Operation Manual

6
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Het is uiterst belangrijk te weten hoe men het generatoraggregaat kan stoppen en waar alle andere
bedieningsknoppen toe dienen. Men moet nooit en te nimmer toestaan die een persoon die niet
vertrouwd is met de bedieningsinstrukties, het aggregaat gebruikt.
2. Kinderen onder 14 jaar op een afstand houden, evenals dieren, wanneer het aggregaat in werking is.
3. Stelselmatig alle gebruikelijke kontroles verrichten alvorens het aggregaat aan te zetten teneinde
ongelukken en beschadigingen te vermijden.
4. Het generatoraggregaat op minstens 1 meter afstand van gebouwen of installaties neerzetten
wanneer men het wil gaan gebruiken.
5. Laat de motor niet lopen in een afgesloten ruimte; de uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
dodelijk, reukloos gas. Zorg voor voldoende ventilatie. Indien de generator in een geventileerde
ruimte staat opgesteld, dien u tevens te voldoen aan de voorschriften m.b.t. brand- en
explosiegevaar.
6. Het generatoraggregaat slechts op een horizontale oppervlakte gebruiken. Men zou benzine kunnen
verliezen indien het aggregaat op een hellend oppervlak staat.
7. Benzine is een uiterst licht ontvlambare stof die onder bepaalde omstandigheden ontploffen kan. De
brandstof in speciaal hiervoor geschikte jerrycans of vaten. Nooit benzine of de machine met benzine
gevuld, opslaan in een ruimte waar brandgevaar bestaat. Niet roken tijdens het werken met benzine
of vlammen in de buurt van het aggregaat brengen. De benzine bijvullen in een ruimte waar
voldoende ventilatie is. Nooit benzinetank openen wanneer de moteur draait of nog warm is. Mocht
er benzine zijn gemorst, de machine verplaatsen, wachten totdat de benzine volkomen verdampt is
en de dampen verdwenen zijn voor de motor opnieuw te starten. Na gebruik van het
generatoraggregaat, de benzinekraan dichtdraaien. Veelvuldig of langdurig kontakt van benzine met
de huid vermijden evenals het inademen van benzinedampen. Motorolie is giftig en brandbaar. Niet
morsen.
8. Raak de roterende delen, de uitlaat en de bougiekabel niet aan als de generator in gebruik is.
Enkele delen van de verbrandingsmotor worden heet en kunnen verbrandingen veroorzaken. Neem
de waarschuwingen op de generator in acht.
9. Een generatoraggregaat vormt een potentieel gevaar voor elektrokutie wanneer het niet naar
behoren wordt gebruikt. Nooit de machine bedienen met natte handen.
Nooit de machine in werking stellen in de regen of in de sneeuw. Zorg dat het aggregaat niet nat
wordt.
10. Het aggregaat mag niet op andere spanningsbronnen (het lichtnet, bij voorbeeld) worden
aangesloten. In bijzondere gevallen zoals wanneer het aggregaat moet invallen bij netstoring moet
de aansluiting worden gemaakt door een erkend elektricien. Foutieve aansluitingen kunnen lijden tot
een verliesstroom vanuit de generatoraggregaat naar het net. Deze verliesstroom kan aanleiding
geven tot elektrische schokken bij bediening van toestellen die op het net aangesloten zijn.
Eveneens kan de generatoraggregaat exploderen, in brand vliegen of brand veroorzaken in het net.
11. De aangesloten apparatuur (inclusief de verlengsnoeren) mogen geen gebreken vertonen.
12. De gebruiksaanwijzingen met betrekking tot de veiligheid van personen worden behandeld in het
hoofdstuk “GEBRUIK” van dit handboek. Lees dit hoofdstuk aandachtig door alvorens de
generatoraggregaat te gebruiken.
13. Als u in de nabijheid van een aggregaat werkt dat in bedrijf is raden wij u ten sterkste aan,
gehoorbeschermers te dragen.
14. Als u andere accessoires gebruikt, dan die worden aanbevolen in deze handleiding, dan kan dit
leiden tot schade aan uw generatoraggregaat die niet onder de garantie valt.
(*) U gelieve contact op te nemen met onze officiële dealer voor de toepasselijke richtlijnen
OMec_NL.book Page 6 Mercredi, 24. juin 2009 11:54 11