Operation Manual
2. BEKNOPT
1.INTRODUCTIE........................................2
2.BEKNOPT ...........................................3
3.VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN.......................4
4.SCHADEPREVENTIE WAARSCHUWINGEN................4
5.VEILIGHEIDSINFORMATIE..............................5
6.IDENTIFICATIE VAN ONDERDELEN EN
VEILIGHEIDSINFORMATIE..............................5
7.GASKABELVERBINDING...............................6
8.VLIEGWIELREM (Modellen uitgevoerd) ...................7
Inspectie van de vliegwielrembediening.....................7
9.VOORBEREIDING VOOR BEDIENING ....................7
10.BEDIENING..........................................8
Starten ..............................................8
Gashendel ...........................................8
Motor stoppen.........................................9
Gebruik op grotere hoogten ..............................9
11.ONDERHOUD .......................................10
Het belang van onderhoud..............................10
Veiligheid onderhoud .................................. 11
Veiligheidsmaatregels..................................12
Emissie Controle Systeem..............................13
Onderhoudsschema ...................................15
Brandstof ...........................................16
Motorolie............................................ 18
Luchtfilter ...........................................20
Bougie .............................................22
Bijstellen van de carburateur ............................23
Vonkenvanger (optioneel onderdeel) ......................24
12.VERVOER ..........................................25
13.OPSLAG ...........................................25
Voorbereiden voor opslag...............................25
Opslag .............................................28
Van opslag halen .....................................28
14.OPSPOREN VAN PROBLEMEN.........................29
15.ALGEMENE SPECIFICATIES ........................... 30
16.INSTELSPECIFICATIES ...............................32
17.INTERNATIONALE GARANTIE OP Honda UNIVERSELE
MOTOREN ..........................................32
3. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Uw veiligheid en de veiligheid van anderen is erg belangrijk. In
deze handleiding en op de motor vindt u belangrijke
veiligheidswaarschuwingen. Lees deze waarschuwingen
zorgvuldig.
Een veiligheidswaarschuwing wijst u op potentiële gevaren voor
uzelf of voor anderen. Een veiligheidswaarschuwing volgt na het
veiligheidssymbool en één van de volgende drie woorden:
WAARSCHUWING, LET OP of OPMERKING.
Deze woorden betekenen:
Het niet opvolgen van de instructies KAN SERIEUZE of
FATALE VERWONDING TOT GEVOLG HEBBEN.
LET OP:
•
Het niet opvolgen van de instructies KAN VERWONDING TOT
GEVOLG HEBBEN.
Ledere waarschuwing vertelt u wat het gevaar is, wat er kan
gebeuren en wat u kunt doen om de kans op verwonding te
vermijden of te verminderen.
4. SCHADEPREVENTIE WAARSCHUWINGEN
U zult ook andere belangrijke waarschuwingen zien die volgen na
het woord OPMERKING.
Dit woord betekent:
OPMERKING
Het niet opvolgen van instructies kan beschadiging van uw motor
of ander eigendom tot gevolg hebben.
Het doel van deze waarschuwing is om u te helpen beschadiging
van uw motor, ander eigendom of de omgeving te voorkomen.
ATTENTION traits de coupes ancrés à un cadre automatique.
Positions : Gauche : 4.1Haut : 3
43