Operation Manual

18
NEDERLANDS
Brandstof
O
PMERKING
OPMERKING
Afhankelijk van de streek waar u uw apparaat gebruikt, kan de
kwaliteit van de brandstofsamenstelling slechter zijn en kan deze
sneller oxideren. Een kwaliteitsafname en oxidatie van de brandstof
kan al na 30 dagen voorkomen, en kan schade toebrengen aan de
carburator en /of het brandstofsysteem. Gelieve uw
onderhoudsdealer te raadplegen voor lokale aanbevelingen in
verband met de bewaring.
Benzine veroudert tijdens de opslag. Oude benzine veroorzaakt
startproblemen harsafzetting waardoor de brandstoftoevoer verstopt
raakt. Als de benzine in uw maaier tijdens de berging veroudert,
moeten de carburateur en andere onderdelen van de
brandstoftoevoer mogelijk gerepareerd of vervangen worden.
Hoe lang u benzine in de tank en de carburateur kunt laten zitten
zonder dat dit motorstoring veroorzaakt, is afhankelijk van
verschillende factoren, zoals het type mengsel, de temperatuur in de
berging en hoe vol de tank is. Door de lucht in een niet-volle tank
veroudert de benzine eerder. Bij een hoge temperatuur in de berging
zal de benzine sneller verouderen. Benzine kan al binnen enkele
maanden verouderen, of nog eerder als u de tank met benzine had
gevuld die niet vers was.
Schade aan de brandstoftoevoer of problemen met de motor doordat
u de berging niet zorgvuldig hebt voorbereid, vallen niet onder de
garantie.
Voorkomen van aan brandstof gerelateerde problemen:
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de instructies van de
fabrikant.
2. Na het toevoegen van een benzinestabilisator laat u de motor
gedurende 10 minuten buiten draaien om te verzekeren dat de
onbehandelde benzine in het brandstofsysteem is vervangen door
de behandelde benzine.
3. Draai de brandstofklep naar de
DICHT-stand.
4. Laat de motor draaien totdat deze
stopt door gebrek aan brandstof in
het brandstofreservoir van de
carburateur. Laat de motor minder
dan 3 minuten draaien.
Olie
Ververs de olie (bladzijde 13).
Cilinder
Als de maaier langer dan 3 maanden
niet wordt gebruikt, maakt u de
bougie los (zie bladzijde 14) en giet u
5 ~ 10 cc schone olie in de cilinder
[1]. Trek langzaam 2 à 3 keer aan het
starterkoord om de olie te
verspreiden en monteer de bougie.
Trek langzaam aan het starterkoord
totdat u weerstand voelt en breng de
handgreep dan met de hand terug.
Hierdoor worden de kleppen
gesloten zodat er geen vocht in de cilinder kan komen.
DE MAAIER OPBERGEN
Als u de maaier in de berging zet terwijl er benzine in de tank en de
carburateur zit, is het belangrijk te voorkomen dat benzinedampen
kunnen ontbranden. Kies een goed geventileerde bergplaats waar
geen apparaten staan die vonken of vuur gebruiken, zoals een geiser,
of apparaten met een elektrische ontsteking.
Vermijd zo mogelijk een bergplaats met een hoge luchtvochtigheid
waardoor roest en corrosie kunnen optreden.
Zet de maaier altijd met zijn wielen op een horizontaal vlak. Als hij
scheef staat kan er benzine of olie uit lekken.
Om ruimte te besparen kunt u de stuurboom neerklappen
(bladzijde 17).
Als de motor en de uitlaat zijn afgekoeld dekt u de maaier af tegen
stof. Als de motor en de uitlaat heet zijn, kunnen sommige materialen
smelten of vlam vatten. Gebruik geen plastic als afdekking; onder een
niet-poreuze afdekking kan zich vocht ophopen waardoor roest en
corrosie sneller kunnen optreden.
UIT DE BERGING HALEN
Controleer de maaier zoals beschreven in het hoofdstuk VOORDAT U
GAAT MAAIEN, eerder in deze gebruiksaanwijzing (bladzijde 6).
Als u olie in de cilinder heeft gegoten alvorens de maaier op te
bergen, zal de motor na het starten even roken. Dat is normaal.
STORINGZOEKEN
MOTOR START NIET
VERMOGEN DAALT
DICHT
[1]
Mogelijke oorzaak Oplossing
Brandstofkraan is DICHT Draai brandstofkraan OPEN
(bladzijde 5).
Gashendel in verkeerde stand Zet gashendel op snel (bladzijde 5).
Benzine is op Vul benzine bij (bladzijde 7).
Benzine is oud; maaier
opgeborgen zonder benzine af te
tappen of te behandelen, of
bijgetankt met oude benzine
Vul bij met nieuwe benzine
(bladzijde 7).
Bougie kapot, vuil of te grote
elektrode-afstand
Vervang, ontkool bougie of stel
elektrode bij (bladzijde 14).
Bougie nat van benzine
(verzopen carburateur)
Laat bougie eerst drogen, start motor
met gas- hendel op snel.
Benzinefilter verstopt,
carburateur defect, ontsteking
defect, kleppen vast, enz.
Breng de maaier naar de Honda-dealer
of raadpleeg werkplaats- handboek.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Gashendel staat niet op snel Zet gashendel op snel (bladzijde 5).
Het gras is te lang voor de
maaihoogte
Vermeerder maaihoogte (bladzijde 8),
maai smallere strook (bladzijde 5), of
maai vaker. Stel de maaiselrichterknop.
Maaidek verstopt Reinig het maaidek deck (bladzijde 11).
Luchtfilter is verstopt Reinig of vervang de luchtfilter
(bladzijde 14).
Benzine is oud; maaier
opgeborgen zonder benzine af te
tappen of te behandelen, of
bijgetankt met oude benzine
Vul bij met nieuwe benzine
(bladzijde 7).
Benzinefilter verstopt,
carburateur defect, ontsteking
defect, kleppen vast, enz.
Breng de maaier naar de Honda-dealer
of raadpleeg werkplaats- handboek.
00X39VH7F110.book Page 18 Tuesday, November 17, 2009 3:43 PM