GX22 GX31 MOTORTYPE SERIENUMMER INSTRUKTIEHANDLEIDING 39ZM3703 00X39-ZM3-7030 HONDA EUROPE N.V.(EEC) 1 www.honda-engines-eu.
Wij danken U voor de aankoop van een Honda-motor. Dit handboek behandelt de bediening en het onderhoud van de motoren GX22 GX31 Alle informatie in deze publikatie is gebaseerd op de laatste informatie, die beschikbaar was op het tijdstip van goedkeuring voor druk. Honda Motor Co., Ltd. houdt zich het recht voor op elk moment wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaandelijke kennisgeving en zonder enige verplichting aan te gaan.
VEILIGHEIDSINSTRUKTIES Om veilig te werken− De Honda motor is ontworpen voor veilig en betrouwbaar gebruik indien deze volgens de aanwijzingen wordt bediend. Lees de gebruiksaanwijzing alvorens gebruik van de motor zorgvuldig door. Dit nalaten kan persoonlijk letsel of beschadiging van de apparatuur veroorzaken. Start de motor niet wanneer deze nog niet aan de apparatuur is bevestigd. Een veilige en juiste werking kan uitsluitend worden gegarandeerd indien de motor op de apparatuur is bevestigd.
Veiligheidsinstrukties Om veilig te werken− De uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxidegas; het inademen ervan kan leiden tot bewusteloosheid of zelfs tot de dood. De motor nooit in een afgesloten of te kleine ruimte laten draaien. Geen voorwerpen op de motor leggen, aangezien dit een brand kan veroorzaken. De motor van het verticale type heeft een vonkafleider. Voor de motor van het horizontale type is een vonkafleider los verkrijgbaar.
NAZICHT VOOR INBEDRIJFSNAME 1. Motoroliepeil Wanneer de motor werkt met te weinig olie, kan dit ernstige motorschade tot gevolg hebben. Zorg ervoor, de motor op een vlakke ondergrond met uitgeschakelde motor na te zien. 1. Plaats de motor met de brandstoftankzijde omlaag en horizontaal op een vlak oppervlak. 2. Verwijder de olievuldop en controleer het oliepeil; er moet olie tot bij de rand van de olievulnek zijn. 3. Bij laag oliepeil de aanbevolen olie tot aan de rand van de olievulopening bijvullen.
Honda-viertakt-motorolie of een gelijkwaardige, top kwaliteit motorolie met een hoog detergentgehalte gebruiken, dat overeenstemt met de kwaliteitsklasse SG,SF van de Amerikaanse auto mobielfabrikanten of deze overtreft. De houders van motorolie van de kwaliteitsklasse SG, SF zijn overeenkomstig gekenmerkt. SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor de algemene toepassing bij alle temperaturen.
2. Luchtfilter De motor nooit zonder luchtfilter laten draaien, aangezien dit tot een versnelde slijtage van de motor leidt. Kontroleer of het element van de luchtfilter vuil of verstopt is (pag. 18 ).
3. Brandstof Benzine voor auto’s gebruiken (bij voorkeur loodvrije of benzine met een laag loodgehalte gebruiken, om aanslag in de verbrandingskamer tot een minimum te beperken). Nooit een olie-benzine-mengsel of verontreinigde benzine gebruiken. Vermijd, dat vuil, stof of water in de brandstoftank terecht komen. Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Tank in een goed geventileerde ruimte met stilstaande motor.
ALCOHOLHOUDENDE BENZINE Indien U besluit alcoholhoudende benzine (gasohol) te gebruiken, overtuig U er dan van, dat het octaangetal ervan minstens even hoog is als dat wat door Honda wordt aanbevolen. Er zijn twee soorten ‘‘gasohol’’; de ene bevat ethanol en de andere methanol. Gebruik geen gasohol, dat meer dan 10% ethanol bevat. Gebruik geen benzine, waarin methanol (methyl- of houtalcohol) gemengd is, die ook geen oplos- of antiroestmiddelen voor methanol bevat.
4. Draai bouten en moeren weer vast Controleer op losse bouten en moeren. Draai bouten en moeren goed vast indien nodig.
DE MOTOR STARTEN 1. Draai de motorschakelaar naar ON (aan de kant van de apparatuur). 2. De chokehendel op de stand CLOSE schuiven. De choke niet gebruiken, wanneer de motor warm of de temperatuur van de lucht hoog is. CHOKEHENDEL DICHT DICHT 3. Druk enkele malen op de inspuitpomp totdat u een stroom brandstof in de retourslang kunt zien.
4. Lichtjes aan de startergreep trekken, totdat U weerstand voelt, dan de greep krachtig verder trekken. De startergreep niet tegen de motor laten terug slaan. De greep voorzichtig terug brengen om een beschadiging van de starter te voorkomen. Trek altijd kort en snel aan de startgreep. Indien u niet kort en snel trekt kunnen de vonken mogelijk niet over de bougie-elektroden springen waardoor de motor niet start.
Werken op grote hoogtes Op grote hoogtes boven de zeespiegel verandert het normale brandstof/ luchtmengsel in een te rijk mengsel. Dit veroorzaakt zowel een verlies van het vermogen als een hoger brandstofverbruik. De prestaties op grote hoogte kunnen worden verbeterd door bepaalde modificaties aan de carburator. Wanneer de motor voortdurend op hoogtes van 1.500 m en meer boven de zeespiegel gebruikt wordt, gelieve deze wijziging van de carburator door uw Honda-verdeler te laten uitvoeren.
BEDIENING 1. Druk de chokehendel geleidelijk naar de OPEN stand. Laat de motor opwarmen totdat deze soepel draait. CHOKEHENDEL OPEN OPEN 2. Druk de gashendel naar de stand voor het gewenste motortoerental (aan de kant van de apparatuur).
Wanneer de motor moeilijk gestart kan worden: In sommige gevallen kan de motor moeilijk opnieuw gestart worden nadat deze is afgezet, omdat het mengsel in de verbrandingskamer te rijk is geworden. In dat geval volgt u de aanwijzingen in de stappen 1 − 4 om het rijke mengsel af te voeren. 1. Draai de motorschakelaar aan de machinezijde in de OFF stand. 2. Zet de chokehendel in de OPEN stand. 3. Houd de gashendel aan de machinezijde in de HIGH toerentalstand. 4. Trek 3 − 5 maal aan de startgreep.
DE MOTOR UITZETTEN Draai de motorschakelaar naar OFF (aan de kant van de apparatuur) om de motor in geval van nood te stoppen. Stop de motor echter normaliter als volgt: 1. Druk de gasregelhendel geheel naar LOW (aan de kant van de apparatuur). 2. Draai de motorschakelaar naar OFF (aan de kant van de apparatuur).
ONDERHOUD Vóór het begin van de onderhoudswerkzaamheden de motor uitzetten. Om te vermijden dat de motor per ongeluk start de motorschakelaar uitschakelen en de bougiedop ontkoppelen. Het onderhoud van de motor moet door een officiële Honda dealer worden uitgevoerd, tenzij de eigenaar over het vereiste gereedschap en de onderhoudsgegevens beschikt en voldoende mechanische kennis bezit om het onderhoud zelf uit te voeren. Alleen originele Honda-wisselstukken of gelijkwaardige onderdelen gebruiken.
Onderhoudsschema NORMALE ONDERHOUDSPERIODE Uitvoeren na iedere maand of aangeduide Eerste bedrijfsperiode, wat het eerste komt. nazicht ITEM Motorolie Na de Om de 3 eerste maanden maanden Om de 6 jaar of jaar of maand of of 25 uren of 50 uren om de na elke 300 100 uren uur 10 uren Ieder Iedere twee Nazien Verversen Luchtfilter Nazien Reinigen (1) Alle bouten en moeren Nazien (Draai weer vast indien nodig.
1. Olie verversen De olie bij nog warme motor aftappen, om er zeker van te zijn, dat deze snel en volledig uitloopt. 1. Controleer of de brandstofvuldop goed is vastgedraaid. 2. Verwijder de olievuldop en tap de olie in een geschikte container af door de motor naar de kant van de olievulnek te kantelen. 3. Vul bij met de aanbevolen olie (zie blz. 6 ) en controleer het oliepeil (zie blz. 5 ). 4. De olievuldop terug aanbrengen.
2. Reinigen van de luchtfilter Een vuile luchtfilter belemmert de luchtstroom naar de carburator. Om storingen van de carburator te vermijden de luchtfilter regelmatig reinigen. De filter vaker reinigen, wanneer de motor in een uiterst stoffige omgeving gebruikt wordt. Nooit benzine of oplosmiddelen met een laag vlampunt gebruiken voor het reinigen van het luchtfilterelement, aangezien dit een brand of een explosie tot gevolg kan hebben.
3. Onderhoud van de bougies Aanbevolen bougies: CR5HSB (NGK) U16FSR-UB (DENSO) Nooit een bougie met de verkeerde warmtewaarde gebruiken. Om te garanderen dat de motor storingsvrij draait, moet de bougie korrekt afgesteld en vrij van aanslag zijn. 1. De bougiedop aftrekken en de bougies met een bougiesleutel eruit draaien. Wanneer de motor juist gedraaid heeft, is de uitlaatdemper zeer heet. Let erop de uitlaatdemper niet aan te raken.
2. Kontroleer het uiterlijk van de bougie. De bougie weggooien, wanneer deze zichtbaar afgesleten of de isolator gescheurd of afgesplinterd is. Wanneer de bougies opnieuw gebruikt dienen te worden, reinig deze dan met een staalborstel. 3. Meet de elektrodeafstand met een voeler maat. Door de massaelektrode te buigen de afstand eventueel bijstellen. Elektrodeafstand: 0,60−0,70 mm 0,60−0,70 mm 4.
4. Onderhoud van vonkafleider (voor motors van verticale type) Bij het draaien van de motor wordt de uitlaat zeer heet. Daarom de uitlaat voor verdere werkzaamheden aan de motor laten afkoelen. De vonkafleider moet na iedere 100 uren worden onderhouden voor een blijvend juist functioneren. 1. Verwijder één 4 mm schroef van de deflectorbescherming om deze van de motor-bovenafdekking te verwijderen. 2. Verwijder één 4 mm schroef van de deflector om deze van de vonkafleider te verwijderen.
3. Verwijder koolstof van het vonkafleiderscherm met een borstel. Wees voorzichtig zodat u het scherm niet beschadigd. De vonkafleider mag geen breuken of gaten vertonen. Laat hem door uw Honda dealer inspecteren indien beschadigd of ernstig verontreinigd.
5. Onderhoud van de brandstoffilter Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Waar met benzine gewerkt wordt niet roken en open vuur en vonken uit de buurt houden. 1. Controleer dat de olievuldop goed is vastgedraaid. 2. Verwijder de brandstofvuldop en tap de brandstof in een geschikte container af door de motor naar de kant van de brandstofvulnek te kantelen. BRANDSTOFVULNEK MOTOROLIEVULDOP 3.
6. Reinigen van brandstoftank Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Waar met benzine gewerkt wordt niet roken en open vuur en vonken uit de buurt houden. 1. Controleer dat de olievuldop goed is vastgedraaid. 2. Verwijder de brandstofvuldop en tap de brandstof in een geschikte container af door de motor naar de kant van de brandstofvulnek te kantelen. BRANDSTOFVULNEK MOTOROLIEVULDOP 3.
7. Onderhoud van ventilator Inspecteer de ventilator door de afdekking. Raadpleeg uw Honda handelaar voor bekrachtigde apparatuur voor het reinigen van de ventilator indien u droog gras, bladeren of modder ziet.
TRANSPORTOPSLAG Alvorens de motor te transporteren moet u de brandstoftankdop vastdraaien zodat er geen brandstof kan lekken. Gemorste brandstof of brandstofdampen kunnen brand veroorzaken. Alvorens de motor voor langere tijd op te slaan: 1. Overtuig U ervan, dat de opslagplaats niet te vochtig of te stoffig is. 2. Tap de brandstof af... Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde omstandigheden explosief. Waar met benzine gewerkt wordt niet roken en open vuur en vonken uit de buurt houden. a.
3. De motorolie verversen (blz. 17 ). 4. Reinig de luchtfilter (blz. 18 ). 5. De bougie eruit draaien en een eetlepel propere motorolie in de cilinder gieten. 6. Draai de motor enkele slagen om de olie te verdelen en plaats dan de bougie weer terug. Trek langzaam aan de startkabel totdat u weerstand voelt. 7. De motor afdekken om deze tegen stof te beschermen.
STORINGEN ZOEKEN Als de motor niet wil starten: 1. Is de motorschakelaar in de ON stand gedraaid (aan de kant van de apparatuur)? 2. Is er brandstof in de tank? 3. Bereikt de benzine de carburator? Druk enkele malen op de inspuitpomp om dit te controleren. 4. Geven de bougies een vonk? a. De bougiedop eraf trekken. De bougiehouder reinigen, daarna de bougie eruit draaien. b. De bougie in de bougiestekker steken. c. Draai de motorschakelaar naar ON (aan de kant van de apparatuur). d.
SPECIFICATIES Afmetingen Model GX22 GX31 Type Horizontaal Verticaal Horizontaal Verticaal Aanduidingskode voor motor aanGCAF GCAG gedreven produkten Lengte 210 mm Breedte 251 mm 230 mm 251 mm 230 mm Hoogte 249 mm 250 mm Leeggewicht 3,3 kg 3,4 kg Motor Motortype Cilinderinhoud Boring x Slag Max. geleverd vermogen Max. koppel Max.
MEMORANDUM Head office : HONDA EUROPE N.V. European Engine Center Langerbruggestraat 104, B-9000 GENT TEL. +32(0)9 250 12 11 FAX +32(0)9 250 14 24 VAT: BE 418.250.835 - HRG 125.024 Fortis Bank : BE33 2900 0170 0046 BIC GEBABEBB www.honda-engines-eu.