Operation Manual

5
WAARSCHUWING
Voor een veilig gebruik–
Voer altijd eerst de HANDELINGEN VOOR HET STARTEN uit
(zie bladzijde 18). Hierdoor kunnen ongelukken en beschadiging worden
voorkomen.
Plaats de generator op minstens 1 m (3 ft) afstand van gebouwen en
andere apparaten.
Zet de generator op een vlakke ondergrond. Als dit niet gebeurt, kan er
brandstof gemorst worden.
Zorg dat bekend is hoe de generator snel uitgezet kan worden en waar alle
bedieningselementen voor dienen. Laat niemand de generator bedienen
die niet op de hoogte is van de werking.
Houd kinderen en dieren uit de buurt als de generator werkt.
De uitlaat kan erg heet worden en ook na het uitzetten van de motor nog
enige tijd heet blijven. Raak de uitlaat niet aan als deze heet is. Laat de
motor eerst afkoelen alvorens de generator op te bergen.
De uitlaat kan erg heet worden en ook na het uitzetten van de motor nog
enige tijd heet blijven.
Let op de waarschuwingen die op de generator zijn aangebracht om
brandwonden te voorkomen.
Blijf uit de buurt van draaiende delen als de generator werkt.
De generator kan bij verkeerd gebruik elektrische schokken veroorzaken;
bedien de generator niet met natte handen.
Gebruik de generator niet in regen of sneeuw en laat het apparaat niet nat
worden.