Installation Instructions

GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- Pagina 140 -
2=Interval
De interval is de periode tussen de eerste
melding, die is verstuurd op het opgegeven tijdstip
in submenu 1=starttijd, en de volgende melding.
Alle volgende testmeldingen worden verzonden
met dezelfde tussenliggende periode. Deze
periode wordt opgegeven in submenu 2=interval.
De interval moet liggen tussen de 0 en 99 uur. Als
de interval op 0 uur wordt ingesteld dan wordt er
geen automatische testmelding verstuurd.
8.32.7.3 3=Blokstatus (GalaXy 512)
De submenuoptie 3= Blokstatus is alleen
beschikbaar als de blokkenmode is ingeschakeld
(menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
De testmelding kan worden verstuurd, afhankelijk
van de status van de blokken.
Druk op het nummer van het blok dat een deel
van de voorwaarde vormt.
Op de onderste regel verschijnt bij het betreffende
bloknummer een “I”.
De “I” geeft aan dat het betreffende blok
ingeschakeld moet zijn voordat de testmelding
verstuurd wordt.
Door nogmaals op het nummer van het blok te
drukken verschijnt er een “U” bij het betreffende
blok. De “U” geeft aan dat het betreffende blok
uitgeschakeld moet zijn voordat de testmelding
verstuurd wordt.
Wordt er nogmaals op het bloknummer gedrukt
verschijnt het “-“-teken (minus) weer. Dit “-“-teken
(minus) geeft aan dat het betreffende blok geen
invloed heeft op het versturen van de testmelding.
8.32.8 08=Install.Test
Om zeker te stellen dat de Modem/Kiezer een
verbinding opbouwt met de PAC wordt de
installateurstest uitgevoerd. Met deze test wordt
een testmelding naar de PAC verstuurd. Submenu
02=Telefoonnummer 1 en submenu
03=Klantnummer 1 moeten beide zijn ingevoerd,
anders kiest de kiezer niet.
De installateurstest wordt gestart met
submenuoptie 08=Installateurstest.
Voordat de modem/Kiezer daadwerkelijk gaat
bellen verschijnt er een waarschuwing op het LC-
display: “Waarschuwing!!!; ent= Verstuur Tst”
Druk op de [ent]-toets om de testmelding te
versturen.
Per keer dat met submenuoptie
08=Installateurstest de test gestart wordt,
verstuurd de Modem/Kiezer één testmelding. De
Modem/Kiezer vervalt niet in herhaalpogingen als
de test mislukt. Een mislukte poging wordt door de
GalaXy alarmmeldcentrale niet geteld als een Fail
to Communicate.
8.32.9 09=Aantal Belsignalen
In submenuoptie 09=Aantal Belsignalen wordt het
aantal inkomende belsignalen opgegeven voordat
de Modem/Kiezer de lijn opneemt. Het bereik ligt
tussen de 1 en 20 belsignalen. De
fabrieksinstelling is 12 belsignalen.
8.32.10 10=Lijndetectie
De Modem/Kiezer bewaakt voortdurend de
aangesloten telefoonlijn. In submenuoptie
10=Lijndetectie wordt bepaald welke foutsituatie
een PTT Lijnfout tot gevolg heeft. Een dergelijke
fout wordt geregistreerd in het systeemgeheugen.
Zie ook menuoptie 51.18 Parameters.220VAC
voorwaarde en menuoptie 53 Progr Uitg
uitgangsfunctie 21 PTT lijn.
1=Lage Lijnspanning (standaard ingesch.) Lage
Lijnspanning detecteert
een fout als de PTT
lijnspanning circa 90
seconden onder de 3 volt
is.
2=Geen Kiestoon (standaard uitgesch.)
Geen Kiestoon detecteert
een fout als de
Modem/Kiezer geen
kiestoon detecteert als
deze de lijn opneemt om
uit te bellen.
3=Ink. Belsign (standaard uitgesch.)
Inkomend Belsignaal
detecteert een fout als de
Modem/Kiezer wilt
uitbellen terwijl er een
inkomend belsignaal is.
NOOT: Iedere combinatie van in- en/of
uitgeschakelde lijndetectiemethode is
toegestaan.
Als één van de bovenstaande foutvoorwaarde zich
voordoet, dat wordt er een melding van in het
systeemgeheugen gemaakt.
Als het GalaXy systeem is uitgeschakeld
veroorzaakt de foutvoorwaarde een lokaal alarm.