Operation Manual

NEDERLANDS
Controle olieniveau
Olie verversen
2 : 1 Reductiekast met centrifugaalkoppeling
Controle olieniveau
Aanbevolen olie
OLIE IN REDUCTIEKAST (betreffende uitvoeringen)
HOOGSTE PEIL
SLUITRING
AFTAPPLUG
OLIEPEIL
VULDOP/PEILSTOKHOOGSTE PEIL
LAAGSTE PEIL
OLIEVULDOP/
PEILSTOK
OLIEVULDOP/PEILSTOK
LAAGSTE PEIL
OLIEVULOPENING (onderrand)
9
Breng de olievuldop/peilstok aan en draai stevig vast.
Controleer het motorolieniveau terwijl de motor uit is en horizontaal staat.
Breng de olievuldop/peilstok weer aan.
Als het olieniveau bij of beneden de onderste peilstreep op de peilstok
staat, vul dan bij met aanbevolen olie (zie pagina ) tot aan de bovenste
peilstreep (onderrand van de olievulopening). Vul niet teveel bij.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u het motorolieniveau altijd controleren voordat u de
motor start.
Was uw handen met water en zeep nadat u met afgewerkte olie in
aanraking bent gekomen.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Steek de olievuldop/peilstok in de olievulopening zoals afgebeeld maar
draai niet aan; verwijder vervolgens weer om het motorolieniveau te
controleren.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) schakelt de motor
automatisch uit voordat het olieniveau daalt tot beneden de veilige
grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht uitschakelen te
vermijden, moet u bijvullen tot het bovenste motorolieniveau en het
niveau regelmatig controleren.
Als de motor draait met een te laag olieniveau, kan er motorschade
ontstaan. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de
dealergarantie
(Distributor’s Limited Warranty)
.
Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie (zie pagina )
bij tot aan de bovenste peilstreep (onderrand van de olievulopening) op
de peilstok.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het milieu geen
schade toebrengt. We raden aan om verbruikte olie voor verdere
verwerking in een afgesloten verpakking af te leveren bij uw lokale
afvalverzamelcentrum of op een benzinestation. Geef de olie niet mee in
een vuilniszak, giet niet uit op de grond of in een rioolafvoerputje.
Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de olieaftapplug
en een nieuwe ring aan en draai de olieaftapplug stevig vast.
Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de verbruikte olie
op te vangen en verwijder dan de olievuldop/peilstok, de olieaftapplug
en de ring.
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie stroomt snel
en gemakkelijk uit de motor.
Schroef de olievuldop/peilstok in en draai stevig vast.
Als het olieniveau laag is, vul dan de aanbevolen olie bij tot aan de
bovenste peilstreep op de peilstok.
Steek de olievuldop/peilstok in en verwijder deze weer zonder in de
vulopening te draaien. Controleer het olieniveau op de olievuldop/
peilstok.
Verwijder de olievuldop/peilstok en veeg deze schoon.
Controleer het olieniveau in de reductiekast terwijl de motor uit is en
horizontaal staat.
Gebruik dezelfde olie als is aanbevolen voor de motor (zie pagina ).
1.
2.
3.
4.
3.
4.
1.
2.
1.
2.
3.
4.
8
8
8
11/07/04 17:48:00 39Z4M600_009