Operation Manual
12
GEBRUIK
HET STARTEN VAN DE MOTOR
VOORZICHTIG:
• Kontroleer dat geen enkel apparaat is aangesloten
op de kontaktdozen van het generatoraggregaat.
1. Het benzinekraantje [1] opendraaien (richting pijl
“ON”). De choke dicht doen door de hendel [2] in
de richting van het symbool te verplaatsen.
NB:
Niet de choke gebruiken indien de motor warm of de
omgevingstemperatuur te hoog is.
2. De motorschakelaar [3] op “ON” zetten.
3. Zachtjes aan de repeteerstarter [4] trekken totdat
men een weerstand voelt, dan in één ruk hard
aantrekken.
Deze handelwijze is noodzakelijk om het gevaar
van verwondigen te voorkomen als gevolg van het
terugslaan van de motor.
VOORZICHTIG:
• Niet het handvat van de repeteerstarter plotseling
tegen de motor terug laten klappen.
Het langzaam terug laten gaan om beschadiging
van de repeteerstarter te voorkomen.
• Nooit een startvloeistof (pilot start o.i.d.)
samengesteld uit licht ontvlambare en vluchtige
substanties gebruiken. Dit zou een ontploffing
tijdens het starten ten gevolge kunnen hebben.
4. Wanneer de motor begint warm te lopen, de
hendel van de choke [2] geleidelijk terug brengen
in de stand tegenover het symbool.
VEILIGHEID
2 4 5 6
13
ON
O
F
F
[3]
ON
[4]
O
N
[2]
O
N
ON
[2]
[1]
OMec_NL.book Page 12 Mercredi, 24. juin 2009 11:54 11