Operation Manual
Oxyderende brandstoffen
Sommige soorten conventionele benzine zijn vermengd met een
alcohol- of ethermengsel. Deze soorten benzine worden
gezamenlijk oxyderende brandstoffen genoemd. Om tegemoet te
komen aan de maatregelen tegen luchtvervuiling, gebruiken
sommige gebieden oxyderende brandstoffen die voor minder
emissie zorgen.
Als u een oxyderende brandstof gebruikt, zie erop toe dat deze
loodvrij is of een laag loodgehalte heeft en voldoet aan de
minimum vereisten voor het octaangetal.
Probeer de gehalten in de brandstof te bevestigen voordat u een
oxyderende brandstof gebruikt. Sommige gebieden vereisen dat
deze informatie op de pomp staat.
Onderstaande percentages van oxyderende brandstoffen zijn de
juiste:
ETHANOL (ethyl of ethylalcohol): 10% van het volume.
U mag benzine gebruiken die tot 10% ethanol van het volume
bevat. Benzine die ethanol bevat kan in de handel verkrijgbaar zijn
onder de naam “Gasohol”.
MTBE (methyl drie butyl ether): 15% van het volume.
U mag benzine gebruiken die tot 15% MTBE van het volume
bevat.
METHANOL (methyl of methylalcohol): 5% van het volume.
U mag benzine gebruiken die tot 5% methanol van het volume
bevat, zolang het tevens een oplosmiddel en een
corrosiebeschermer bevat om het brandstofsysteem te
beschermen. Benzine die meer dan 5% methanol van het volume
bevat kan start- en/of prestatieproblemen veroorzaken. Het kan
tevens de metalen, rubberen en plastieke onderdelen van het
brandstofsysteem aantasten.
Mocht u tijdens bedrijf ongewenste symptomen opmerken,
probeer dan een ander pompstation of probeer een ander merk
benzine.
Beschadiging van het brandstofsysteem of prestatieproblemen
als gevolg van het gebruik van een oxyderende brandstof die meer
dan de bovengenoemde percentages bevatten, vallen niet onder
deze garantie.
Motorolie
Aanbevolen olie
Aanbevolen olie voor
algemeen gebruik bij alle
temperaturen: SAE 10W-30,
API gegarandeerde SG,SF.
Andere viscositeiten die in het
volgende schema worden
getoond kunnen gebruikt
worden als de gemiddelde
omgevings- temperatuur in uw
gebied binnen de aangegeven
temperatuur ligt.
Controleren van oliepeil
1.Controleer het oliepeil terwijl de
motor uit en horizontaal staat.
2.Verwijder de dop van het
oliereservoir/peilstok (1) en veeg
de peilstok schoon.
3.Steek de peilstok in de hals van
het oliereservoir zoals
aangegeven (2). Niet dichts-
chroeven maar de peilstok uit het
reservoir halen om het oliepeil te
controleren.
4.Als het oliepeil vlakbij of onder het
teken voor laagste peil staat (3),
vul dan de aanbevolen olie bij tot
aan het teken voor hoogste peil (4).
Niet te veel olie bijvullen.
5.Schroef de dop van het
oliereservoir/ peilstok opnieuw op
het reservoir.
ATTENTION traits de coupes ancrés à un cadre automatique.
Positions : Gauche : 4.1Haut : 3
1817
-30 -20 -10 0 10 20 30 40ºC
-20
0
20
40
60
80
100ºF
SG SF /
SINGLE GRADE
SG SF /
MULTI GRADE
10W
20W
30W
40W
15W40 15W50
10W40
20W
20W40 20W50
10W30
Buiten-
temperatur
(1)
(2)
(3)
(4)