Operation Manual

VÓÓR HET IN BEDRIJF NEMEN
12
D
Controleer de algehele conditie van de grasmaaimachine:
Kijk rondom en onder de grasmaaimachine of u tekenen ziet van olie- of
benzinelekkage.
Let op beschadigingen.
Controleer of iedere bediening naar behoren werkt.
Controleer het mes op slijtage. Vervang indien nodig (bladzijde 29).
Controleer dat de mesbouten stevig aangedraaid zijn (bladzijde 30).
Controleer dat de alle moeren, bouten en schroeven vastzitten.
Controleer de motor
Controleer het luchtfilter (bladzijde 34) en oliepeil (bladzijde 32).
Controleer het brandstofpeil (bladzijde 38). Als u met een volle tank begint hoeft u
het maaien niet te onderbreken om te tanken.
CONTROLEER UW WERKGEBIED
Voor de veiligheid van uzelf en anderen dient u het gebied altijd te inspecteren
alvorens u de maaimachine in werking stelt.
Voorwerpen
Alles wat er door het mes kan worden meegenomen en weggeslingerd is een
potentieel gevaar voor u en anderen. Zoek dingen als stenen, stokken, spijkers en
draad en haal dit alles weg uit het werkgebied.
Mensen en huisdieren
Mensen en dieren in de buurt van het werkgebied kunnen in het pad van de
grasmaaimachine komen, of ze kunnen worden geraakt door weggeslingerde
voorwerpen. Zorg dat het gebied vrij is van mensen, met name kinderen, en
huisdieren. U bent verantwoordelijk voor hun veiligheid.
Werkgebied
Controleer hoe het gazon eruit ziet. Stel de grondsnelheid en maaistrook van uw
grasmaaier hier op af.
5D-HRZ536C.book Page 12 Thursday, September 8, 2005 12:24 PM