Operation Manual

×
×
×
ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN
MOTOR WIL NIET
STARTEN
Mogelijke oorzaak Correctie
ZEKERING VERVANGEN (betreffende uitvoeringen)
CorrectieMogelijke oorzaakMOTOR HEEFT
GEEN VERMOGEN
NEDERLANDS
ZEKERINGDEKSEL
ACHTERKAP
MOTORSCHAKELAAR
612mm
SPECIALE SCHROEF
ZEKERING
15
Het relaiscircuit van de elektrische starter en van het acculaadsysteem zijn
beveiligd met een zekering. Als de zekering doorbrandt, zal de elektrische
starter niet werken. U kunt de motor met de hand starten als de zekering is
doorgebrand, maar terwijl de motor loopt, laadt deze de accu niet op.
Verwijder de speciale 6 12 mm schroef uit het achterdeksel van het
motorschakelaarhuis en verwijder het achterdeksel.
Verwijder het zekeringkapje en trek dan de zekering uit en controleer
deze.
Gooi de zekering weg als deze is doorgebrand. Installeer een nieuwe
zekering met hetzelfde ampèrage als de oude en breng het deksel weer
aan.
Neem contact op met uw Honda onderhoudsdealer als u vragen heeft
over het amperage van de oude zekering.
Breng het achterdeksel weer aan. Monteer de 6 12 mm schroef en zet
deze stevig vast.
Gebruik nooit een zekering met een hogere ampèrewaarde dan de oude
zekering aan de motor. Er kan dan ernstige schade aan het elektrische
systeem ontstaan of er bestaat brandgevaar.
Controleer de
regelstanden.
Controleer het
motorolieniveau.
Controleer de
brandstof.
Verwijder en
inspecteer de
bougie.
Accu leeg.
Zekering
doorgebrand.
Brandstofkraan in
OFF.
Choke open.
Motorschakelaar in
OFF.
Verkeerde de bougie,
vervuild of foutieve
elektrodenafstand.
Bougie nat door
benzine
(motor verzopen).
Brandstoffilter
verstopt, defect in
carburateur, defect
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.
Accu opnieuw opladen.
Zekering vervangen
(p. 15).
Zet hendel in de stand
ON.
Zet hendel in de stand
CLOSED, behalve als
motor warm is.
Zet motorschakelaar in
de stand ON.
Vul bij met de
aanbevolen olie tot het
correcte niveau (p. 9).
Brandstof bijvullen
(p. 8).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Bijtanken met nieuwe
benzine (p. 8).
Vervang de bougie of
stel elektrodenafstand
opnieuw af (p. 12).
Droog de bougie en
breng weer aan. Start
de motor met de
gashendel in de stand
MAX.
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
Controleer het
luchtfilter.
Controleer de
brandstof.
Filterelement(en)
verstopt.
Slechte brandstof;
motor gestald zonder
voorbereiding of
brandstof aftappen,
of bijgetankt met
slechte benzine.
Brandstoffilter
verstopt, defect in
carburateur, defect
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.
Reinig of vervang
filterelement(en)
(p. 11 12).
Tap de brandstoftank
en de carburateur af
(p. 14).
Bijvullen met nieuwe
benzine (p. 8).
Vernieuw of repareer
defecte onderdelen
zoals vereist.
Als de zekering vaak doorbrandt, betekent dit meestal kortsluiting of
overbelasting van het elektrisch systeem. Als de zekering vaak doorbrandt,
laat de motor dan repareren bij een Honda onderhoudsdealer.
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
6.
Elektrisch starten
(betreffende
motoruitvoeringen):
Controleer de
accu en de zekering.
Neem de motor mee
naar een erkende
Honda
onderhoudsdealer of
zie het
werkplaatshandboek.
Geen brandstof.
Slechte brandstof;
motor gestald
zonder voorbereiding of
brandstof aftappen, of
bijgetankt met slechte
benzine.
Neem de motor mee
naar een erkende
Honda
onderhoudsdealer of
zie het
werkplaatshandboek.
Motorolieniveau laag
(uitvoeringen met
olieniveauwaarschuwing).
11/07/04 17:50:22 39Z4M600_015