Operation Manual

5. CONTROLE VOORAF
Voer voor veilig en efficiƫnt gebruik altijd eerst de volgende controles uit:
WAARSCHUWING
Voer de controles vooraf uit terwijl de machine op een vlakke ondergrond
ligt, de motor uitgeschakeld is en de bougiedop van de bougie losgenomen
is.
Controleer het motorolieniveau
VOORZICHTIG: Als de motor draait terwijl het olieniveau te laag is, kan dat
tot ernstige motorschade leiden.
1. Leg de bladblazer op een vlakke ondergrond en verwijder de olievuldop.
2. Controleer het olieniveau: het dient gelijk te liggen met de rand van de
vulopening. Controleer de olie op vervuiling en veroudering.
3. Vul de voorgeschreven olie bij tot aan de rand van de vulopening als het
niveau te laag is.
Vervang de olie als deze vervuild of verouderd is (zie blz. 38).
4. Plaats de olievuldop.
Controleer elke 10 bedrijfsuren het olieniveau en vul olie bij tot aan de rand van
de vulopening als de motor langer dan 10 uur achter elkaar gebruikt wordt.
HOEVEELHEID MOTOROLIE: 0,08 l (0,08 US qt, 0,07 Imp qt)
19
OLIEVULDOP
OLIEVULOPENING
040159-goed.qxd 12-03-2004 13:27 Pagina 19