Installation Instructions

GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- Pagina 144 -
8.33.1.3 3=X25 Protocol
Deze optie is niet aanwezig
8.33.1.4 4=Semafoon
Deze optie is niet aanwezig
8.33.2 2=Format
Op de RS-232 interface zijn twee protocollen
beschikbaar:
MultiPro Zie voor een gedetailleerde
beschijving van het protocol en de
menustructuur xxx.
MicroTech Zie voor een gedetailleerde
beschijving van het protocol en de
menustructuur xxx.
NOOT: Het MultiPro en MicroTech format en
de menustructuur van de formats van
de RS-232 interface en de
Modem/Kiezer zijn identiek, met één
verschil. Als de Blokkenmode is
ingeschakeld (menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode) dan
heeft dat geen betrekking op het
MultiPro en MicroTech format bij de
RS-232 Interface. Hier kunnen geen
blokken worden opgegeven.
3=Klantnummer
Met het klantnummer identificeert de GalaXy
alarmmeldcentrale zich bij de onvanger. In
submenu 3=Klantnummer wordt het klantnummer
ingevoerd. Het klantnummer bestaat uit 4 tot 6
cijfers. Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
8.33.4 4=Copy/Overschrijven
De RS-232 kan de programmering van een
GalaXy alarmmeldcentrale tijdelijk opslaan. Aan
de GalaXy alarmmeldcentrale kan dan gewerkt
worden zonder dat de programmering van de
GalaXy alarmmeldcentrale verloren gaat.
De programmering wordt met submenuoptie
2=Verzenden Data in de RS-232 interface
geladen, de opgeslagen gegevens worden met
submenuoptie 1=Ontvangen Data in de GalaXy
geladen.
Met submenuoptie 3=Data Bewaard wordt met
behulp van de GalaXy alarmmeldcentrale bepaald
wat voor programmering in de RS-232 Interface is
opgeslagen.
8.33.4.1 1=Ontvangen Data
Met submenuoptie 1=Ontvangen data wordt de
programmering uit de RS-232 interface
gekopiëerd naar de GalaXy alarmmeldcentrale.
De programmering in de RS-232 interface
overschrijft alle programmering die zich in de
GalaXy alarmmeldcentrale bevindt.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt en in de
RS-232 Interface geen programmering aanwezig
is, verschijnt op het LC-display de tekst “ Geen
Data Aanwezig” anders verschijnt op het LC-
display de tekst “ Klaar voor verzenden; 1=Start
2=Stop”.
Druk op de [1]-toets om de programmering te
kopieren te starten. Op het LC-display verschijnt
de tekst “Verzenden...”. De Overwrite LED (LED
4) op de RS-232 Interface knippert.
Druk op de [2]-toets om het kopieren te af te
breken.
Als de programmering is gekopiëerd verschijnt op
het LC-display de tekst “Verzenden klaar”. De
Overwrite LED (LED 4) licht ononderbroken op.
8.33.4.2 2=Verzenden Data
Met submenu 2=Verzenden Data wordt de
programmering uit de GalaXy alarmmeldcentrale
naar de RS-232 interface gekopiëerd. Als de
submenuoptie geselecteerd wordt verschijnt op
het LC-display de de tekst “Klaar Voor Verzenden;
1=Start 2=Stop”.
Druk op de [1]-toets om de programmering uit de
GalaXy alarmmeldcentrale naar de RS-232
Interface te kopiëren. Op het LC-display verschijnt
de tekst “Kopiëer”.
De Copy LED (LED 3) op de RS-232 Interface
knippert.
Druk op de [2]-toets om het kopieren te af te
breken.
Als de volledige programmering is gecopiëerd
verschijnt op het LC-display de tekst “Data
Aanwezig”. De Copy LED (LED 3) licht
ononderbroken op.
8.33.4.3 3=Data Bewaard
Submenuoptie 3=Data Bewaard is een hulpmiddel
om te bepalen welke programmering in de RS-232
interface is opgeslagen.
Als de submenuoptie gekozen wordt verschijnt op
het LC-display het type alarmmeldcentrale en de
softwareversie van de GalaXy alarmmeldcentrale
waarvan de programmering in de RS-232
Interface is opgeslagen.