Installation Instructions

GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- Pagina 112 -
alarmmeldcentrale niet op het LC-display
gerapporteerd als een geopende zone.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Puls Aan met een “*”-teken (asteriks) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
8.28.2.9 Sleutel
Een zone met de functie Sleutel wordt gebruikt om
het GalaXy systeem of toegekende blokken in en
uit te schakelen. Als een dergelijke zone
geactiveerd wordt als het systeem in de dagstand
staat, wordt de inschakelprocedure gestart, de
uitlooptijd begint.
Staat het systeem ingeschakeld, dan schakelt het
systeem direct uit na activatie van de zone, er is
geen inlooptijd.
Het zoneattribuut deelbeveiligd van een zone met
de functie Sleutel staat van de fabriek uit
uitgeschakeld (0). De sleutelschakelaar schakelt
het systeem of de toegekende blokken volledig in.
Als het zoneattribuut deelbeveiligd is ingeschakeld
(1) dan schakelt het systeem of de toegekende
blokken deelbeveiligd in.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Sleutel met een “*”-teken (asterisk) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
Zie ook 0 6.5.4 De sleutelschakelaar op pagine
42.
Het gebruikersniveau van de sleutelschakelaar
staat van de fabriek uit op 4. Dit wil zeggen dat het
gebruik van de sleutelschakelaar hetzelfde niveau
heeft als het gebruik van een code op niveau 4.
Het niveau van de sleutelschakelaar is in te stellen
in menuoptie 51.14 Parameters.Sleutel Reset
Niveau.
Een [*] toevoegen aan de Sleutel functie maakt
deze geschikt voor maak/verbreekschakelaars,
zonder de [*] is deze een pulsschakelaar.
NOOT: Geactiveerde zones worden niet op het
LC-display weergegeven als het
systeem na een alarm met de
sleutelschakelaar wordt gereset.
8.28.2.10 Security Laatste
Een zone met de functie Security Laatste heeft
een dubbele functie. De functie wordt bepaald
door het al dan niet ingeschakeld zijn van het
systeem. Als het systeem is ingeschakeld, of als
de in- of uitschakelprocedure is gestart gedraagt
de zone zich als een zone met de functie Laatste.
Als het systeem is uitgeschakeld gedraagt de
zone zich als een zone met de functie Security.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Security Laatste met een “*”-teken
(asteriks) is geprogrammeerd, dan heeft de zone
effect op alle blokken die zijn opgegeven bij het
zoneattribuut.
De E/E signalering geeft een kort onderbroken
toon om aan te geven dat de zone geopend is.
8.28.2.11 Deel Laatste
Een zone met de functie Deel Laatste heeft een
dubbele functie. De functie wordt bepaald door de
manier waarop het systeem is ingeschakeld.
Als het systeem volledig is ingeschakeld, dan
gedraagt de zone zich als een zone met de functie
Laatste. Als het systeem deelbeveiligd is
ingeschakeld gedraagt de zone zich als een zone
met de functie Inbraak.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Deel Laatste met een “*”-teken
(asterisk) is geprogrammeerd, dan heeft de zone
effect op alle blokken die zijn opgegeven bij het
zoneattribuut.
De E/E signalering geeft een kort onderbroken
toon om aan te geven dat de zone geopend is.
8.28.2.12 Deel In/Uitgang
Een zone met de functie Deel In/Uitgang heeft een
dubbele functie. De functie wordt bepaald door de
manier waarop het systeem is ingeschakeld.
Als het systeem volledig is ingeschakeld, dan
gedraagt de zone zich als een zone met de functie
Volgzone. Als het systeem deelbeveiligd is
ingeschakeld gedraagt de zone zich als een zone
met de functie In/Uitgang.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
8.28.2.13 Paniek
Een zone met de functie Paniek is continu actief.
Het activeren van de zone resulteert direct in een
volledig alarm. De instelling van menuoptie 51.2
Parameters.Sirene Vertraging heeft geen invloed.
Na een alarm kan het systeem alleen gereset
worden door een code met een minimaal niveau