Operation Manual

3. Trek het brandstoffilter met een ijzerdraadje voorzichtig door de vulopening
uit de tank.
4. Controleer het brandstoffilter op verontreinigingen. Als het brandstoffilter vuil
is, reinig het dan voorzichtig met een onbrandbaar oplosmiddel of een
oplosmiddel met een hoog verdampingspunt. Vervang het brandstoffilter als
het erg vuil is.
5. Plaats het brandstoffilter terug in de tank en draai de tankdop goed vast.
48
BRANDSTOFFILTER
BRANDSTOFFILTER
040159-goed.qxd 12-03-2004 13:27 Pagina 48