Operation Manual

2. Reinig de directe omgeving van de bougie.
3. Verwijder de bougiedop en verwijder de bougie met een passende
bougiesleutel.
WAARSCHUWING
Als de motor heeft gedraaid, is de uitlaat erg heet. Raak de uitlaat dan niet
aan.
4. Controleer de bougie visueel. Gooi de bougie weg als er zichtbare slijtage is
of als de isolator scheurtjes of splinters vertoont. Reinig de bougie, als deze
opnieuw gebruikt wordt, met een staalborstel.
5. Meet de elektrodenafstand met een voelermaatje. Verbuig de elektrode
indien nodig.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,60 – 0,70 mm (0,024 – 0,028 in)
38
SPARK PLUG
SPARK PLUG CAP
0.60 – 0.70 mm
(0.024 – 0.028 in)
BOUGIE
BOUGIEDOP
0,60 – 0,70 mm
(0,024 – 0,028 in)
040327.qxd 29-04-2004 13:43 Pagina 38