculader voldoet aan de laatste stand van de techniek en laadt volgens de zogeheten IU0U1-karakteristiek in drie fasen. Elk laadproces moet minstens 12 uur duren.
Elektrische installaties Als de dynamo niet voor voldoende spanning zorgt, moet het volgende worden gecontroleerd: • Is de acculader correct op het net aangesloten? • Is de netzekering van de acculader in orde? • Ligt de accuspanning van de acculader boven de 1V? • Is de huisaccu met de juiste poling aangesloten? Werking bij draaiende motor Zodra de motor loopt, schakelt een relais de startaccu en de huisaccu parallel. Het signaal D+ is aangesloten op de dynamo. De dynamo laadt dus beide accu’s op.
07-11 Elektrische installaties 7.5 Huisaccu Installatieplaats - Toskana / Toskana Exclusive: onder de bijrijdersstoel - Sphinx: in de zijzitgroep achter de bijrijdersstoel. Eigenschappen - De accu is onderhoudsvrij. Er hoeft geen water te worden bijgevuld. De accu is goed afgesloten en kan niet leeglopen. De accu is cyclusvast en daarmee bijzonder geschikt voor de stroomvoorziening van het boordnet. Daarbij zijn verscheidene ontlaad-/laadprocessen mogelijk.
Elektrische installaties 1 1 Hoofdschakelaar 7.6 Zekering van de elektrische installatie Ter bescherming/beveiliging van de huisaccu tegen diepontlading – als het voertuig niet wordt gebruikt – is deze voorzien van een hoofdschakelaar . Bij het openen van de schakelaar wordt de huisaccu volledig van het 12V-net losgekoppeld. j Huisaccu De hoofdbeveiliging vindt plaats door een 50A-smeltzekering . De zekering bevindt zich vlakbij de huisaccu.
07-13 Elektrische installaties 1 1 2 3 Acculader met verdeelmodule l k Acculader en verdeelmodule met geïntegreerde zekeringen bevinden zich voor de huisaccu onder de bijrijdersstoel. 7.7 Mobiele navigatie Uw camper kan optioneel worden uitgerust met een mobiel navigatiesysteem met geïntegreerde achteruitrijcamera, dat aan een speciale houder op het dashboard kan worden bevestigd en onmiddellijk gereed is voor gebruik. j • Druk de schakelaar rechts naar voren.
Elektrische installaties • Verwijder het apparaat uit de houder zodra u uw camper ergens laat staan, omdat het anders stroom blijft verbruiken en de startaccu anders zou kunnen leeglopen. • Lees de desbetreffende gebruiksaanwijzing van het apparaat vóór de eerste ingebruikneming aandachtig door. • Blijf altijd alert op de verkeerssituatie; laat u niet afleiden door het navigatiesysteem, omdat dit zou kunnen leiden tot ongelukken. • Bedien het apparaat niet tijdens het rijden.
08-1 Water Hoofdstuk 8: Water 8.1 Watervoorziening De complete waterinstallatie van uw camper voldoet aan de laatste stand der techniek 10/2009 [richtlijn 2002/72/EG]. 8.1 Algemene informatie • Gebruik in de omgang met levensmiddelen altijd water van drinkwaterkwaliteit. Dit geldt ook voor de reiniging van de handen en van voorwerpen die met levensmiddelen in aanraking komen.
Water 2 1 1 • Zet alle waterkranen op ‘warm’, draai ze open en wacht zolang totdat het water zonder luchtbelletjes uit de kranen stroomt. Alleen zo kan men zeker zijn dat de boiler eveneens met water is gevuld. Schakel de pomp alleen bij gevulde drinkwatertank in, omdat de pomp door drooglopen onherstelbaar beschadigd kan raken! Doe nooit antivriesmiddel of andere chemicaliën in het waterleidingsysteem.
08-3 Water Vuilwatertank Bij de series Van Exclusive en Toskana Exclusive is de vuilwatertank geïsoleerd d.m.v. een mantel van piepschuim waar warme lucht doorheen stroomt (alleen als de heteluchtverwarming in werking is. Hierdoor wordt voorkomen dat het afvalwater bij lichte vorst bevriest. De vuilwatertank van de Sphinx modellen zit geïnstalleerd in de verwarmde tussenvloer, zodat het bevriezen van het gebruikte water op efficiënte wijze wordt voorkomen.
Water 2 2 1 Vuilwatertank leegmaken • Aan de linker kant onder het voertuig bevindt zich de afvalwateruitlaat. • De schuif voor het openen van de afvalwateruitlaat bij de series Toskana Exclusive, bevindt zich afhankelijk van het model ofwel direct bij de uitlaat of afgeschermd in de gasfleskast. De voertuigen uit de Sphinx-serie beschikken over een kogelkraan die toegankelijk is via de voorste serviceklep aan de linkerzijde van de wagen, direct achter de bestuurdersdeur.
08-5 Water 8.3 Warmwaterbereiding De verwarming van water vindt plaats m.b.v. een in het verwarmingsapparaat geïntegreerde boiler met een inhoud van 10 l. Bij gebruik tijdens de zomer kan het water onafhankelijk van de werking van de verwarming worden verwarmd. Aanwijzingen over de bediening van de boiler vindt u in hoofdstuk 9.3 “Verwarming”. Bij temperaturen onder ca. 3°C bij het spanningsvrije veiligheidsventiel resp.
Water Doseer de toiletvloeistof zeer zuinig. Een overdosis is geen waarborg voor het voorkomen van geurvorming! • Doe de aangegeven hoeveelheid toiletvloeistof in de toilettank. • Voeg daarna zo veel water toe totdat de bodem van de toilettank volledig bedekt is. • Draai de aftappijp weer terug. Doe nooit rechtstreeks toiletvloeistof in de toiletpot. • Schuif de toilettank weer op zijn plaats terug. • Let erop dat de toilettank d.m.v. de klembeugel is geborgd. • Sluit de serviceklep weer.
08-7 Water Bediening Toilettank leegmaken • Draai de toiletpot in de gewenste positie. • Laat wat water in de toiletpot lopen door op de spoelknop te drukken, of open de schuif door de schuifgreep onder de toiletpot naar u toe te trekken. • Maak gebruik van het toilet. • Open na gebruik de schuif (als die dan nog gesloten is) en activeer de spoeling. Sluit de schuif na het spoelen. De toilettank moet geleegd worden uiterlijk als de LED gaat branden.
Water 1 2 Leeg de toilettank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! • Breng de toilettank naar een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt. Richt daarbij de aftappijp naar boven. • Verwijder de sluiting van de aftappijp. • Richt de aftappijp op de toilettank naar beneden. • Druk met de duim op de ontluchtingsknop en houd deze ingedrukt. De toilettank loopt leeg. • Schuif de toilettank weer op zijn plaats terug.
09-1 Gas Hoofdstuk 9: Gas 9.1 Algemene veiligheidsinstructies voor het gebruik van vloeibaar-gasinstallaties Het gebruik van de verwarming is verboden tijdens het rijden! Uitzondering: Het voertuig is optioneel voorzien van een gasdrukregelaar voor tijdens het rijden (bijv. Control CS, SecuMotion). Als het vermoeden bestaat dat er gas vrijkomt, moeten onmiddellijk de volgende maatregelen worden genomen: • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles.
Gas Regelaars en ventielen Vóór ingebruikname • Gebruik uitsluitend speciale voor voertuigen regelaars met veiligheidsklep. Andere regelaars zijn volgens DVWG-werkblad G 607 niet toegestaan en voldoen niet aan de zware belasting. • Drukregelinstallaties moeten een vaste druk van 30 mbar hebben. Hiervoor gelden de eisen van EN 12864, bijlage D. Het debiet van de drukregelinstallatie bedraagt 1,2 kg/h. • Sluit de hogedrukslang zorgvuldig met de hand aan op de fles (NB: linkse schroefdraad).
09-3 Gas 4 3 2 1 5 9.2 Gasvoorziening De camper is uitgerust met een propaangasinstallatie (gasfles niet standaard meegeleverd). Deze installatie levert gas aan de volgende apparaten: - kooktoestel - koelkast - Verwarming - boiler - oven - in voorkomende gevallen: accessoires Gasfleskast De toegang tot de gasfleskast bevindt zich afhankelijk van de uitvoering in de garageruimte achterin of apart in de zijwand. De gasfleskast biedt plaats aan 2 x 11 kg propaangasflessen .
Gas 2 1 Gasregelaar voor Frankrijk en Groot-Brittannië In verband met landspecifieke voorschriften is de gasregelaar bij voertuigen voor Frankrijk en Groot-Brittannië vast aan de wand van de gasfleskast gemonteerd. Dit vereist het gebruik van een hogedrukslang en sluit het gebruik van de standaard toegepaste lagedrukslangen uit.
09-5 Gas Gasfles verwisselen Tijdens het verwisselen van de gasfles niet roken en geen open vuur ontsteken! Controleer na het verwisselen van de gasfles of er bij de aansluitpunten gas weglekt. Besproei de aansluitpunten daartoe met lekzoekspray. • Open de deur van de gasfleskast. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. Let op de richting van de pijl. • Schroef de gasdrukregelaar en de gasslang met de hand van de gasfles af (linkse schroefdraad).
Gas Door schokken kan in de loop der jaren geringe lekkage optreden. Wanneer u lekkage vermoedt, laat uw gasinstallaties dan controleren door uw dealer of een gasinstallatiebedrijf. Een dichtheidscontrole mag nooit worden uitgevoerd in de buurt van open vuur. Verwarming (Oven) Gasfornuis Koelkast Voor afsluitkranen en ventielen geldt: • Tijdens het rijden moeten alle kranen van gasapparaten dicht zijn. • Op bovenstaande foto’s zijn de afsluitkranen in gesloten toestand weergegeven.
09-7 Gas Gasregelaar met crashsensor (accessoire) 1 2 Met de MonoControl CS is het mogelijk het voertuig ook tijdens het rijden te verwarmen. De geïntegreerde crashsensor onderbreekt bij een ongeval automatisch de gastoevoer en voorkomt zodoende het uitstromen van gas.
Gas Gasfles verwisselen Gebruik voor het vast- en afschroeven van de slangen de bijgevoegde schroefhulp, deze garandeert het benodigde aanhaalmoment. • Open de deur van de gasfleskast. • Sluit de hoofdafsluiter van de gasfles. Let op de richting van de pijl. • Schroef de hogedrukslang van de gasfles af. • Maak de bevestigingsriemen los en neem de gasfles eruit. • Zet de gevulde gasfles weer in de gasfleskast en zet hem m.b.v. de bevestigingsriemen stevig vast.
Gas j a Met de draaiknop, die naar links resp. rechts kan worden gedraaid, kan de ene resp. andere gasfles in bedrijf worden gesteld. b Geeft de status weer van de gasfles die op dat moment in gebruik is. Groen: vol Rood: leeg bb a DuoComfo rt min. 50 cm 09-9 1 Omschakelklep gasinstallatie met twee flessen (accessoire) De omschakelklep DuoControl CS maakt een automatische omschakeling van gebruiksfles naar reservegasfles mogelijk.
Gas DuoC f d e c b a Afstandsindicatie voor omschakelklep (accessoire) De afstandsindicatie is gekoppeld aan de omschakelklep van de gasinstallatie met twee flessen. a Gebruik tijdens de zomer. Schakelaar is naar beneden gedrukt: LED geeft status hoofdfles weer. b Display uitgeschakeld. c Gebruik tijdens de winter. Schakelaar is naar boven gedrukt: aanvullend op statusweergave wordt de omschakelklep verwarmd (gele LED brandt).
10-1 Inbouwapparatuur Hoofdstuk 10: Inbouwapparatuur 10.1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen met betrekking tot de inbouwapparatuur van de camper. De aanwijzingen hebben alleen betrekking op de bediening van de apparaten. In sommige gevallen behoren de beschreven apparaten niet tot de standaarduitrusting. Voor verdere informatie over de afzonderlijke inbouwapparaten verwijzen wij u naar de bijbehorende gebruikershandleidingen, die te vinden zijn in de blauwe servicemap in de camper.
Inbouwapparatuur 10.2 Heteluchtverwarming Combi Ingebruikneming • Stel de luchtafvoer-jets in de camper zo in dat de warme lucht daar terechtkomt waar u haar hebben wilt. • Controleer of de schoorsteen vrij is. Verwijder beslist eventuele afdekplaten. • Zet gasfles en gasafsluiters open.
10-3 Inbouwapparatuur Activeren • Druk de knop licht in stand (m) en draai tegelijkertijd de schakelaar 90° in stand (k). • Zolang de schakelaar in stand (k) staat, blijft de knop in stand (m) k n m o FrostControl FrostControl is een spanningsvrij veiligheidsventiel resp. aftapkraan. Het tapt bij bevriezingsgevaar automatisch de inhoud van de boiler af via een aftappijp. Bij overdruk in het systeem volgt automatisch een stootsgewijze drukcompensatie via het veiligheidsventiel.
Inbouwapparatuur Combi Combi 3 1 1 40° c 60° f d e a g, h b 7 3 25 7 3 25 5 9 4 a g, h b 60° 5 9 4 60° 3 1 1 40° c 60° f d e Gebruik tijdens de zomer Gebruik tijdens de winter • Zet de draaischakelaar op het bedieningspaneel in stand (c – gebruik tijdens de zomer) 40°C of 60°C. Verwarmen met gecontroleerde watertemperatuur • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (e). Zet de draaiknop (a) op de gewenste thermostaatstand (1-5). De groene (b) en gele (g) LED branden.
10-5 Inbouwapparatuur Verwarmen zonder gecontroleerde watertemperatuur • Zet de draaischakelaar in de bedrijfsstand (d). • Zet de draaiknop (a) op de gewenste thermostaatstand (1-5). De groene LED (b) voor ‘in bedrijf’ brandt en toont gelijktijdig de stand van de gekozen kamertemperatuur. De gele LED (g – opwarmfase van het water) brandt alleen bij watertemperaturen onder 5°C. Het apparaat kiest automatisch de benodigde vermogensstand.
Inbouwapparatuur 10-6 Uitschakelen • Schakel de verwarming uit met de draaischakelaar (stand f). De groene LED (b) dooft. Als de groene LED (b) na het uitschakelen knippert, is er een naloop voor de temperatuurvermindering van het apparaat actief. Deze eindigt na enkele minuten en de groene LED (b) dooft. Bij een storing brandt de rode LED (h). Mogelijke foutoorzaken kunt u vinden in de aparte aanwijzingen m.b.t. de storingsdiagnose in de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
10-7 Inbouwapparatuur Combi E a g 230 V~ b c d e f 10.3 Elektrische verwarming (accessoire) Voor de werking op elektriciteit beschikt de elektrische verwarming aanvullend over verwarmingselementen die handmatig kunnen worden ingeschakeld resp. gecombineerd.
Inbouwapparatuur Glykolflüssigkeit Ausgang zu den Heizkörpern Frischwasser aus Steuerkarte Brennerlüfter Elektrische Heizpatrone 2 kW Luftzufuhr Abgasauslass Elektrische Heizpatrone 1 kW Magnetventil Glykolflüssigkeit Eingang Rücklauf Frischwasser ein 10.4 Warmwaterverwarming (accessoire) De verwarming op vloeibaar gas Compact 3010 is een warmwaterverwarming met aparte warmwaterboiler (inhoud: 8,5 l).
10-9 Inbouwapparatuur Bedrijfsmodi - Werking op vloeibaar gas - Werking met dompelaar (230V) - Gecombineerde werking op vloeibaargas c.q. met dompelaar Functiemodi - Warmwaterbereiding - Verwarming en warmwaterbereiding - Verwarming Bedieningseenheid In ruststand wordt weergegeven welke functies van de verwarming geactiveerd zijn; de achtergrondverlichting op de display is uitgeschakeld.
Inbouwapparatuur Ruststand A Tijd B Buitentemperatuur C Binnentemperatuur D Circulatiepomp E Afstandsindicator F 230 Volt aansluiting G Menuknop H AAN/UIT-knop Menu instellingen Het instellingenmenu wordt bereikt door op de menuknop te drukken. Vastgelegde instellingen worden na 10 seconden automatisch opgeslagen. Als er geen toetsen worden ingedrukt, keert de bedieningseenheid na 2 minuten weer terug naar de ruststand.
10-11 Inbouwapparatuur Instelling van de gewenste temperatuur (+5°C tot +30°C) door op – of + te drukken in stappen van 0,5°C. Bij het inschakelen is er steeds warm water beschikbaar (50°C), dat met vloeibaar gas of elektrisch wordt verwarmd. Instelling voor elektrisch verwarmen Vermogen kiezen met – en +. (Off, 1/2/3 kW) Bij de keuze van zowel elektrische- als gasverwarming wordt met voorrang elektrische verwarming ingesteld.
Inbouwapparatuur 10-12 Menu Tools vrijgeven Via het menu Tools kunnen de overige functies van de bedieningseenheid worden geregeld.
10-13 Inbouwapparatuur 5 Functies van het menu Tools 1 2 3 4 Pijlsymbolen om te kunnen wisselen tussen de diverse toolvelden. Instelling van de klok om functies als automatische start of automatische temperatuur te kunnen gebruiken. Automatische temperatuurverandering om temperaturen bijv. tijdens de nacht of op bepaalde dagen in te stellen. Automatische start op een later tijdstip. De verwarming werkt gedurende 24 uur en herhaalt deze procedure wekelijks op hetzelfde tijdstip.
Inbouwapparatuur 10-14 1 2 3 4 Continubedrijf van de pompen, om de voorraad warm water met name bij een geringe verwarmingsbehoefte te beperken. Pomp AUTO / 12V – In de AUTO-stand werkt de 230Vpomp standaard; zodra de 230V-stroomvoorziening wordt onderbroken, start de 12V-pomp. In de 12V-stand wordt de 12V-pomp ook gebruikt als de 230V-stroomvoorziening is aangesloten. Pompsnelheid instellen.
10-15 Inbouwapparatuur 1 2 3 Instelling voor de toetstoon. Toegang tot menu Tools blokkeren en vrijgeven. Instelling van de lichtsterkte van 1-10. 1 2 3 M.b.v. de servicefunctie kunnen bepaalde waarden op de display worden afgelezen. (uitsluitend in het Engels) Systeem resetten naar fabrieksinstelling.
Inbouwapparatuur Foutmeldingen Foutmeldingen worden op de display weergegeven. (paneel in ruststand) Accu laag: Uitval van de ventilator: Zodra de spanning daalt onder 10,5V, wordt de verwarming uitgeschakeld. Automatische reset boven de 11V. Onjuiste ventilatorsnelheid. Automatische reset na 5 minuten. Gasuitval: Gasfles leeg. Reset door uitschakelen of herstarten. Oververhitting rood: Voor reset: 12V-stroom-voorziening onderbreken en weer aansluiten.
10-17 Inbouwapparatuur 2 1 1 10.5 Standverwarming cabine (accessoire) Wasruimte Omdat de convector in de wasruimte achter de panelen moet worden gemonteerd en er dus niet voldoende luchtcirculatie is, is er een ventilator aanwezig die de warme lucht in de ruimte transporteert. Deze ventilator kan via de schakelaar op twee verschillende standen worden ingeschakeld.
Inbouwapparatuur 10.6 Koelkast Bedrijfsmodi De koelkast werkt op drie manieren. - op 12V: elektriciteitsvoorziening via de accu van de camper - op 230V: elektriciteitsvoorziening van externe bron. - op vloeibaar gas: gasvoorziening uit de gasflessen van de camper. 2 j k l 1 3 Neem a.u.b. vóór ingebruikneming goede nota van de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant. Werking op 12V Het 12V-bedrijf kan alleen tijdens de rit bij een draaiende motor worden gebruikt.
10-19 Inbouwapparatuur Werking op 230V k • Zet de energiekeuzeschakelaar op netvoeding. • Regel de temperatuur met de thermostaat. • Uitschakelen: draai de energiekeuzeschakelaar in de 0-stand. 2 Werking op gas l • Zet de energiekeuzeschakelaar op ‘werking op gas’. • Open de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter voor de koelkast. • Draai de thermostaat volledig open en houd deze ingedrukt.
Inbouwapparatuur Zet de koelkastdeur – als de koelkast niet in gebruik is – altijd vast in de ventilatiestand, om de vorming van schimmel en onaangename geurtjes te voorkomen. Uitneembaar vriesvak (Slim Tower) Het vriesvak kan naar keuze worden verwijderd om meer ruimte te creëren. Vriesvak verwijderen • Klap de veiligheidsklemmen onder het vriesvak naar beneden. • Schuif beide klemmen naar het midden. • Trek het vriesvak enigszins naar voren. • Haak de deur los.
10-21 Inbouwapparatuur 2 1 Aanwijzingen voor de demontage vindt u ook op de deur van het vriesvak. Vriesvak Bij hoge buitentemperaturen en een hoge luchtvochtigheid kunnen zich waterdruppels vormen op de metalen rand van het vriesvak. Daarom is deze rand voorzien van verwarming. Schakel bij hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid de randverwarming in via toets nr. . Zo voorkomt u corrosie. Als de randverwarming is ingeschakeld, brandt het controlelampje .
Inbouwapparatuur Kooktoestellen of andere toestellen die bij de verbranding lucht aan de binnenruimte onttrekken, mogen nooit voor verwarming van het voertuig gebruikt worden. Bij veronachtzaming bestaat acuut levensgevaar door zuurstofgebrek en de mogelijke vorming van het reukloze koolmonoxide. Het kooktoestel mag niet worden gebruikt wanneer het glazen deksel is gesloten. 10.7 Gastoestel Het keukenblok van de camper is uitgerust met een 3-pitsgastoestel.
10-23 Inbouwapparatuur • Sluit de gasafsluiter van het gaskomfoor. 1 Gebruik voor het vastpakken van hete potten, pannen en vergelijkbare voorwerpen kookhandschoenen of pannenlappen. Gevaar voor verbranding! 2 Laat de glasplaat na het koken nog zo lang openstaan als de branders hitte afgeven. De glasplaat zou anders kunnen barsten. Werking Bewaar licht ontvlambare voorwerpen als theedoeken, servetten etc. niet in de buurt van het kooktoestel. Brandgevaar! j • Open de rookglazen afdekking .
Inbouwapparatuur • Gebruik de oven nooit zonder inhoud (te verwarmen gerechten). • Gebruik de grill (accessoire) nooit langer dan 25 minuten en uitsluitend bij een geopende ovendeur. • De oven mag nooit worden gebruikt om de caravan te verwarmen. 10.8 Oven (accessoire) • De ventilatieopeningen bij de oven mogen niet worden afgesloten. • Neem de oven alleen in bedrijf bij een 230V-netaansluiting (automatische ontsteking). • Bij gebruik van de oven moet er een dakluik of raam open staan.
10-25 Inbouwapparatuur • Sluit de ovendeur voorzichtig zodat de vlam niet uitgaat. Uitschakelen • Zet de draaiknop in de nulstand. De vlam dooft. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles alsmede de gasafsluiter van de oven. 1 2 3 10.9 Afzuigkap (accessoire) De ingebouwde blazer leidt de kookdampen rechtstreeks naar buiten. j Verlichting k Inschakelen l Ventilatorsnelheid instellen Het filter, waarin de vettige aanslag van de kookdampen zich verzamelt, moet regelmatig worden gereinigd.
Inbouwapparatuur 10.10 Dak-airconditioning (accessoire) De klimaatinstallatie bevindt zich – in plaats van een dakraam – in het plafond van het woongedeelte. Voor de juiste bediening en om het vermogen van de klimaatinstallatie te optimaliseren moet u de volgende punten in acht nemen: • Let op warmte-isolatie, dicht kieren af en dek glazen oppervlakken af. • Vermijd het onnodig openen van deuren en ramen. • Dek luchtinlaten en openingen niet af en zorg dat ze niet verstopt raken.
11-1 Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 11: Onderhoud en verzorging 11.1 Onderhoud Onderhoudsintervallen Voor de camper en de daarin aanwezige installaties bestaan voorgeschreven onderhoudsintervallen. Houd ook rekening met de onderhoudsintervallen van het basisvoertuig Fiat. M.b.t. de onderhoudsintervallen geldt: • Laat de eerste onderhoudsbeurt 12 maanden na de eerste toelating uitvoeren bij een HOBBY-dealer. • Laat alle verdere onderhoudsbeurten eens per jaar uitvoeren bij een HOBBY-dealer.
Onderhoud en verzorging 11.3 Verzorging Droog schijnwerpers en lamphouders grondig af, omdat zich daar water kan ophopen. Buitenreiniging Was het voertuig niet vaker dan nodig. Was het voertuig alleen op speciaal hiervoor bestemde wasplaatsen. Maak zo spaarzaam mogelijk gebruik van reinigingsmiddelen. Agressieve middelen als velgenreiniger belasten ons milieu. Was de camper slechts op wasplaatsen die speciaal zijn bestemd voor het wassen van voertuigen.
11-3 Onderhoud en verzorging Voor het in de was zetten van de oppervlakken geldt: • De gelakte oppervlakken dienen af en toe te worden nabehandeld met was. Neem daarbij de door de fabrikant aanbevolen aanwijzingen voor het gebruik van de was in Bij beschadigingen geldt: • Repareer beschadigingen onmiddellijk om verdere schade door corrosie te voorkomen. Maak hiervoor a.u.b. gebruik van de hulp van uw HOBBY-dealer. acht.
Onderhoud en verzorging Binnenreiniging Ga bij de interieurreiniging zuinig om met water om vochtproblemen te reduceren. M.b.t. zitbekleding, kussens en gordijnen geldt: • reinigen met een stofzuiger of een borstel. • Laat sterk vervuilde bekleding, bedspreien en gordijnen reinigen en was ze niet zelf! • Voer de reiniging zo nodig voorzichtig uit met het schuim van een fijnwasmiddel. Reinigingsaanwijzingen voor stoffen die teflon bevatten (Dubai en Devon) • • • • Behandel vlekken altijd onmiddellijk.
11-5 Onderhoud en verzorging Chocolade of koffie moet alleen met lauwwarm water worden afgewassen. M.b.t. het tapijt geldt: • reinigen met een stofzuiger of een borstel. • zo nodig met tapijtschuim behandelen of shampooën. Voor de PVC-vloerbedekking geldt: Zand en stof op een PVC-vloerbedekking die regelmatig wordt betreden, kunnen het oppervlak beschadigen. Reinig de vloer bij gebruik dagelijks met een stofzuiger of bezem. M.b.t.
Onderhoud en verzorging 11-6 Accessoires 11.4 Winterpauze voor de camper M.b.t. de verzorging geldt: • Reinig kunststof onderdelen (bijv. bumpers, ommantelingen) met water van maximaal 60°C en een mild huishoudelijk schoonmaakmiddel. • Reinig vettige of olieachtige oppervlakken met spiritus. • Vet deurscharnieren en uitdraaisteunen zo nodig in. • Reinig drinkwaterleidingen, drinkwatertank en vuilwatertank eens per jaar. Met het invallen van de winter eindigt vaak ook het campingseizoen.
11-7 Onderhoud en verzorging Voor de reservoirs geldt: • Leeg en reinig de drinkwatertank. • Leeg en reinig de vuilwatertank. • Leeg en reinig de toilettank. • Maak de boiler volledig leeg. Schakel daartoe de stroomvoorziening m.b.v. het controlepaneel uit en zet alle waterkranen open. • Sluit de hoofdafsluiter op de gasfles en alle afzonderlijke gasafsluiters. Verwijder gasflessen altijd uit de gasfleskast, ook als ze leeg zijn.
Onderhoud en verzorging 11-8 Voor het interieur van de camper geldt: • Leeg en reinig de koelkast, laat de koelkastdeur geopend. • Laat deuren van bergruimten en kasten open staan i.v.m. de ventilatie. • Kussens en matrassen zo neerzetten dat ze niet in contact kunnen komen met condenswater. • Maak de camper zonodig grondig droog door hem voor het stallen goed te verwarmen; zo voorkomt u schimmelvorming door condenswater. • Zet luchtontvochtigers in de caravan en droog of vervang het granulaat regelmatig.
11-9 Onderhoud en verzorging 11.5 Gebruik tijdens de winter Voorbereidingen Door het algehele voertuigontwerp is uw camper tot op zekere hoogte bestand tegen de winter. Om echt te kunnen kamperen tijdens de winter adviseren wij uw camper naar uw persoonlijke voorkeur te optimaliseren. De dealer in uw rayon adviseert u graag. M.b.t. de voorbereidingen geldt: • Controleer het voertuig op lak- en roestschade en herstel deze zo nodig.
Onderhoud en verzorging 11-10 • Laat ook bij afwezigheid en ’s nachts de binnenruimte niet geheel afkoelen en laat de verwarming op een laag vermogen branden. Verwarm het voertuig beslist ook ’s nachts bij bevriezingsgevaar en bij overnachting in de camper! Let bij gebruik tijdens de winter op de gasvoorziening, er wordt dan tot wel driemaal zoveel gas verbruikt als gewoonlijk..
12-1 Afvalverwerking en milieubescherming Hoofdstuk 12: Afvalverwerking en milieubescherming 12.1 Milieu en mobiel reizen Milieuvriendelijk gebruik Gebruikers van een camper of caravan dragen vanzelfsprekend een bijzondere verantwoordelijkheid voor het milieu. Daarom dient het voertuig altijd op milieuvriendelijke wijze te worden gebruikt. M.b.t. een milieuvriendelijk gebruik geldt: • Verstoor de rust en schoonheid van de natuur niet. • Verwijder afvalwater, fecaliën en afval volgens de voorschriften.
Afvalverwerking en milieubescherming 12-2 M.b.t. afvalwater geldt: • Verzamel afvalwater aan boord alleen in ingebouwde vuilwatertanks of desnoods in hiervoor geschikte reservoirs! • Laat afvalwater nooit weglopen in de vrije natuur of in rioolputten! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiveringsinstallaties. • Maak de vuilwatertank zo vaak mogelijk leeg, ook als hij niet helemaal gevuld is (hygiëne). Spoel de vuilwatertank zo mogelijk bij elke lediging met schoon water uit.
12-3 Afvalverwerking en milieubescherming Afvalverwerking • Laat de toilettank nooit te vol worden. Maak uiterlijk wanneer niveau-indicator gaat branden, de tank onmiddellijk leeg. • Laat fecaliën nooit in rioolputten weglopen! De riolering in dorpen en steden komt meestal niet uit op waterzuiveringsinstallaties. Leeg uw vuilwatertank alleen bij een speciaal hiervoor bestemd vuilwaterinzamelpunt, maar nooit in de vrije natuur! M.b.t.
Afvalverwerking en milieubescherming 12.2 Terugneming van het voertuig Mocht het werkelijk ooit zover komen dat u definitief afscheid moet nemen van uw camper en dat deze als afval moet worden verwerkt, dan is (op het moment van ter perse gaan) de fabrikant van het basisvoertuig verantwoordelijk voor de terugneming ervan. Uw HOBBY-camper moet dus gratis via het complete netwerk van Fiat-dealers teruggenomen en vakkundig verwerkt worden.
13-1 Technische gegevens Hoofdstuk 13: Technische gegevens 13.1 Gewichten volgens 92/21/EG Model Bouwserie DL 500 GESC Limited Edition - Van Exclusive Gewicht Chauf- Diesel Basis- Rijklaar- TTM LaadverZitConven- Overbel. Voertuig- Persoon- Restbasisvo- feur [kg] uit- gewicht mogen plaatsen tionele massa lengte lijke laadertuig rusting belasting uitrusting verm.
Technische gegevens 13-2 13.2 Bandenspanning Campers Band Spanning (bar) Basis Michelin XC Camping 215/70 R 15 C vo: 5,0 hi: 5,5 FIAT 225/75 R 16 C vo: 5,5 hi: 5,5 FIAT Overige bandenfabrikanten* 195/75 R 16 C vo: 4,75 hi: 4,75 IVECO 215/70 R 15 C vo: 4,1 hi: 4,5 FIAT 225/75 R 16 C vo: 4,5 hi: 5,0 FIAT * Deze bandenspanningswaarden zijn alleen geldig voor standaardbanden van alternatieve merken (bijv. Continental, Pirelli etc.).
13-3 Technische gegevens 13.3 Technische gegevens Hobby Bouwserie model Type Basis- Motor5) Uitstoot van voertuig standaard uitlaatgassen Chassis Onderstelverlenging Trekhaak Trekbok Kogelkop FIAT Ducato X250 (voorwielaandrijving) DL 500 GESC Limited Edit. - Van Exclusive F3 Ducato 130 Multijet (95,5 kW) Euro 4 Spezial 205817 verdiept SAWIKO 30PEI20011-P Typ 04 (3009000400) D 650 ESC Limited Edit.
Technische gegevens 13-4 Gordelsysteem AanhangToel. Toel. Zit- TTM gew. plaatsen [kg] asbelasting asbelasting onger.3) vóór achter SpoorAanhangMax. toel. Opbouw Tot. Hoogte Breedte breedte gew. 2) totaalgew. lengte4) lengte1) ger.
13-5 Technische gegevens Gewichtsverhogingen campers Hobby model Bouwserie Type Limited Edit. - Van Exclusive F3 Basisvoertuig Zitplaatsen TTM [kg] Toel. asbelasting vóór Toel. asbelasting achter Aanhanggew. onger.3) Aanhanggew. ger.3) Max. toel. totaalgew. --- --- --- --- FIAT Ducato X250 (voorwielaandrijving) DL 500 GESC --- --- --- --- D 650 ESC Limited Edit.
Technische gegevens Spoor- Spoor- WielOpbouw Tot.
13-7 Technische gegevens 13.4 Banden en velgen voor basismodel campers Basisuitvoering Hobby model Bouwserie TTM [kg] Toel. asbelasting vóór Toel. asbelasting achter Bandenmaat Wielaansluiting* Stalen velgen DL 500 GESC Limited Edit. - Van Exclusive 3500 1850 2000 215/70 R 15 C 5 / 71 / 118 6 J x 15, ET 68 D 650 ESC Limited Edit.
Technische gegevens 13-8 Banden en velgen voor verzwaarde campers Bouwserie DL 500 GESC Limited Edit. - Van Exclusive --- --- D 650 ESC Limited Edit. - Toskana --- --- 60 ES Van Exclusive 3650 60 KL Van Exclusive 69 GL Toskana Exclusive 69 EL 69 QS Toskana Exclusive Toskana Exclusive TTM [kg] Toel. Toel.
13-9 Technische gegevens 13.5 Gewicht accessoires Voorwerp Gewicht (kg) HOBBY All-Inclusive pakket II HOBBY All-Inclusive pakket HOBBY starterpakket Accusensor Achterladder Achtersteunen Achteruitrijdvideosysteem Afstandsindicatie voor DuoComfort Afzuigkap AL-KO extra luchtvering Beddensprei Buitendouche Chauffeurs- en bijrijdersstoel bekleed in stof woongedeelte Dakluik met elektrische ventilator Dakluik Midi-Heki Dakluik Midi-Heki, elektrisch Dometic airconditioning 2200 DVD/CD-radio incl.
Technische gegevens Voorwerp Gewicht (kg) Speciale laklaag zilvermetallic Standverwarming cabine Telescoopladder Trekhaak vast voor Sphinx Trekhaak vast voor Toskana (Exclusive) Trekhaak vast Trekhaak, afneembaar Truma verwarming Combi E 6 Twee gel-accu’s Uittrekbare arm voor plat beeldscherm drievoudig geleed Uittrekbare arm voor plat beeldscherm Voortent-contactdoos Warmwaterverwarming Winterafdekplaat voor koelkastrooster 3,0 9,5 2,8 39,0 43,0 33,0 32,0 1,1 55,0 2,0 3,0 0,4 40,0 0,5 13-10
Ix-1 Index Index A Aanbouwelementen 03-8 Accuhoofdschakelaar 07-14 Acculader installatieplaats 07-8 Achteruit rijden 02-6 Achteruitrijcamera 07-14 Afstandsindicatie voor omschakelklep 09-10 Afvoer verbrandingsgassen 09-2 Afzuigkap 10-25 Apparaten omschakelen 02-10 Automatische transmissie 03-8 B Banden 04-1 Bandenreparatieset 04-4 Bandenspanning (waarden) 13-2 Bandenspanning 04-2 Bar 06-5 Basisuitrusting 03-1 Bedombouw 06-12 Bedverbreding 06-13 zuiltafel-uitvoering 06-9 hangtafel 06-11 Belading 02-5/03-1
Index afval 12-3 afvalwater 12-2 afvalverwerking 12-3 fecaliën 12-2 parkeerterreinen 12-3 Milieubescherming 12-1 Mobiele navigatie 07-13 Motorhouder 03-8 N Navigatie 07-13 Netaansluiting 07-7 Nooduitrusting 02-9 verbanddoos 02-9 gevarendriehoek 02-9 veiligheidsvest 02-9 O Omschakelklep 09-9 Onderdelen verzorging 11-5 Onderhoud reminrichting 04-8 Onderhoudsintervallen 11-1 Onderlegwiggen 02-8 Ontladingsbeveiliging 07-9 Opklapbed 06-15 Opstapje 03-5 Oven 10-20 Overloopventiel drinkwatertank 08-2 P Periodieke
B-1 Bijlage Massaberekening voor Hobby campers Hier kunt u een massabalans van uw persoonlijke camper opstellen op basis van de gewichten van deze gebruiksaanwijzing. Deze berekening moet in principe een positief restlaadvermogen opleveren om te voldoen aan de actuele wettelijke eisen.
Bijlage B-2 Model: Technisch toelaatbare maximummassa: Rijklaar gewicht (incl. gas, water, elektrische installatie, chauffeur en brandstof): - Conventionele belasting (aantal zitplaatsen [behalve chauffeur] x 75 kg: - Extra uitrusting: 1.) - 2.) - 3.) - 4.) - 5.) - 6.) - 7.) - 8.) - 9.) - 10.) - 11.) - 12.) - 13.) - 14.) - 15.